Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

16 OKTOBER 1985. _ Besluit van de Waalse Gewestexecutieve betreffende de samenstelling en de werking van de afvalcommissie.(NOTA : dit besluit word opgeheven de dag waarop de commissie overeenkomstig art. 13 van het BWG 1996-10-17/34 samengesteld wordt ; zie B.St. 08-11-1996, p. 28598)



Inhoudstafel:


Art. 1-15



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In dit besluit dient te worden verstaan onder "de Minister" het lid of de leden van de Waalse Gewestexecutieve tot wiens bevoegdheid het ophalen en de behandeling van afvallen behoren, met inbegrip van de industriële behandeling van de afvallen.

Art.2. De leden van de Commissie worden door de Executieve voor vijf jaar aangewezen. Hun mandaat is hernieuwbaar.
  Voor elk werkend lid wijst de Executieve een plaatsvervangend lid aan dat bij ontstentenis van het werkend lid aan de beraadslagingen van de Commissie deelneemt.
  Bij vacature voor het eind van een werkelijk mandaat voleindigt het werkend lid het lopende mandaat.

Art.3. <BWG 06-03-1986, art. 1> De Commissie bestaat uit :
  1° een vertegenwoordiger van de industriële sector in het algemeen;
  2° (een vertegenwoordiger van ieder van de volgende sektoren : scheikunde, cementindustrie, elektriciteit, metaalwerkende fabricatie, bouwsektor en staalindustrie;) <BWG 1989-06-29/31, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 24-09-1989>
  3° een vertegenwoordiger van de terugwinningsindustrie;
  4° een vertegenwoordiger van de verpakkingsmateriaalindustrie;
  5° een vertegenwoordiger van de afvalbehandelings- en van de afvalrecyclingsindustrie;
  6° (zeven vertegenwoordigers van verenigingen van gemeenten die de opruiming van huisvuil verzekeren;) <BWG 1989-06-29/31, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 24-09-1989>
  7° drie vertegenwoordigers van de verenigingen van landbouwers, tuinders en veehouders;
  8° drie vertegenwoordigers van verenigingen ter bescherming van konsumenten;
  9° (vijf) vertegenwoordigers van verenigingen ter bescherming van het leefmilieu; <BWG 1989-06-29/31, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 24-09-1989>
  10° vier vertegenwoordigers van verenigingen ter vertegenwoordiging van de werknemers en het kaderpersoneel;
  11° twee vertegenwoordigers van beroepsverenigingen ter vertegenwoordiging van de ophalers van afvalstoffen en de uitbaters van gecontroleerde stortplaatsen;
  12° de Directeur-Generaal van de Algemene Directie Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van het Ministerie van het Waalse Gewest of de door hem gedelegeerde ambtenaar;
  13° de Inspecteur-Generaal van de Algemene Inspectie voor het Leefmilieu en Bossen van het Ministerie van het Waalse Gewest of de door hem gedelegeerde ambtenaar;
  14° de ambtenaar met hoogste rang van de dienst "Beheer van afvalstoffen" van de Algemene Inspectie voor het Leefmilieu en Bossen van het Ministerie van het Waalse Gewest of de door hem gedelegeerde ambtenaar.
  15° een vertegenwoordiger van de Algemene Directie Economie en Tewerkstelling;
  16° een vertegenwoordiger van de Minister tot wiens bevoegheid het Leefmilieu behoort.

Art.4. De in artikel 3 bedoelde leden alsmede hun plaatsvervangers, met uitsluiting van de ambtenaren, worden op voorstel van de betrokken organisaties of verenigingen gekozen.

Art.5. De leden moeten op de dag van hun aanwijzing ten minste eenentwintig jaar oud zijn.
  Zij moeten, zowel op het moment van hun aanwijzing als tijdens de uitoefening van hun mandaat, hun woonplaats in het Waalse Gewest hebben.

