Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

19 MAART 1987. - Besluit van de Waalse Gewestexecutieve betreffende het storten van sommige afvalstoffen in het Waalse Gewest.



Inhoudstafel:


Art. 1-12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1983023239 



Uitvoeringsbesluit(en):

1987027804  1988027543 



Artikels:

Artikel 1. (Opgeheven) <BWG 1994-06-09/32, art. 14, 1°, 004; Inwerkingtreding : 29-07-1994>

Art.2. (Opgeheven) <BWG 1994-06-09/32, art. 14, 1°, 004; Inwerkingtreding : 29-07-1994>

Art.3. Het is verboden afval afkomstig uit een ander gewest dan het Waalse Gewest op te slaan, te storten of te lozen, te doen opslaan, doen storten of doen lozen, in de (opslag-, berg- en stortplaatsen van afvalstoffen, erkend overeenkomstig het decreet van 5 juli 1985 betreffende de afvalstoffen, met uitzondering van opslagplaatsen opgericht naast een hergroeperings-, voorbehandelings-, verwijderings- of valorisatie-installatie, en in landbouwbedrijen in het kader van de uitstrooiing van afvalstoffen ten bate van de landbouw of de ecologie). <BWG 1994-06-09/32, art. 13, 004; Inwerkingtreding : 29-07-1994>
  Het is de exploitanten van de vermelde inrichtingen verboden toe te staan of te dulden, dat afval uit een ander gewest dan het Waalse Gewest wordt opgeslagen, gestort of geloosd in de door hen geëxploiteerde inrichtingen.
  Uitzonderingen kunnen door de Executieve vastgesteld worden in toepassing van akkoorden die gesloten werden met het doel het opslaan en het lozen van afvalstoffen tussen de Waalse Gewestexecutieve en de bevoegde overheid voor het Vlaamse Gewest of de bevoegde overheid voor het Brusselse Gewest. Dit protocol werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Art.4. Op verzoek van de ambtsdrager of particulier die afval produceert, ophaalt of verwijdert, kan de Minister een afwijking van artikel 3 toestaan.
  De afwijking kan slechts voor een bepaalde termijn worden toegestaan en voor maximum twee jaar voor inrichtingen waar afval mag worden gestort van het type waarvoor de aanvraag om afwijking is ingediend. De afwijking moet gerechtvaardigd worden door ernstige en uitzonderlijke omstandigheden.
  In de aanvraag om afwijking dient de aard, de hoeveelheid, de oorsprong, en bij industriële afval de samenstelling ervan te worden vermeld, alsmede de duur en de frequentie van de werkzaamheden, alsook de inrichtingen die voor de uitvoering ervan worden voorgesteld.
  Deze aanvraag om afwijking moet door de producent of de houder van de afvalstoffen worden ingediend op een door de bevoegde diensten van het Gewest vastgesteld formulier. Op straf van nietigverklaring zal de aanvrager er de ernstige en uitzonderlijke omstandigheden uiteenzetten.
  De beslissing van de Waalse Gewestexecutieve wordt binnen de drie maanden vanaf de aanvraag om afwijking ter kennis gebracht van de aanvrager en van de uitbaters.
  Artikel 3 blijft van toepassing tot de kennisgeving van de beslissing van afwijking. De ontstentenis van een beslissing binnen de termijn voorzien in lid 5 staat gelijk met een weigering.

Art.5. Wordt geacht afkomstig te zijn (...) uit een ander gewest dan het Waalse Gewest, de afval die niet in het Waalse Gewest geproduceerd is. <BWG 1994-06-09/32, art. 13, 004; Inwerkingtreding : 29-07-1994>
  Als de afval het resultaat is van een proces waarbij (...) gewesten betrokken waren, wordt hij geacht afkomstig te zijn (...) uit het gewest waar de laatste substentiële economisch verantwoorde norm van verwerking heeft plaatsgehad, in een daartoe uitgeruste onderneming. <BWG 1994-06-09/32, art. 13, 004; Inwerkingtreding : 29-07-1994>

Art.6. Elke exploitant van een inrichting moet te allen tijde kunnen aantonen waar de afval vandaan is gekomen die tijdens de drie jaar die aan de indiening van de aanvraag om afwijking zijn voorafgegaan, is gestort of geloosd in de door hem geëxploiteerde inrichting.
  Het bewijs moet worden geleverd aan de hand van ondertekende en gedateerde stukken, die zijn opgemaakt door degene die de afval heeft gestort of geloosd.
  In die bewijsstukken moeten zijn vermeld:
  1. de identiteit van degene die de afval heeft gestort of geloosd, respectievelijk laten storten of lozen;
  2. de plaats waar hij is geproduceerd, als het om industriële afval (of landbouwafval) gaat; <BWG 1994-06-09/32, art. 13, 004; Inwerkingtreding : 29-07-1994>
  3. de plaats waar hij is opgehaald, als het om huishoudelijke afval gaat;
  4. de hoeveelheid afval;
  5. de aard van de afval;
  6. de datum van het transport naar de inrichting, de juiste identiteit van de vervoerder en van het gebruikte vervoermiddel.
  De modellen van bewijs worden afgeleverd door de bevoegde diensten van het Waalse Bestuur.
  De uitbaters van inrichtingen die afvalstoffen ontvangen bedoeld (in artikel) 3 zijn gehouden om op het einde van elke maand afschriften van deze bewijzen te doen geworden aan het bestuur. <BWG 1994-06-09/32, art. 13, 004; Inwerkingtreding : 29-07-1994>
  Het origineel moet gedurende vijf jaar bewaard worden door de uitbater.

Art.7. § 1. Overtredingen van het in dit besluit bepaalde, die verband houden met het opslaan, het storten of lozen van giftige afval, worden geconstateerd, vervolgd en bestraft overeenkomstig de wet van 22 juli 1974 op de giftige afval.
  § 2. Overtredingen van het in dit besluit bepaalde, die verband houden met het storten of lozen van andere dan giftige afval, worden geconstateerd, vervolgd en bestraft overeenkomstig het decreet van 5 juli 1985 betreffende de afvalstoffen.(...) <BEWG 1987-07-23/30, art. 130, §2, 002; Inwerkingtreding : 1987-09-29>

Art.8. (opgeheven) <BEWG 1987-07-09/36, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 1987-10-23>

Art.9. Het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 17 mei 1983 betreffende het opslaan van sommige afvalstoffen in het Waalse Gewest, gewijzigd door het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 december 1986, wordt ingetrokken.

Art.10. De afwijkingen toegestaan op de datum van de publikatie van het huidig besluit krachtens het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 17 mei 1983, eindigen drie maanden na het in voege treden van dit besluit. De aanvragen ingediend vóór de datum van het in voege treden van dit besluit en voor dewelke geen verordening werd opgemaakt, moeten opnieuw worden ingediend.

Art.11. Dit besluit treedt in werking op de dag van het verschijnen in het Belgisch Staatsblad.

Art. 12. De Minister van het Waalse Gewest die het Leefmilieu onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.