10 DECEMBER 1987. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze van betaling van de vergoedingen die verschuldigd zijn krachtens de op 3 juni 1970 gecoördineerde wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-03-1991 en tekstbijwerking tot 14-12-2017)
Art. 1-8
Artikel 1.§ 1. De tijdelijke vergoedingen die krachtens de op 3 juni 1970 gecoördineerde wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten verschuldigd zijn, zijn op dezelfde tijdstippen als de lonen betaalbaar.
§ 2. De jaarlijkse vergoedingen die krachtens de voornoemde wetten verschuldigd zijn, zijn maandelijks na vervallen termijn betaalbaar.
§ 3. Wanneer het maandelijks nettobedrag van de onder §§ 1 en 2 bedoelde bedragen echter kleiner is dan (76,65 EUR), worden deze driemaandelijks betaald. <KB 2001-12-11/45, art. 39, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Deze bepaling is niet van toepassing voor de door [1 Fedris]1 betaalde vergoedingen ten gunste van de beroepszieken die van een invaliditeitspensioen voor mijnwerkers genieten dat door het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers betaald wordt.
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 29, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.2. Het bedrag bedoeld onder artikel 1, § 3, is gekoppeld (aan het spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100)) en ontwikkelt zich in overeenstemming met de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971, houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. <KB 2001-12-11/45, art. 40, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art.3.De personen aan wie [2 Fedris]2 vergoedingen verschuldigd is, kunnen op hun aanvraag de uitbetaling ervan verkrijgen door overschrijving op hun rekening bij één van de in België gevestigde financiële instellingen die met [2 Fedris]2 een overeenkomst gesloten hebben waarvan het model door de Minister van Sociale Zaken wordt vastgesteld.
De overeenkomst bepaalt inzonderheid de onderscheiden verplichtingen [3 van Fedris]3 en van de financiële instellingen met betrekking tot het overschrijven van de vergoedingen en het crediteren van de rekening van de begunstigde; ze bepaalt eveneens de verplichtingen van de financiële instelling met betrekking tot de terugbetaling van ten onrechte overgeschreven bedragen.
Onder financiële instellingen worden verstaan :
1. [1 bpost]1 <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
2. de hierna vermelde openbare kredietinstellingen :
- de Algemene Spaar- en Lijfrentekas;
- het Gemeentekrediet van België;
- de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid;
- de Nationale Kas voor Beroepskrediet en
- het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet;
3. de gemeentelijke spaarkassen, de kredietinstellingen erkend door de Nationale Kas voor Beroepskrediet en de kassen erkend door het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet;
4. de banken onderworpen aan titel I van het koninklijk besluit nr. 185 van 9 juli 1935 op de bankcontrole en het uitgifteregime voor titels en effecten;
5. de private spaarkassen onderworpen aan de op 23 juni 1967 gecoördineerde bepalingen betreffende controle op private spaarkassen.
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
(2)<KB 2017-11-23/22, art. 29, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
(3)<KB 2017-11-23/22, art. 30, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.4.De in artikel 3, eerste lid, bedoelde aanvraag dient te worden gericht [1 aan Fedris]1 door middel van een formulier waarvan het model door de Minister van Sociale Zaken wordt vastgesteld. De financiële instelling mag dit formulier aan de noodwendigheden van haar organisatie aanpassen, zonder evenwel de inhoud ervan te wijzigen.
Dit formulier moet in drie exemplaren gesteld worden. Eén exemplaar, voorzien van het akkoord [2 van Fedris]2, wordt teruggestuurd naar de begunstigde, één ander naar de financiële instelling.
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 31, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
(2)<KB 2017-11-23/22, art. 32, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.5.De begunstigde kan op ieder ogenblik, door middel van een aangetekend schrijven gericht [1 aan Fedris]1, aan de betaling van zijn prestaties per overschrijving verzaken.
Deze verzaking heeft ten vroegste uitwerking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum van het aangetekend schrijven.
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 33, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.6. Het koninklijk besluit van 30 maart 1982 tot vaststelling van de wijze van betaling van de vergoedingen die verschuldigd zijn krachtens de op 3 juni 1970 gecoördineerde wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten wordt opgeheven.
Art.7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 8. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.