16 JULI 1986. - Koninklijk besluit nr. 418 tot wijziging en opheffing van sommige wets- en verordeningsbepalingen inzake pensioen van de personeelsleden van de overheidsdiensten. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-07-1986 en tekstbijwerking tot 03-02-2006)
HOOFDSTUK I. Bepalingen betreffende het pensioen van sommige onderwijzers.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. Beperking van de gevolgen van de verjaring van schuldvorderingen wegens onverschuldigde uitbetaling van een pensioen.
Art. 3
HOOFDSTUK III. Comptabiliteit van de pensioenen van de personeelsleden van sommige instellingen van openbaar nut.
Art. 4
HOOFDSTUK IV. Bestemming van de afhoudingen op de rustpensioenen.
Art. 5-8
HOOFDSTUK V. Schorsing van het pensioen bij toekenning van een uitkering wegens loopbaanonderbreking of wegens het verminderen van de arbeidsprestaties. (opgeheven) <W 1994-04-05/34, art. 22, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1994>
Art. 9
HOOFDSTUK VI. Slotbepalingen.
Art. 10-11
HOOFDSTUK I. _ Bepalingen betreffende het pensioen van sommige onderwijzers.
Artikel 1. In afwijking van artikel 7, vierde lid, van de wet van 16 mei 1876 op de pensioenen der gemeenteleraars en -onderwijzers en hunner weduwen en wezen, en van artikel 8, eerste lid, van het koninklijk besluit van 31 december 1884 houdende verordening betrekkelijk de wijze van vereffening der pensioenen van de personen welke aan gemeentelijke onderwijsgestichten gehecht zijn en ene jaarwedde ontvangen op de gelden door de gemeentebegrotingen bewilligd, omvatten de wedden die verbonden zijn aan de betrekkingen uitgeoefend na de inwerkingtreding van dit besluit en die in aanmerking komen voor het vaststellen van de gemiddelde wedde die als grondslag dient voor de berekening van de pensioenen van de personeelsleden van het kleuter- en lager onderwijs en van het buitengewoon onderwijs dat aan die niveaus beantwoordt, de geldelijke voordelen niet meer die toegekend worden voor bijkomende of aanvullende werkzaamheden.
Onder bijkomende of aanvullende werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, moeten worden verstaan :
_ alle bewakings- of toezichtsactiviteiten, uitgeoefend binnen of buiten de schoolinstelling, buiten de normale lesuren;
_ het houden van de schoolbibliotheek;
_ de bijkomende of aanvullende lessen gegeven door een lid van het onderwijzend personeel aan de leerlingen van zijn klas;
_ de leiding over de bovenvermelde activiteiten en over alle bijkomende of aanvullende lessen.
Art.2. <Opheffingsbepaling>
HOOFDSTUK II. _ Beperking van de gevolgen van de verjaring van schuldvorderingen wegens onverschuldigde uitbetaling van een pensioen.
Art.3. <Wijzigingsbepaling>
HOOFDSTUK III. _ Comptabiliteit van de pensioenen van de personeelsleden van sommige instellingen van openbaar nut.
Art.4. <Wijzigingsbepaling>
HOOFDSTUK IV. _ Bestemming van de afhoudingen op de rustpensioenen.
Art.5. <Wijzigingsbepaling>
Art.6. <Wijzigingsbepaling>
Art.7. (Opgeheven) <W 2006-01-12/45, art. 45, 003 ; Inwerkingtreding : 01-01-2006>en tot instelling van een begrafenisvergoeding ten gunste van de rechthebbenden van gepensioneerde rijksambtenaren, worden ingeschreven op hetzelfde artikel van Titel IV van de Begroting van Pensioenen als de ontvangsten en de uitgaven betreffende de overlevingspensioenen ten laste van de Openbare Schatkist.
Art.8. Het op artikel 66.04.B van Titel IV van de Begroting van Pensioenen beschikbare saldo bij de inwerkingtreding van dit besluit, wordt op artikel 66.03.B van Titel IV van dezelfde Begroting gestort.
HOOFDSTUK V. _ Schorsing van het pensioen bij toekenning van een uitkering wegens loopbaanonderbreking of wegens het verminderen van de arbeidsprestaties. (opgeheven)
Art.9. (opgeheven) <W 1994-04-05/34, art. 22, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1994>
HOOFDSTUK VI. _ Slotbepalingen.
Art.10. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 11. Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.