9 DECEMBER 1986. - Koninklijk besluit houdende de uitvoeringsmodaliteiten van artikel 91 van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen.
Art. 1-4
Artikel 1. De in artikel 91, § 2, van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen bedoelde vreemde middelen in de vorm van deposito's, kasbons en obligaties, zijn die welke gesteld zijn in Belgische frank of in vreemde valuta's, zonder onderscheid naar de vorm ofde looptijd ervan of naar de hoedanigheid van de schuldeiser.
Art.2. <KB 1987-07-09/34, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 08-08-1987> Wanneer het kapitaal van de openbare kredietinstellingen eigendom is van verscheidene aandeelhouders, wordt het bedrag van de storting bedoeld in artikel 91, § 3, van dezelfde wet vastgesteld in verhouding tot het aandeel van de Staat in het kapitaal.
Het aan de Staat gestorte bedrag wordt, in voorkomend geval, in mindering gebracht van het aandeel in de winst dat die instellingen krachtens hun statuut aan de Staat verschuldigd zijn.
Onder eigen vermogen moet worden verstaan het vermogen dat aldus met betrekking tot de banken is bepaald in de besluiten van de Bankcomissie over het eigen vermogen, die ter uitvoering van het koninklijk besluit nr. 185 van 9 juli 1935 op de bankcontrole en het uitgifteregime voor titels en effecten, zijn vastgesteld.
Art.3. Het bedrag van de waarborgpremie en (het bedrag van de storting bedoeld in artikel 2) worden door de Minister van Financiën jaarlijks ter kennis gebracht van de betrokken instellingen, vóór 31 mei van het jaar na dat waarvoor die premie en die vergoeding verschuldigd zijn. <KB 1987-07-09/34, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 08-08-1987>De voor het jaar 1985 verschuldigde waarborgpremie wordt berekend op de vreemde middelen die op de balans per 31 december 1984 voorkomen.
De voor het jaar 1985 verschuldigde kapitaalvergoeding wordt berekend op de eigen middelen die op de balans per 31 december 1985 voorkomen.
Art. 4. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.