Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

2 AUGUSTUS 1985. - Koninklijk besluit houdende bepaalde regelen in verband met het afzonderlijk beheer en de boekhouding van de ziekenhuizen die afhangen van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, van een intercommunale vereniging of van een vereniging opgericht overeenkomstig hoofdstuk XII van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 04-01-1990 en tekstbijwerking tot 17-08-2012)



Inhoudstafel:


Art. 1-4, 4bis, 5-22, 22bis, 23-29



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1961022708  1964011004 



Uitvoeringsbesluit(en):

1989025170 



Artikels:

Artikel 1. De bepalingen van onderhavig besluit zijn van toepassing op de ziekenhuizen bedoeld door de wet van 23 december 1963 op de ziekenhuizen en afhangende van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of van een vereniging zoals nader bepaald in artikel 2 van dit besluit.
  Zij betreffen :
  1° de aktiviteiten die de elementen vormen voor het bepalen van de verpleegdagprijs bedoeld door artikel 5 van voormelde wet;
  2° de andere activiteiten in en door het ziekenhuis uitgeoefend;
  3° alle diensten die functioneel met het ziekenhuis verbonden zijn, in zoverre zij samen met dit ziekenhuis ressorteren onder de bevoegdheid van éénzelfde beheerder.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder :
  1° "de ziekenhuiswet" : de wet van 23 december 1963 op de ziekenhuizen;
  2° "de organieke wet" : de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
  3° "Ons besluit van 16 mei 1984" : het koninklijk besluit van 16 mei 1984 houdende bepaalde regelen in verband met de begroting van de ziekenhuizen die afhangen van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, van een intercommunale vereniging of van een vereniging opgericht overeenkomstig hoofdstuk XII van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
  4° "de vereniging" : de intercommunale vereniging bevattende één of meerdere openbare centra voor maatschappelijk welzijn of gemeenten, of de vereniging opgericht overeenkomstig hoofdstuk XII van de sub 2° vermelde wet;
  5° "de Raad" : de raad voor maatschappelijk welzijn van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn waarvan het betrokken ziekenhuis afhangt;
  6° "de Minister" : de Minister die de financiering van de exploitatie van de ziekenhuizen onder zijn bevoegdheid heeft.

Art.3.Elk ziekenhuis wordt afzonderlijk van de andere inrichtingen of diensten van het openbaar centrum of van de vereniging beheerd.
  Het beschikt over eigen financiële middelen die gescheiden zijn van die van het openbaar centrum of van de vereniging.

  GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN

Art. 3. VLAAMSE OVERHEID  <Opgeheven bij DVR 2012-06-29/15, art. 82, 1°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2013>

Art.4.§ 1. Het beheerscomité, belast met het afzonderlijk beheer van het ziekenhuis, bestaat uit de voorzitter en uit zes, acht of tien leden.
  Deze leden zijn :
  1° met raadgevende stem, de directeur van het ziekenhuis, de geneesheer verantwoordelijk voor de medische activiteiten, de persoon verantwoordelijk voor de verpleegkundige diensten, alsmede eventueel de persoon verantwoordelijk voor de administratief-financiële diensten en de persoon verantwoordelijk voor de technische diensten van het ziekenhuis. Zij worden hiertoe aangeduid door de Raad of door het bevoegd orgaan van de vereniging.
  2° met beraadslagende stem, in gelijk aantal als de onder 1° bedoelde aangeduide leden en de voorzitter niet medegerekend, hetzij leden van de Raad van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, hetzij uit leden hiervoor aangewezen door het bevoegd orgaan van de vereniging, naargelang van het geval;
  3° met raadgevende stemt een afgevaardigde van de gemeente wier openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn het ziekenhuis beheert.
  § 2. Met toepassing van artikel 94, § 2, tweede lid, van de organieke wet, worden, met uitzondering van de voorzitter, de leden van de Raad, geroepen om deel uit te maken van het beheerscomité van het ziekenhuis, aangewezen door de Raad bij geheime stemming en in één enkele stemronde, waarbij elk raadslid over één stem beschikt. Bij staking van stemmen is de oudste kandidaat in jaren aangesteld.
  Behoudens in geval van ontslag, zijn deze leden aangewezen voor de duur van hun mandaat als raadslid van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
  Wanneer één van die leden ophoudt deel uit te maken van het beheerscomité, wordt in zijn vervanging voorzien door de aanduiding van een lid dat voorgesteld was op dezelfde voordrachtakte waarvan sprake in artikel 11, § 1, van de organieke wet. Indien geen enkel lid van de Raad aan die voorwaarde voldoet, mag gelijk welk lid worden aangesteld.

  GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN

Art. 3. VLAAMSE OVERHEID  <Opgeheven bij DVR 2012-06-29/15, art. 82, 1°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2013>

Art. 4bis.<KB 1989-12-21/32, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-12-1989> § 1. Indien een saneringsplan dat krachtens artikel 133 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, voor een ziekenhuis afhangend van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn moet worden opgesteld, niet wordt ingediend, goedgekeurd of uitgevoerd overeenkomstig de door Ons uitgevaardigde regelen, wordt hiervan door de Minister kennis gegeven aan de Gemeenteraad van de gemeente waarvan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn het ziekenhuis beheert.
  § 2. Vanaf de eerste dag van de tweede maand volgend op die van de in § 1 bedoelde kennisgeving, wordt het beheerscomité van het ziekenhuis uitgebreid met deskundigen aangeduid door de Gemeenteraad van de gemeente waarvan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn het ziekenhuis beheert.
  § 3. Het aantal van de in § 2 bedoelde deskundigen mag niet meer bedragen dan één derde van het aantal leden bedoeld in artikel 4, § 1, tweede lid, 2°, de voorzitter meegerekend.
  § 4. De in § 2 bedoelde deskundigen hebben medebeslissende stem.
  § 5. De in § 2 bedoelde deskundigen moeten houder zijn van een diploma van licentiaat in de handelswetenschappen, van licentiaat in de economische wetenschappen, van handelsingenieur, van licentiaat in de ziekenhuiswetenschappen, of moeten het bewijs leveren van een ervaring van ten minste 5 jaar in een functie bedoeld in artikel 12 van de voormelde wet op de ziekenhuizen.
  De experten mogen geen ambtenaar of personeelslid zijn van de gemeente waarvan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn het ziekenhuis beheert, noch van het betrokken openbaar centrum zelf.
  § 6. Indien één of meer van de in § 2 bedoelde deskundigen het niet eens zijn met een door het beheerscomité genomen beslissing, moeten de beslissingen en de afwijkende standpunten van de betrokken deskundigen schriftelijk worden gemotiveerd en moeten de motiveringen van de afwijkende standpunten bij de beslissing worden gevoegd.

  GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN

Art. 3. VLAAMSE OVERHEID  <Opgeheven bij DVR 2012-06-29/15, art. 82, 2°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2013>

Art.5.§ 1. Overeenkomstig artikel 94, § 2, laatste lid, van de organieke wet, is de voorzitter van de Raad of zijn afgevaardigde van rechtswege voorzitter van het beheerscomité voor het ziekenhuis afhangende van een openbaar centrum.
  Dit beheerscomité wijst onder de leden, bedoeld in artikel 4, § 1, 2° van dit besluit, de persoon aan die zal fungeren als ondervoorzitter van het beheerscomité, en die belast is met het voorzitterschap van de vergaderingen, wanneer de voorzitter van de Raad of zijn afgevaardigde tijdelijk afwezig of verhinderd is.
  § 2. De vereniging duidt de persoon aan die zal fungeren als voorzitter van het beheerscomité en wijst onder de leden, bedoeld in artikel 4, § 1, 2°, van dit besluit, diegene aan die eventueel als ondervoorzitter zal optreden.
  § 3. Met het oog op het vervullen van zijn opdrachten kan het beheerscomité andere personen, al dan niet tewerkgesteld in het ziekenhuis, tot het bijwonen van zijn vergaderingen oproepen, om er als deskundigen betreffende bepaalde problemen gehoord te worden. Zij moeten de zaal verlaten vóór elke stemming of vooraleer het comité een beslissing neemt.

  GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN

Art. 3. VLAAMSE OVERHEID  <Opgeheven bij DVR 2012-06-29/15, art. 82, 3°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2013>

Art.6.Tenzij zij de bevoegdheid hiervoor aan het comité zelf hebben overgedragen, stellen de Raad of het bevoegd orgaan van de vereniging het huishoudelijk reglement van het ziekenhuis vast binnen twee maanden na toezending van een ontwerp hiervan, opgemaakt door het beheerscomité onmiddellijk na zijn installatie. Voormeld ontwerp dient gevoegd te worden bij het dossier dat aan de toezichthoudende overheid wordt overgelegd.

  GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN

Art. 3. VLAAMSE OVERHEID  <Opgeheven bij DVR 2012-06-29/15, art. 82, 3°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2013>

Art.7.Het beheerscomité vergadert in de zetel van het ziekenhuis na bijeenroeping door zijn voorzitter, telkens het nodig wordt bevonden en ten minste éénmaal per maand, op de dagen en uren vastgesteld door het huishoudelijk reglement.
  De voorzitter is ertoe gehouden, op aanvraag van één derde van de in artikel 4, § 1, 2° bedoelde leden, het comité binnen de acht dagen bijeen te roepen.
  In voorkomend geval worden op de uitnodiging voor de bijeenkomst de agendapunten vermeld die door deze leden voorafgaandelijk schriftelijk worden toegelicht.

  GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN

Art. 3. VLAAMSE OVERHEID  <Opgeheven bij DVR 2012-06-29/15, art. 82, 3°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2013>

Art.8.Behoudens andersluidende beschikkingen in het huishoudelijk reglement, zijn de bepalingen van de artikelen 30 tot en met 34 van de organieke wet van toepassing op de vergaderingen van het beheerscomité.

  GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN

Art. 3. VLAAMSE OVERHEID  <Opgeheven bij DVR 2012-06-29/15, art. 82, 3°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2013>

Art.9.§ 1. De bepalingen van artikel 94, §§ 3 tot 6, van de organieke wet zijn van toepassing voor de vereniging en het beheerscomité van haar ziekenhuis, tenzij de statuten van de vereniging andersluidende beschikkingen inhouden wat de bevoegdheden betreft.
  § 2. Het advies, bedoeld door artikel 94, § 6, van de organieke wet, dient te worden uitgebracht binnen de maand vanaf de dag waarop het beheerscomité het verzoek hierom ontvangen heeft.
  § 3. Het beheerscomité kan voorstellen indienen voor elke aangelegenheid van het ziekenhuis waarvoor de Raad of de algemene beheersorganen van de vereniging bevoegd gebleven zijn. Deze moeten zich daaromtrent uitspreken binnen twee maanden vanaf de dag waarop de voorstellen werden toegezonden. Bij ontstentenis van een beslissing binnen die termijn wordt het besluit houdende het voorstel van het comité als aangenomen beschouwd en wordt het, om uitvoerbaar verklaard te worden of om de nodige adviezen, machtigingen of goedkeuringen te ontvangen, rechtstreeks onderworpen aan de terzake bevoegde toezichthoudende overheden. Deze geven kennis van deze overmaking aan de Raad en aan de vereniging en delen aan deze tevens een afschrift van de door hen genomen beslissing mede.

  GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN

Art. 3. VLAAMSE OVERHEID  <Opgeheven bij DVR 2012-06-29/15, art. 82, 3°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2013>

Art.10. § 1. In ieder ziekenhuis is een directeur. De directeur neemt het secretariaat waar van het beheerscomité.
  § 2. De directeur is belast met de algemene leiding van de dagelijkse werking van het ziekenhuis. Hij voert tevens de taken uit die hem door het beheerscomité worden opgedragen.
  § 3. Behoudens de uitzonderingen bepaald door het beheerscomité, worden alle stukken uitgaande van het ziekenhuis door hem ondertekend of door het personeelslid waaraan hij, met het akkoord van het beheerscomité, hiervoor schriftelijk een bijzondere delegatie heeft gegeven.

