22 DECEMBER 1986. - Koninklijk besluit nr. 482 houdende maatregelen tot tijdelijke verhoging van de leeftijdsgrens voor het sluiten van leerovereenkomsten voor beroepen uitgeoefend door arbeiders in loondienst.
Art. 1-2, 2bis, 3-5
Artikel 1. De Koning bepaalt de voorwaarden waarin, tot (31 december 1992), met afwijking van artikel 4, tweede lid, van de wet van 19 juli 1983 op het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door arbeiders in loondienst, de leerovereenkomst kan worden gesloten na de leeftijd van 18 jaar en tot ten laatste de leeftijd van 21 jaar. <W 1992-07-20/31, art. 25, 002; Inwerkingtreding : 01-09-1992>
Art.2. Op voorstel van het bevoegd paritair leercomité bepaalt de Koning, binnen de grenzen vastgesteld door artikel 1, de leeftijdsgrens waarboven, in de betrokken sector, geen leerovereenkomst meer mag worden gesloten.
Hij kan bovendien, op het voorstel van het bevoegd paritair leercomité, de door artikel 1 bepaalde einddatum van (31 december 1992) vervroegen. <W 1992-07-20/31, art. 25, 002; Inwerkingtreding : 01-09-1992>
Art. 2bis. <W 1992-07-20/31, art. 25, 002; Inwerkingtreding : 01-09-1992> Op advies van de Nationale Arbeidsraad kan de Koning, bij een in Ministerraad overlegd besluit, de in de artikelen 1 en 2 bepaalde einddatum telkens met een jaar verschuiven.
Art.3. Van deze afwijking kan de werkgever slechts gebruik maken voor zover hij voldoet aan de aanwervingsvoorwaarden bepaald door de Koning.
Deze voorwaarden betreffen de verhouding tussen de tewerkstelling van leerlingen onder de 18 jaar en de aanwerving van leerlingen boven de 18 jaar.
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1987.
Art. 5. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.