12 APRIL 1984. _ Koninklijk besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit nr. 278 houdende bepaalde maatregelen inzake loonmatiging met het oog op de bevordering van de tewerkstelling, de vermindering van de openbare lasten en het financieel evenwicht van de stelsels van sociale zekerheid.
Art. 1-5
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° het koninklijk besluit nr. 278 :
het koninklijk besluit nr. 278 van 30 maart 1984 houdende bepaalde maatregelen inzake loonmatiging met het oog op de bevordering van de tewerkstelling, de vermindering van de openbare lasten en het financieel evenwicht van de stelsels van sociale zekerheid.
2° de sociale zekerheidsbijdragen : de sociale zekerheidsbijdragen bestemd voor de regelingen van de rust- en overlevingspensioenen, de ziekte- en invaliditeit, sector geneeskundige verzorging en uitkeringen, de kinderbijslag, de arbeidsvoorziening en werkloosheid, de jaarlijkse vakantie, de arbeidsongevallen en de beroepsziekten, alsmede de werkgeversbijdragen voor kredieturen en voor sluiting van ondernemingen.
Art.2. § 1. Met betrekking tot de werknemers die aan het geheel van de stelsels van sociale zekerheid voor werknemers zijn onderworpen, wordt de bij artikel 4, § 2, van het koninklijk besluit nr. 278 bedoelde som voor het jaar 1984 vastgesteld op 2 pct. van het bedrag van het loon van de werknemer, verhoogd met 2 pct. van de som van de verschuldigde werkgeversbijdragen.
Voor wat de bedienden betreft wordt de som van de verschuldigde werkgeversbijdragen verhoogd met 0,13 zo de bediende onder toepassing valt van de wetten op de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecordineerd op 28 juni 1971.
§ 2. Met betrekking tot de werknemers die gedeeltelijk aan de sociale zekerheid voor werknemers zijn onderworpen, wordt, voor het jaar 1984, de bij artikel 4, § 2, van het koninklijk besluit nr. 278 bedoelde som vastgesteld op 2 pct. van het bedrag van het loon van de werknemer, verhoogd met 2 pct. van de som van de verschuldigde werkgeversbijdragen.
Voor wat de bedienden betreft wordt de som van de verschuldigde werkgeversbijdragen verhoogd met 0,13 zo de bediende onder toepassing valt van de wetten op de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecordineerd op 28 juni 1971.
§ 3. Wanneer bij de berekeningen, bedoeld in vorige leden, het derde decimaal na de komma 5 of meer bereikt, wordt het tweede decimaal met één eenheid verhoogd.
Art.3. Voor de werkgever, bij wie voor een kwartaal het matigingseffect zoals bedoeld in art. 2 van het koninklijk besluit nr. 278 niet werd bereikt, wordt op zijn verzoek het percentage bedoeld bij artikel 2 van dit besluit, verminderd tot het reële verschil tussen de aan de inningsinstellingen voor sociale zekerheid aangegeven loonmassa voor dat kwartaal verhoogd met de werkgeversbijdragen voor sociale zekerheid en het bedrag van de loonmassa die zou zijn aangegeven, verhoogd met de daarop toe te passen werkgeversbijdragen, indien de matiging bedoeld bij artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 278 niet had plaatsgevonden.
Het verzoek tot vermindering van de storting, bedoeld bij vorig lid, dient gericht te worden aan de instelling belast met de inning van de sociale zekerheidsbijdragen voor de werknemers op wie de loonmatiging werd toegepast, en dient vergezeld te zijn van een verantwoordingsnota.
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 1984.
Art. 5. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Openbaar Ambt, Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.