23 SEPTEMBER 1985. - Koninklijk besluit waarbij aan de V.Z.W. Institut médico-pédagogique l'Espéranderie, te Péruwelz, een tijdelijke afwijking wordt verleend van sommige bepalingen van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen en van de arbeidswet van 16 maart 1971 in het kader van een experiment tot aanpassing van de arbeidstijd.
Art. 1-8
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werknemers van de V.Z.W. Institut médico-pédagogique l'Espéranderie, te Péruwelz, die zullen worden tewerkgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 2.1.1. van de overeenkomst tot aanpassing van de arbeidstijd, gesloten tussen de V.Z.W. Institut médico-pédagogique l'Espéranderie, te Péruwelz, de leden van de vakbondsafvaardiging van de werknemers van voormelde onderneming en de representatieve werknemersorganisaties en medeondertekend door de Minister van Tewerkstelling en Arbeid, (gewijzigd door aanvullende overeenkomsten), en op hun werkgever. <KB 1989-11-06/30, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 31-07-1989>
Art.2. De procedure zoals bedoeld bij artikel 11 van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen moet niet worden gevolgd bij het invoeren van de uurregeling zoals vermeld in artikel 2.1.1. van de bij artikel 1 bedoelde overeenkomst tot aanpassing van de arbeidstijd.
Art.3. § 1. De bij artikel 1 bedoelde werkgever kan afwijken van artikel 20 van de arbeidswet van 16 maart 1971, zonder dat de dagelijkse arbeidsduur de grenzen vastgesteld bij artikel 2.1.1. van de bij artikel 1 bedoelde overeenkomst tot aanpassing van de arbeidstijd mag overschrijden.
De grens van elf uren vastgesteld bij artikel 27 van dezelfde wet, kan op ten hoogste twaalf uren worden gebracht.
De grens van vijftig uren, vastgesteld bij artikel 27 van dezelfde wet kan worden overschreden teneinde de toepassing mogelijk te maken van de arbeidsregelingen overeenkomstig artikel 2.1.1. van de bij artikel 1 bedoelde overeenkomst tot aanpassing van de arbeidstijd.
§ 2. De bij § 1 bedoelde overschrijdingen zijn maar toegelaten op voorwaarde dat er over een periode van een jaar gemiddeld niet meer wordt gewerkt dan achtendertig uren per week.
§ 3. De dagelijkse grenzen van de arbeidsduur hoger dan negen uren en vastgesteld bij artikel 2.1.1. van de bij artikel 1 bedoelde overeenkomst tot aanpassing van de arbeidstijd, de grens van twaalf uren per dag en van gemiddeld achtendertig uren per week, komen eveneens in aanmerking voor de toepassing van artikel 29, § 2, van dezelfde wet.
Art.4. De bij de artikelen 2 en 3 bedoelde afwijkingen worden enkel toegestaan voor de duur van het experiment tot aanpassing van de arbeidstijd, zoals omschreven door de bij artikel 1 bedoelde overeenkomst tot aanpassing van de arbeidstijd (...). <KB 1990-11-16/37, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 31-07-1990>
Art.5. De bij de artikelen 2 en 3 bedoelde afwijkingen worden enkel toegestaan in de mate dat de V.Z.W. Institut médico-pédagogique l'Espéranderie, te Péruwelz, voldoet aan de verplichtingen die voortvloeien uit het koninklijk besluit nr. 230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces, en voor zover voornoemde onderneming de overeenkomst tot aanpassing van de arbeidstijd zoals bedoeld bij artikel 1 van dit besluit respecteert.
Art.6. Het Hulpfonds voor de experimenten voor aanpassing van de arbeidstijd wordt ermede belast de werkingskosten die aan de indienstneming van bijkomende werknemers verbonden zijn te betalen overeenkomstig de artikelen 9 en 10 van het koninklijk besluit van 20 mei 1983 tot uitvoering van het koninklijk besluit nr. 179 van 30 december 1982 betreffende de experimenten voor aanpassing van de arbeidstijd in de ondernemingen met het oog op een herverdeling van de beschikbare arbeid.
Art.7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 augustus 1985.
Art. 8. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.