20 APRIL 1984. _ Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 december 1974 betreffende de gewone en de bijzondere tegemoetkomingen aan de minder-validen.
Art. 1-5
Artikel 1. In artikel 2, eerste lid, en in artikel 4, eerste lid, van het koninklijk besluit van 24 december 1974 betreffende de gewone en de bijzondere tegemoetkomingen aan de minder-validen, respectievelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 januari 1983 en bij de koninklijke besluiten van 24 december 1975 en 21 januari 1983, worden de getallen "111 331", "80 157" en "55 670" respectievelijk door de getallen "113 558", "81 760" en "56 783" vervangen met ingang van 1 januari 1985.
Art.2. In artikel 2, eerste lid, en in artikel 4, eerste lid, van hetzelfde besluit, respectievelijk gewijzigd bij het huidig besluit en bij het koninklijk besluit van 24 december 1975 en het huidig besluit, worden de getallen "113 558", "81 760" en "56 783" respectievelijk door de getallen "115 829", "83 395" en "57 919" vervangen met ingang van 1 januari 1986.
Art.3. De bepaling van artikel 1 wordt van ambtswege toegepast :
1° op de personen die op 31 december 1984 werkelijk een gewone tegemoetkoming, een bijzondere tegemoetkoming of een aanvullende tegemoetkoming berekend op basis van een gewone of bijzondere tegemoetkoming, verleend bij toepassing van de bepalingen van voornoemd koninklijk besluit van 24 december 1974, genieten;
2° op de personen wier recht op de in 1° bedoelde tegemoetkomingen nog niet bij een administratieve beslissing is vastgesteld op 31 december 1984.
Art.4. De bepaling van artikel 2 wordt van ambtswege toegepast :
1° op de personen die op 31 december 1985 werkelijk een gewone tegemoetkoming, een bijzondere tegemoetkoming of een aavullende tegemoetkoming berekend op basis van een gewone of bijzondere tegemoetkoming, verleend bij toepassing van de bepalingen van voornoemd koninklijk besluit van 24 december 1974, genieten;
2° op de personen wier recht op de in 1° bedoelde tegemoetkomingen nog niet bij een administratieve beslissing is vastgesteld op 31 december 1985.
Art. 5. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.