Art.6. <BWG 06-03-1986, art. 2> De Executieve duidt de Voorzitter en de Ondervoorzitter van de Commissie aan.
  De ondervoorzitter vervangt de tijdelijk verhinderde Voorzitter.
  Bij overlijden of bij vrijwillige ontslagneming van de Voorzitter duidt de Minister een plaatsvervanger aan die het lopende mandaat voleindigt.

Art.7. (De Executieve belast de Minister tot wiens bevoegdheid het Leefmilieu behoort met de vaststelling van de zetel van de Commissie.) <BWG 06-03-1986, art. 3>
  De Minister stelt ter haar beschikking de nodige lokalen en neemt daartoe alle nuttige maatregelen.

Art.8. De Commissie zal haar advies uitbrengen binnen een termijn van veertig dagen na zij door de Executieve ermee aanhangig werd gemaakt.
  Na het verstrijken van die termijn wordt het advies gunstig geacht.
  De notulen van de vergaderingen gelden niet als advies.

Art.9. De beslissingen worden bij gewone meerderheid van de aanwezige leden genomen. Bij staking van stemmen beslist de stem van de voorzitter.
  Indien ten minste één kwart van de aanwezige leden tegen het door de meerderheid uitgebrachte advies zich voorzet, vult de voorzitter dit advies aan door een vermelding die het meningsverschil acht.

Art.10. De Commissie wordt door de voorzitter of bij ontstentenis, door de Minister bijeengeroepen.
  De Commissie wordt door de Minister voorgezeten wanneer hij het nuttig oordeelt.
  Een door de Minister aangewezen toeschouwer kan zonder aan de stemming deel te nemen de beraadslagingen van de Commissie bijwonen.

Art.11. De Minister of de voorzitter kan personen met bijzondere bevoegdheden uitnodigen de beraadslagingen van de Commissie bij te wonen.
  Die personen kunnen niet aan de stemming deelnemen.

Art.12. Het secretariaat van de Commissie wordt verzekerd door het personeel van de Economische en Sociale Raad overeenkomstig artikel 4, § 3, van het decreet van 25 mei 1983 tot wijziging wat de Economische en Sociale Raad voor Wallonië betreft, van de kaderwet van 15 juli 1970 houdende regeling van de planificatie en van de economische decentralisatie en tot instelling van een Economische en Sociale Raad van het Waalse Gewest.
  De Minister kan elke maatregel nemen ten einde het personeel van het secretariaat voldoend wordt.
  De voorzitter verzekert het beheer van het secretariaat.
  Hij ontvangt de door de Commissie uitgebrachte adviezen en zendt die adviezen aan de Minister toe.

Art.13. De Commissie stelt haar reglement van orde vast dat door de Minister wordt goedgekeurd en in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
  Dit reglement zal inzonderheid verduidelijken :
  1° de proceduren inzake oproeping van de leden, vaststelling van de agenda, bekrachtiging van de notulen, adviezen en andere documenten opgemaakt namens de Commissie;
  2° de stemmingsmodaliteiten en het aantal vereiste deelnemers om op geldelijke wijze zitting te houden;
  3° de delegaties van handtekening;
  4° de werking van het secretariaat overeenkomstig artikel 12.
  Hij zal ook de instelling van een bureau en van gespecialiseerde afdelingen belast met de voorbereiding van sommige adviezen kunnen voorzien.
  De Minister kan de goedkeuring van het reglement van orde weigeren alleen indien dit reglement aan het decreet van 5 juli 1985 betreffende de afvalstoffen of aan de tenuitvoerbrengingsbesluiten ervan niet voldoet.

Art.14. De mandaten zijn gratis.
  Echter hebben de leden van de Commissie recht op de terugbetaling van reis- en verblijfkosten berekend overeenkomstig de regelen betreffende de vergoedingen toegekend aan de ambtenaren.
  Zij zijn daartoe gelijkgesteld met de ambtenaren van rang 15.

Art. 15. De Ministers tot wiens bevoegdheid het ophalen en de behandeling van de afvalstoffen behoren, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.