Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

15 APRIL 1985. - Koninklijk besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit nr. 206 van 29 augustus 1983 tot regeling van de berekening van het pensioen van de openbare sector voor diensten met onvolledige opdracht.



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De personen die gebruik wensen te maken van de bewijslevering voorzien bij artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit nr. 206 van 29 augustus 1983 tot regeling van de berekening van het pensioen van de openbare sector voor diensten met onvolledige opdracht, zijn ertoe gehouden om de instelling belast met de vereffening van hun pensioen daarvan schriftelijk te verwittigen.

Art.2. § 1. De bewijsstukken moeten bestaan uit getuigschriften afgeleverd door de met het beheer van de administratieve of geldelijke loopbaan van de betrokkene belaste overheid, hetzij op grond van haar eigen archieven, hetzij, op grond van ieder document, verklaring of getuigschrift van een andere herkomst, met inbegrip van de persoonlijke archieven van de betrokkene, dat door de voormelde overheid als bewijskrachtig beschouwd wordt.
  Wat betreft het personeel van het onderwijs, mogen de voormelde getuigschriften eveneens uitgaan van de inrichtende macht, doch zij moeten, naargelang van het geval, voor goedkeuring geviseerd zijn hetzij door de schoolinspectiedienst, hetzij door de verificatiedienst, hetzij door de Regeringsafgevaardigde.
  Geen enkel bewijs moet worden geleverd wat de diensten betreft waarvoor de in het pensioendossier berustende documenten de door § 2 van dit artikel vereiste elementen bevatten, evenals voor de ambten die omwille van hun aard en het tijdperk gedurende welke zij werden verricht, slechts een volledige opdracht konden omvatten.
  § 2. Om geldig te zijn moeten de in § 1 voorziene getuigschriften melding maken van de aard van de uitgeoefende functies, evenals van de in uren uitgedrukte omvang ervan en de begin- en einddata van de periodes waarop deze getuigschriften betrekking hebben. Voor de ambten met onvolledige opdracht, moeten de getuigschriften bovendien het aantal uren vermelden dat overeenstemt met een volledige opdracht.

Art.3. De herziening uitgevoerd op grond van getuigschriften die de instelling belast met de vereffening van het pensioen bereikt hebben uiterlijk bij het verstrijken van een termijn van twaalf maanden te rekenen vanaf de verzendingsdatum van de kennisgeving aan de betrokkenen van de elementen die tot grondslag, gediend hebben voor de berekening van hun pensioen, heeft uitwerking vanaf de ingangsdatum van het pensioen.
  De herziening voortvloeiend uit getuigschriften ontvangen na het verstrijken van die termijn, heeft uitwerking op de eerste dag van de maand die volgt op die gedurende welke zij door de voormelde instelling werden ontvangen.

Art.4. De bepalingen van het koninklijk besluit nr. 206 van 29 augustus 1983 zijn van toepassing op de overlevingspensioenen die ingaan vanaf 1 juni 1984 en die worden verleend aan de rechtverkrijgenden van personen wier loopbaan beëindigd werd na 31 december 1983.

Art.5. Wat de personen betreft die op de datum van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad reeds de kennisgeving hebben ontvangen van de elementen die tot grondslag hebben gediend voor de berekening van hun pensioen, gaat de in de artikel 3, eerste lid, bedoelde termijn slechts op de voormelde datum.

Art. 6. Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 15 april 1985.
  BOUDEWIJN
  Van Koniningswege :
  De Minister van Sociale Zaken,
  J.-L. DEHAENE
  De Staatssecretaris voor Pensioenen,
  P. MAINIL