Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

12 AUGUSTUS 1985. _ Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 47 van de herstelwet van 31 juli 1984 wat de belastingvrijstelling wegens verhoging van het personeelsbestand betreft.



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van artikel 47 van de herstelwet van 31 juli 1984:
  1° wordt onder referentietijdperk verstaan, het belastbaar tijdperk dat laatst voorafgaat aan datgene waarin de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in gezegd artikel 47, §§ 1 en 2, voor de betrokken onderneming in werking is getreden;
  2° is het gemiddelde personeelsbestand van een onderneming voor een bepaald belastbaar tijdperk gelijk aan het quotiënt, bekomen door het totaal van de werkdagen, tijdens dat tijdperk in die onderneming gepresteerd en tot voltijdse werkdagen omgerekend, te delen door het aantal voltijdse werkdagen dat een werknemer tijdens dat tijdperk normaliter kan presteren;
  3° worden de nettoverhoging van het personeelsbestand en de vermindering ervan in volle eenheden vastgesteld, waarbij fracties van eenheden voor een volle eenheid worden gerekend of worden weggelaten naar gelang zij 0,5 of meer dan wel minder dan 0,5 van een eenheid bereiken.

Art.2. § 1. Bij verrichtingen als bedoeld in de artikelen 40 en 124 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen worden de nettoverhoging van het personeelsbestand en de vermindering ervan vastgesteld alsof die verrichtingen niet hadden plaatsgevonden.
  § 2. Buiten de gevallen bedoeld in § 1, wordt voor de vaststelling van het personeelsbestand geen rekening gehouden met personeelsleden die vroeger waren te werk gesteld in ondernemingen waarmee de belastingplichtige zich rechtstreeks of onrechtstreeks in enigerlei band van wederzijdse afhankelijkheid bevindt of waarvan hij de werkzaamheid geheel of gedeeltelijk voortzet.

Art.3. § 1. Het bedrag, vrijgesteld krachtens artikel 47, § 3, van de herstelwet van 31 juli 1984, wordt van de winst afgetrokken:
  1° voor belastingplichtigen onderworpen aan de personenbelasting: voor toepassing van artikel 43, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen;
  2° voor de vennootschappen waarvan de winst ten name van de vennoten in de personenbelasting wordt belast: zoals de bedragen bedoeld in artikel 64bis, § 5, van het koninklijk besluit van 4 maart 1965 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen;
  3° voor belastingplichtigen onderworpen aan de vennootschapsbelasting: zoals de bedragen bedoeld in artikel 67, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit;
  4° voor belastingplichtigen onderworpen aan de belasting der niet-verblijfhouders:
  a) volgens de regels van het 1° of het 3°, naar gelang het gaat om belastingplichtigen bedoeld in artikel 139, 1° of 2°, van het vermelde Wetboek en die niet bedoeld zijn in b;
  b) volgens de regels van het 2° wanneer het gaat om vennoten van als daar bedoelde vennootschappen.
  § 2. Voor belastingplichtigen bedoeld in § 1, 2° en 3° van dit besluit of in artikel 139, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen worden bedragen als bedoeld in artikel 47, § 5, van de herstelwet van 31 juli 1984, behandeld als niet als bedrijfsuitgaven of -lasten aftrekbare bedragen.

Art. 4. Onze Minister van Financiën en Onze Staatssecretaris voor Financiën zijn belast met de uitvoering van dit besluit.