Art.11. § 1. Met het oog op de toepassing van de artikelen 26bis en 88 van de organieke wet, stelt het beheerscomité het ontwerp van begroting voor het ziekenhuis op en deelt het dit vóór 15 juli van het jaar dat aan het dienstjaar voorafgaat mede aan de Raad of aan de vereniging.
  § 2. Indien de begroting niet tijdig kon worden goedgekeurd en in zoverre het college van burgemeester en schepenen, respectievelijk de colleges van burgemeester en schepenen, respectievelijk de colleges van burgemeester en schepenen van de in artikel 88 van de organieke wet bedoelde gemeenten, geen behoorlijk gemotiveerd verzet hebben doen gelden, kunnen het beheerscomité en de penningmeester van het ziekenhuis onderscheidenlijk de strikt verplichte uitgaven, zomede die welke voor de normale gang van de inrichting onontbeerlijk zijn, aanwenden en vereffenen, op voorwaarde dat het gaat om uitgaven waarvan het belang of het beginsel voorheen door de hogere overheid werd aangenomen of goedgekeurd.
  De bedoelde aanwendingen en betalingen mogen evenwel, voor iedere sinds de opening van het dienstjaar verlopen of begonnen maand, een twaalfde gedeelte van de voorziene uitgaven op de exploitatiebegroting van het voorgaande dienstjaar niet overschrijden.

Art.12. § 1. Behoudens de toepassing van § 2 van dit artikel wordt de funktie van penningmeester uitgeoefend door de ontvanger van het betrokken openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of van de vereniging.
  De penningmeester verricht de ontvangsten en uitgaven van het ziekenhuis en moet rekening en verantwoording over de geldomzet afleggen aan het beheerscomité.
  Hij is belast met het opmaken van de thesaurievooruitzichten bedoeld door artikel 7 van Ons besluit van 16 mei 1984.
  De voorschriften die, wat de vervanging bij afwezigheid, de eindrekening en de kastekorten betreft, inzake de gemeentecomptabiliteit gelden voor het uitoefenen van de funktie van ontvanger, zijn toepasselijk op de penningmeester van het ziekenhuis. Evenzo gelden voor het vervullen van zijn opdracht, de bepalingen van de artikelen 92 en 115 van de organieke wet, met dien verstande dat, waar het hoort, het beheerscomité optreedt in plaats van de Raad, en voor zoverre deze bepalingen niet in strijd zijn met Ons besluit van 16 mei 1984.
  § 2. Tenzij de Raad of de vereniging, na advies of op voorstel van het beheerscomité, een bijzondere ontvanger voor het ziekenhuis aanwerft of benoemt, kunnen, indien de dienstnoodwendigheden dit vereisen, één of meer personeelsleden belast worden met bepaalde taken van de penningmeester en hun functie uitoefenen onder zijn toezicht en onder zijn verantwoordelijkheid.

Art.13. Alvorens door de Raad, het bevoegd orgaan van de vereniging of het beheerscomité een beslissing betreffende het ziekenhuis wordt genomen, wordt de financiële weerslag ervan ten aanzien van de begroting onderzocht; het verslag wordt bij de desbetreffende beslissing gevoegd.

Art.14. De boekhouding van het ziekenhuis wordt gevoerd door een daartoe speciaal aangesteld personeelslid, hierna "rekenplichtige" genoemd.
  Er is onverenigbaarheid tussen de funktie van penningmeester bedoeld door artikel 12 van dit besluit en de funktie van rekenplichtige.
  Benevens de uitvoering van de taken die hem door dit besluit en door Ons besluit van 16 mei 1984 zijn opgelegd en van die welke beschreven zijn in het huishoudelijk reglement, is de rekenplichtige verplicht zich te gedragen naar de onderrichtingen die hem gegeven worden door de directeur.

Art.15. Wanneer er vóór hun aanwending geen contract voor gesloten werd of geen aanbesteding ervoor gehouden werd, geven de uitgaven voor werken, leveringen en diensten aanleiding tot het opmaken van bestelbons.
  Deze bons moeten, alvorens ten uitvoer te worden gelegd, geviseerd worden door de voorzitter of door het door hem afgevaardigd lid van het beheerscomité. De handtekening van de directeur volstaat evenwel voor de tenuitvoerlegging van de bestelbons betreffende de uitgaven die een door het beheerscomité bepaald bedrag niet overschrijden.

