21 JUNI 1985. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten in de inwendige geneeskunde met bijzondere bevoegdheid in de geriatrie, alsmede van de stagemeesters en de stagediensten in de geriatrie. (Het arrest nr. 53694 van de Raad van State vernietigt het ministerieel besluit; zie B.St. 05-10-1995, blz. 28344)
Art. 1-2, N
Artikel 1. In de bijlage van dit besluit worden vastgesteld :
a) de bijzondere criteria voor de opleiding en de erkenning van de geneesheren-specialisten in de inwendige geneeskunde met bijzondere bevoegdheid in de geriatrie;
b) de bijzondere erkenningscriteria voor de stagemeesters in de geriatrie;
c) de bijzondere criteria voor de erkenning van stagediensten in de geriatrie.
Art.2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. N. _ Bijlage IA. Criteria voor opleiding en erkenning van de bijzondere bevoegdheid in de geriatrie.
1. De kandidaat moet erkend specialist zijn in de inwendige geneeskunde en deze erkenning behouden na het bekomen van de bijzondere bevoegdheid.
2. De duur van de opleiding bedraagt ten minste één jaar in één of meer daartoe erkende diensten na het beëindigen van de opleiding tot specialist in de inwendige geneeskunde.
3. Ten minste één keer tijdens het jaar specifieke opleiding moet de kandidaat een mededeling doen in een wetenschappelijke vergadering of een artikel publiceren over een geriatrisch onderwerp.
4. Een geneesheer-specialist in de inwendige geneeskunde die :
a) ofwel, na zijn erkenning, gedurende ten minste vier jaar de geriatrie als hoofdaktiviteit heeft beoefend in een dienst die in zijn werking overeenstemt met een dienst voor geriatrie (G), zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 12 april 1984 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd;
b) ofwel, gedurende of na zijn opleiding in de inwendige geneeskunde, één jaar stage heeft gevolgd in een dienst geriatrie zoals bedoeld onder punt a) en daarna gedurende ten minste twee jaar een dergelijke dienst heeft geleid of er een andere verantwoordelijke funktie als hoofdaktiviteit heeft uitgeoefend;
c) en daarenboven algemeen bekend is om zijn bijzondere bevoegdheid in de geriatrie;kan, als overgangsmaatregel, geldig gedurende (drie jaar) na de bekendmaking van deze criteria, een erkenning aanvragen van bevoegdheid in de geriatrie. <MB 1987-03-10/31, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 29-06-1985>
5. De aanvraag tot erkenning wordt voorgelegd aan de bevoegde kamer van de erkenningscommissie voor inwendige geneeskunde. Voor het uitoefenen van deze bijzondere opdracht van de Kamer, worden door de Minister vier geneesheren aangeduid, specialisten in de inwendige geneeskunde, van wie algemeen bekend is dat zij bekwaam zijn in de geriatrie of die er reeds een erkende bevoegdheid in hebben verworven, om de beraadslaging met raadgevende stem bij te wonen.
B. Criteria voor erkenning van stagemeesters in de geriatrie.
1. De stagemeester moet aan de algemene criteria voor stagemeesters beantwoorden.
2. De stagemeester moet voltijds (ten minste acht tienden van de normale beroepsactiviteit) in zijn dienst werkzaam zijn en het grootste deel van zijn tijd besteden aan klinische, poliklinische en technische activiteiten in zijn bevoegdheid.
3. De stagemeester mag opleiding geven aan kandidaten à rato van één per 24 bedden. (Dit aantal kandidaten wordt toegevoegd aan het aantal dat in de inwendige geneeskunde in de dienst mag worden opgeleid, althans indien deze daartoe eveneens is erkend.) <MB 1985-10-10/31, art. 1, 002>
4. De stagemeester die, sedert ten minste 8 jaar een erkenning van bijzondere bevoegdheid in de geriatrie heeft verworven, moet voltijdse (ten minste acht tienden van de normale beroepsactiviteit) medewerkers hebben, namelijk één medewerker tot 48 bedden, of meer volgens het belang van de werkzaamheden in de dienst.
De medewerkers, die aan het vereiste minimum aantal beantwoorden, moeten blijk geven van een volgehouden wetenschappelijke belangstelling en sedert ten minste vijf jaar een erkenning van bijzondere bevoegdheid in de geriatrie bezitten.
5. In elk geval moet de opleiding van de kandidaten voltijds verzekerd worden.
6. De stagemeester moet aan de kandidaten die hij opleidt, toelaten deel te nemen aan de werkzaamheden betreffende geriatrische patienten in andere diensten in dezelfde inrichting.
7. De stagemeester moet in dezelfde inrichting beschikken over een polikliniek waaraan de kandidaten zullen meewerken. Hij zal hen inschakelen in de activiteiten van de wachtdienst van de afdeling inwendige geneeskunde.
8. De stagemeester zal zorgen voor een regelmatig overleg met de huisartsen inzake de geneeskundige verzorging thuis, in de rustoorden en in de rust- en verzorgingstehuizen.
9. Als overgangsmaatregel, geldig gedurende tien jaar na de bekendmaking van deze criteria en bij ontstentenis van een voldoende aantal geneesheren-specialisten in de inwendige geneeskunde, die een bijzondere erkenning in de geriatrie bekomen hebben, zal de anciënniteit van de stagemeesters en hun medewerkers, zoals bedoeld in punt B.4 niet van toepassing zijn.
C. Criteria voor erkenning van de stagediensten.
1. De dienst moet aan de algemene criteria voor erkenning van de stagediensten beantwoorden.
2. De dienst moet alle gebieden van de geriatrie omvatten, zonder voorafgaande selectie van de gevallen.
Eventueel kunnen korte rotatiestages in bijzondere instellingen wenselijk zijn.
3. De stagedienst moet beschikken over ten minste 48 bedden, alsmede over een polikliniek.
4. De dienst moet een aangepaste infrastructuur bezitten alsmede het aantal medewerkers voorzien onder punt B.4, om een wetenschappelijk gefundeerde geneeskunde te waarborgen.
5. De dienst moet een functionele band hebben met de dienst inwendige geneeskunde en moet zijn patiënten kunnen doen opnemen in een eenheid voor intensieve zorgen met aangepaste uitrusting en vaste medische aanwezigheid.
6. Elke stagedienst moet de registratie van de patiënten en hun medische dossiers bijhouden, met een tweede classificatie volgens diagnose.