Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

14 JUNI 1985. - Koninklijk besluit houdende organisatie en werking van het Instituut voor veterinaire keuring.



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1986025180  1999022283  2002022005 



Artikels:

Artikel 1. Het Instituut voor veterinaire keuring, hierna het " Instituut " genoemd, is belast met de uitvoering van de taken bedoeld in artikel 2 van de wet van 13 juli 1981 tot oprichting van een Instituut voor veterinaire keuring, alsook van alle andere taken welke in uitvoering van de wetten en reglementen eraan zullen worden toevertrouwd.

Art.2. Alle titularissen van de graden waarvoor het diploma van dierenarts is vereist hebben de hoedanigheid van keurder, die vereist is voor de uitvoering van de wetten van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel en van 15 april 1965 betreffende de keuring van en de handel in vis, gevogelte, konijnen en wild, en tot wijziging van de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel.

Art.3. § 1. Het Instituut wordt beheerd door de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort. Het advies van de Minister die de Landbouw onder zijn bevoegdheid heeft, is nochtans vereist voor iedere beslissing die de Landbouw aanbelangt, en genomen is bij toepassing van het bepaalde bij artikel 2, § 2, 2° en 4°, van de vorenvermelde wet van 13 juli 1981. Indien het advies niet gevolgd wordt, wordt de Minister die de Landbouw onder zijn bevoegdheid heeft hiervan zonder verwijl verwittigd en kan hij de beslissing binnen de maand voorleggen aan de Ministerraad.
  § 2. Het dagelijks beheer van het Instituut wordt waargenomen door de leidend ambtenaar bijgestaan door de adjunct-leidend ambtenaar. (Zij staan in voor de coördinatie tussen het Instituut en het Ministerie van Volksgezondheid en Gezin.) <KB 14-07-1986, art. 1, 1°>
  § 3. De taken toebedeeld aan het Instituut worden (waargenomen) door enerzijds het hoofdbestuur, onderverdeeld in twee besturen, namelijk het bestuur der algemene diensten en het bestuur van de inspectiediensten, en anderzijds de inspectiediensten onderverdeeld in keurkringen verspreid over het ganse land. Het aantal keurkringen is volgens de behoeften door de Minister vastgesteld. <KB 14-07-1986, art. 1, 2°>
  § 4. Het bestuur van de inspectiediensten is belast met de taken inzake sanitaire inspectie en controle betreffende :
  a) slachtvlees;
  b) vlees en gevogelte, wild en konijn;
  c) vis;
  d) de uitvoering van elke wetgeving betreffende de gezondheid van mens en dier.
  § 5. Het bestuur der algemene diensten is belast met de taken betreffende :
  a) het personeel en de organisatie;
  b) het economaat, de boekhouding en de geschillen;
  c) het secretariaat van de raden en commissies;
  d) de andere opdrachten niet bedoeld onder § 4.
  § 6. De inspecteur-generaal van het hoofdbestuur heeft de leiding van het bestuur voor de inspectiediensten.
  De bestuursdirecteur heeft de leiding van het bestuur van de algemene diensten.

Art.4. Ten einde de daadwerkelijke samenwerking en deelname van het Ministerie van Landbouw aan de uitvoering van de taken bedoeld bij artikel 2, § 2, 2° en 4°, van de wet van 13 juli 1981 tot oprichting van een Instituut voor veterinaire keuring te verzekeren, worden zes ambtenaren van niveau 1, waarvan twee met hoogstens rang 13, van het Ministerie van Landbouw, bij genoemd Instituut gedetacheerd.
  De bezoldigingen van de ambtenaren bedoeld bij het eerste lid van dit artikel worden aan de Schatkist teruggestort door het Instituut voor veterinaire keuring dat zelf al de overige onkosten van deze detachering rechtstreeks ten laste neemt.

Art.5. § 1. De coördinatie tussen de keurkringen van het Franse en het Duitse taalgebied enerzijds en die van het Nederlands taalgebied anderzijds, wordt verzekerd door de inspecteurs-generaal van de inspectiediensten.
  § 2. Elke keurkring wordt geleid door een hoofd van de keurkring, die de graad heeft van hoofdinspecteur-directeur of e.a. inspecteurhoofd van dienst, aangeduid door de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort.
  § 3. De Minister die het Instituut beheert, bepaalt naargelang van het werkvolume de gebiedsomschrijving van de keurkring. (Deze gebiedsomschrijving kan één of meer gerechtelijke arrondissementen of kantons of gedeelten van kantons omvatten.) <KB 14-07-1986, art. 2, 1°>
  § 4. Elke keurkring heeft een administratieve zetel. Hij beschikt over administratief en inspectiepersoneel onder leiding van het hoofd van de keurkring.
  Deze laatste oefent gezag uit over de inspecteurs-keurder, over de controleurs, de technische helpers en het administratief personeel verbonden aan de keurkring, evenals over de dierenartsen die (in toepassing van de artikelen 8 en 36, § 3 van de wet van 13 juli 1981 tot oprichting van een Instituut voor veterinaire keuring) met een opdracht zijn belast in de keurkring. <KB 14-07-1986, art. 2, 2°>
  (Overeenkomstig de behoeften van de dienst organiseert het hoofd van de keurkring het werk van de in het voorgaande lid bedoelde dierenartsen die belast zijn met een opdracht door de Minister.
  Bij afwezigheid of ontstentenis van het hoofd van de kring, wordt de keurkring geleid door de ambtenaar daartoe aangesteld door de Minister.) <KB 14-07-1986, art. 2, 3°>
  Hij neemt alle maatregelen om de ononderbroken uitvoering van de dagelijkse taken te waarborgen.
  § 5. (opgeheven) <KB 14-07-1986, art. 2, 4°>

Art.6. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 7. Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Staatssecretaris voor Volksgezondheid en Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.