15 DECEMBER 1987. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 141 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, met betrekking tot de vordering van de bedragen verschuldigd voor de gehospitaliseerde patiënten.
Art. 1-8
Artikel 1. Met het oog op de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° gehospitaliseerde patiënt :
de patiënt die in een ziekenhuis wordt opgenomen en er al dan niet verblijft en voor wie medische prestaties worden verricht waarvoor de wettelijke verplichting van de derde betaler geldt.
2° ziekenhuisgeneesheer : de geneesheer werkzaam in het ziekenhuis en waarvan de activiteit geregeld wordt door een individuele overeenkomst of een benoemingsakte, bedoeld in artikel 131 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, alsmede de kandidaat-geneesheer-specialist in opleiding, die beschikt over een stageplan dat goedgekeurd is door de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort.
Worden met de ziekenhuisgeneesheer gelijkgesteld, de beoefenaar van de tandheelkunde en de apotheker en licentiaat in de scheikundige wetenschappen gemachtigd analyses van klinische biologie te verrichten, werkzaam in het ziekenhuis en waarvan de activiteit geregeld wordt door een individuele overeenkomst of een benoemingsakte, bedoeld in voornoemd artikel van de gecoördineerde wet op de ziekenhuizen;
3° medische prestaties : de prestaties van de ziekenhuisgeneesheren;
4° bedragen : alle geldsommen verschuldigd al dan niet in het systeem van rechtstreekse betaling zowel voor medische prestaties als voor de overige activiteiten van het ziekenhuis;
5° facturatie : het resultaat van het opmaken van de facturen of andere betaalstaten met betrekking tot de bedragen bedoeld in 4°;
6° vordering : het opeisen van de betaling door middel van de facturatie bedoeld in 5°.
Art.2. Indien de centrale inning door het ziekenhuis wordt verricht, hetzij voor eigen rekening, hetzij voor rekening van de ziekenhuisgeneesheren, wordt de betaling van de bedragen verschuldigd voor de medische prestaties en voor de overige activiteiten van het ziekenhuis bij de gehospitaliseerde patiënt en/of een derde betaler gevorderd bij middel van één door het ziekenhuis aangeboden factuur of andere betaalstaat.
Art.3. Wanneer in uitvoering van artikel 136 van de gecoördineerde ziekenhuiswet, voor alle of bepaalde ziekenhuisgeneesheren een centrale inning door een dienst van de Medische Raad gebeurt, wordt de facturatie van de bedragen verschuldigd voor hun medische prestaties gevoegd bij de facturatie van het ziekenhuis en moet ernaar verwijzen.
Wanneer de vordering aan een derde betaler is gericht :
1° gaan de facturaties vergezeld van één verzendingsborderel getekend door de respectieve verantwoordelijken;
2° moeten de facturatiedragers van elk der inningsdiensten dezelfde sequentiële orde volgen.
Een vertraging of een vergissing bij het opmaken van de ene of van de andere facturatie kan geen aanleiding geven noch tot het blokkeren noch tot het verwerpen van de beschikbare of niet-betwiste facturatie.
Art.4. Bijkomende facturaties waarvoor de gegevens nog niet beschikbaar zijn op het ogenblik van het versturen van de eerste facturatie, kunnen nadien worden overgezonden; zij zullen, in elk geval, verwijzen naar de eerste facturatie.
Art.5. De facturaties moeten steeds vermelden aan wie de betaling moet worden verricht en, eventueel, het of de corresponderende rekeningnummers.
Art.6. De vordering van de bedragen verschuldigd voor de gehospitaliseerde patiënten dient, vanaf 1 juli 1988, te geschieden overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.
Art.7. Dit besluit treedt in werking op 6 mei 1988.
Art. 8. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.