Art.16. § 1. Teneinde hen betaalbaar te stellen wordt op de uitgaafstukken melding gemaakt van het betrokken begrotingsartikel en alsmede van de toestemming tot betalen, gegeven, naargelang van het geval, door de voorzitter, door het afgevaardigd lid of door de directeur.
  § 2. De toestemming tot betalen kan factuur per factuur of op een collectief document worden gegeven.

Art.17. De giro-orders, checks of postassignaties worden door de penningmeester en door de rekenplichtige ondertekend.

Art.18. Het ziekenhuis mag een uitgaven in rekening opnemen die door andere diensten of inrichtingen van het openbaar centrum of van de vereniging aangewend worden en die aan het ziekenhuis vreemd zijn.
  Het ziekenhuis rekent aan de bevoordeligde dienst of inrichting de uitgaven aan die in het kader van zijn normale aktiviteit voor het openbaar centrum of de vereniging zelf of voor andere diensten of inrichtingen hiervan worden gedaan.

Art.19. Het beheerscomité stelt één of meer van zijn leden aan bedoeld door artikel 4, § 1, 2°, van dit besluit, die ertoe gehouden zijn op het einde van elke trimester de kas en de boeken van de penningmeester na te zien en proces-verbaal van hun vaststellingen op te maken naar een door de Minister opgelegd formulier.
  Dit proces verbaal wordt onverwijld overgemaakt aan het beheerscomité, alsmede, naargelang van het geval, aan de Raad en het college van burgemeester en schepenen van de gemeente die de gebiedsomschrijving van het betrokken openbaar centrum vormt of aan de vereniging en de colleges van burgemeester en schepenen van de gemeenten die in die vereniging betrokken zijn.

Art.20. De boekhouding van het ziekenhuis wordt per 31 december van elk jaar afgesloten.
  Ten laatste op 1 april worden de rekeningen over het afgelopen dienstjaar door de rekenplichtige opgemaakt en voor echt en gelijkvormig aan de schrifturen verklaard. Tot die rekeningen behoren de exploitatierekening, de winst- en verliesrekening, en de balans die opgesteld worden volgens het eenvormig boekhoudkundig plan.
  Per 31 december maakt de penningmeester de staten van de inkomsten en uitgaven van het afgelopen jaar op. Die bescheiden worden voor echt en overeenkomstig de rekening- en verantwoordingsstukken gewaarmerkt.
  De bovenbedoelde rekeningen en staten worden door alle leden van het beheerscomité geviseerd, onder bijvoeging van een verslag opgemaakt door de penningmeester en door de rekenplichtige, voor ieder wat hem betreft, over het beheer gedurende het afgelopen dienstjaar.
  Het volledig dossier wordt vóór 1 mei volgend op het sluiten van het dienstjaar doorgestuurd naar de Raad of de vereniging, die de rekeningen en ontvangst- en uitgaafstaten van het ziekenhuis definitief vaststelt. Deze worden daarna onderworpen aan de goedkeuring van de toezichthoudende overheden zoals bepaald bij artikel 89 van de organieke wet.

Art.21. De overheid die zich met betrekking tot een beslissing van het beheerscomité moet uitspreken, een ongunstig advies verleent of haar machtiging of goedkeuring onthoudt, moet haar beslissing motiveren.
  Zij wordt geacht akkoord te gaan met het beheerscomité, inzonderheid een gunstig advies of de vereiste goedkeuring of machtiging te hebben verleend, indien zij haar andersluidende beslissing niet ter kennis heeft gebracht binnen de bij dit besluit of bij de organieke wet uitdrukkelijk bepaalde termijn.
  Wanneer geen termijn is bepaald, bedraagt deze drie maanden vanaf de dag waarop de akte aan de bevoegde overheid werd toegezonden.

Art.22. De artikelen 111, § 3, en 112 van de organieke wet zijn van toepassing op de beslissingen van het beheerscomité.
  Evenzo kan ten overstaan van de leden van het beheerscomité en de personeelsleden van het ziekenhuis zo nodig toepassing worden gemaakt van de bepalingen van artikel 113 van de organieke wet.

