10 APRIL 1984. _ Koninklijk besluit houdende verhoging van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden en wijziging van het koninklijk besluit van 29 april 1969 houdende algemeen reglement betreffende het gewaarborgd inkomen voor bejaarden.
Art. 1-6
Artikel 1. In artikel 2, § 1, eerste lid, van de wet van 1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 juni 1970, 17 juni 1971, 8 november 1971, 28 februari 1972, 16 maart 1973, 10 juli 1973, 27 december 1973, 11 december 1974, 22 december 1975, 22 december 1977, 18 augustus 1980 en 21 januari 1983, worden de getallen "58 392" en "81 101" respectievelijk vervangen door :
1° "59 560" en "82 723" met ingang van 1 januari 1985,
2° "60 751" en "84 377" met ingang van 1 januari 1986.
Art.2. Artikel 48, eerste lid, van het koninklijk besluit van 29 april 1969 houdende algemeen reglement betreffende het gewaarborgd inkomen voor bejaarden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 december 1977, 23 maart 1979 en 21 januari 1983, wordt door de volgende bepaling vervangen : "....."
Art.3. § 1. De bepalingen van artikel 1 worden ambtshalve toegepast :
a) op de personen die op de vooravond van de in 1° of 2° van artikel 1 voorziene datum het gewaarborgd inkomen genieten of die, overeenkomstig artikel 21, § 2, van voormelde wet van 1 april 1969, gewijzigd bij de wet van 27 juli 1971, het genot van de rentebijslag hebben behouden ingeval van toekenning van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden;
b) op de personen wier recht op het gewaarborgd inkomen voor bejaarden, na 31 december 1984 voor wat betreft artikel 1, 1° of na 31 december 1985 voor wat betreft artikel 1, 2°, nog dient vastgesteld te worden bij een administratieve beslissing met uitwerking vanaf een datum die deze voorzien in artikel 1, 1° of 2° voorafgaat.
§ 2. De bepalingen van artikel 2 worden ambtshalve toegepast :
a) op de personen die het gewaarborgd inkomen genieten of die overeenkomstig artikel 21, § 2, van voormelde wet van 1 april 1969, gewijzigd bij de wet van 27 juli 1971, het genot van de rentebijslag hebben gehouden ingeval van toekenning van het gewaarborgd inkomen;
b) op de personen wier recht op het gewaarborgd inkomen nog niet bij een administratieve beslissing zal vastgesteld zijn op de datum van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.
Art.4. De aanvraag om gewaarborgd inkomen voor bejaarden vóór 1 november 1984, ingediend door een persoon die niet kan genieten van de bepalingen van artikel 3 van dit besluit, heeft uitwerking op 1 mei 1984 en ten vroegste op de datum waarop deze persoon voldoet aan de wettelijke voorwaarden voor de toekenning van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden.
Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 mei 1984.
Art. 6. Onze Staatssecretaris voor Pensioenen wordt met de uitvoering van dit besluit belast.