Art. 22bis. <KB 1989-12-21/32, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-12-1989> Zolang de beheersrekening van het ziekenhuis financieel niet in evenwicht is, worden de bevoegdheden van de Raad ten aanzien van het ziekenhuis uitgeoefend door het beheerscomité.
  Aan de in het vorige lid bedoelde overdracht van bevoegdheden komt een einde zodra de beheersrekeningen van het ziekenhuis financieel weer in evenwicht zijn.

Art.23. Op de aanvangsdatum van de werking van een nieuw ziekenhuis door hen opgericht, maken het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of de vereniging voor het bedoeld ziekenhuis een algemene inventaris en een aanvangsbalans op, volgens de regels door de Minister vastgesteld.
  Binnen de dertig dagen na de datum waarop zij werd opgemaakt, wordt de aanvangsbalans voor voorlopige goedkeuring overgelegd, naargelang van het geval, aan de Raad of aan het bevoegd orgaan van de vereniging.
  Binnen tien dagen na het verstrijken van die eerste termijn wordt een voor eensluitend verklaard afschrift van die balans door de zorgen van het openbaar centrum of van de vereniging overgemaakt aan de Minister en aan de gemeenteraad of -raden van de gemeenten bedoeld door artikel 19, tweede lid, van dit besluit.
  Het advies van deze laatste moet aan de Minister worden doorgestuurd binnen twintig dagen na ontvangst van het bedoeld afschrift, bij gebreke waarvan het als gunstig zal worden beschouwd.
  Na eventueel de activa en passiva ervan te hebben aangepast, spreekt de Minister zich over de definitieve goedkeuring van de aanvangsbalans uit binnen zestig dagen na de ontvangst van het bovenbedoeld afschrift. Indien bij het verstrijken van die termijn geen beslissing getroffen werd, wordt de balans als goedgekeurd beschouwd.

Art.24. Bij de likwidatie van het ziekenhuis wordt een algemene inventaris opgemaakt en tevens een eindrekening omvattende de balans, de winst- en verliesrekening en de exploitatierekening van het lopende dienstjaar.
  Nadat die rekening aan de voor de gewone rekeningen vereiste adviezen en goedkeuringen werd onderworpen, worden de activa en passiva van het ziekenhuis overgenomen door, naargelang van het geval, het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of de vereniging.

Art.25. De Minister kan alle modellen van begroting, rekeningen, rekeningboeken en andere documenten opleggen die voor de ziekenhuizen door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de verenigingen en de beheerscomités moeten worden gebruikt.
  Hij kan eveneens de door de betrokken besturen voorgestelde modellen goedkeuren.

Art.26. Wanneer het ziekenhuis ten dienste staat voor het onderwijs in de medische wetenschappen, kunnen de modaliteiten van de samenwerking geregeld worden door een overeenkomst tussen het betrokken openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of de betrokken vereniging en de universiteit, onverminderd de bepalingen van de artikelen 1 tot 3, 11, 12, 13, 14, 18, 19, 20, 21 tot 25 van onderhavig besluit, die van toepassing blijven.
  De bedoelde overeenkomst is onderworpen aan de goedkeuring van de Minister.

Art.27. Zijn opgeheven :
  1° het koninklijk besluit van 27 februari 1961 houdende de regelen inzake het afzonderlijk beheer, het houden van de inventarissen en het houden van de boekhouding voor de verzorgingsinstellingen van de commissies van openbare onderstand;
  2° het koninklijk besluit van 10 januari 1964 betreffende het afzonderlijk beheer der verzorgingsinstellingen van de commissies van openbare onderstand.

Art.28. Dit besluit treedt in werking op de datum van publikatie in het Belgisch Staatsblad, behoudens artikel 4 dat uitwerking heeft op de dag van de eerstvolgende installatie van de raad van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, of van het bevoegd orgaan van de vereniging.
  Tot aan de eerstvolgende installatie van de Raad of van het bevoegd orgaan van de vereniging blijft het bestaande beheerscomité verder functioneren.

Art. 29. Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Staatssecretaris voor Volksgezondheid en Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.