Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

6 DECEMBER 1984. _ Wet tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten vastgesteld ter uitvoering van artikel 1, 1° en 2°, van de wet van 6 juli 1983 tot toekenning van bepaalde bijzondere machten aan de Koning.



Inhoudstafel:


Art. 1-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

Artikel 1. Het koninklijk besluit nr. 232 van 22 december 1983 tot vaststelling van de dotaties, voor het jaar 1984, van het Gemeentefonds en het Fonds der provinciën, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.

Art.2. 1° Het koninklijk besluit nr. 279 van 30 maart 1984 betreffende de betaling na vervallen termijn van de wedden van sommige personeelsleden van de openbare sector, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.2° Het koninklijk besluit nr. 280 van 30 maart 1984 tot wijziging van de wet van 3 juli 1967 betreffende de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.

Art.3. 1° Het koninklijk besluit nr. 248 van 31 december 1983 houdende gedeeltelijke verlenging van de wet van 9 juli 1975, tot opheffing van artikel 62 van de wet van 14 februari 1961 voor de economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel, en tot instelling van een regime betreffende de prijzen van de farmaceutische produkten en andere medicamenten, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.2° Het koninklijk besluit nr. 249 van 31 december 1983 tot wijziging van de wet van 24 december 1968 tot voorlopige uitbreiding van de bevoegdheid van het Gemeenschappelijk Waarborgfonds, toegelaten bij koninklijk besluit van 31 januari 1957, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.

Art.4. 1° Het koninklijk besluit nr. 217 van 7 november 1983 houdende vermindering van de kinderbijslag voor zelfstandigen met betrekking tot het jaar 1984, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.2° Het koninklijk besluit nr. 218 van 7 november 1983 tot vaststelling, in de sector van de zelfstandigen, voor het jaar 1984, van een bijzondere bijdrage ten laste van de alleenstaanden en van de gezinnen zonder kinderen, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.3° Het koninklijk besluit nr. 223 van 7 december 1983 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.4° Het koninklijk besluit nr. 235 van 31 december 1983 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.5° Het koninklijk besluit nr. 289 van 31 maart 1984 houdende tijdelijke maatregelen inzake matiging van de inkomsten der zelfstandigen met het oog op de vermindering van de openbare lasten en het financieel evenwicht van het sociaal statuut van de zelfstandigen, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.6° Het koninklijk besluit nr. 290 van 31 maart 1984 tot vaststelling, in de sector van de zelfstandigen, van een bijzondere bijdrage ten laste van de alleenstaanden en van de gezinnen zonder kinderen, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.7° Het koninklijk besluit nr. 291 van 31 maart 1984 houdende vermindering van de kinderbijslag voor zelfstandigen, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.

Art.5. 1° Het koninklijk besluit nr. 239 van 31 december 1983 betreffende bepaalde comités en commissies van het Ministerie van Verkeerswezen, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.2° Het koninklijk besluit nr. 292 van 31 maart 1984 betreffende sommige instellingen van openbaar nut behorend tot het Ministerie van Verkeerswezen, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.

Art.6. Het koninklijk besluit nr. 293 van 31 maart 1984 betreffende de werkingsuitgaven van sommige instellingen van openbaar nut in 1984, 1985 en 1986, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.

Art.7. 1° Het koninklijk besluit nr. 209 van 23 september 1983 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 mei 1967 houdende vaststelling der regels tot becijfering van de duur der keuken-, restaurant- en onderhoudsprestaties in de Rijksonderwijsinrichtingen, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.2° Het koninklijk besluit nr. 210 van 23 september 1983 tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 november 1967 houdende vaststelling der regels tot becijfering van de duur van de prestaties die in aanmerking genomen wordt voor de stookdienst en het leerlingenvervoer in de Rijksonderwijsinrichtingen, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.3° Het koninklijk besluit nr. 211 van 23 september 1983 tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 december 1969 tot vaststelling van de normen voor de oprichting van betrekkingen van rekenplichtig correspondent en geselecteerd rekenplichtig correspondent in de Rijksonderwijsinrichtingen, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.4° Het koninklijk besluit nr. 233 van 22 december 1983 betreffende de aanpassing van het bedrag van de werkingstoelagen bedoeld in artikel 32 van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.5° Het koninklijk besluit nr. 266 van 31 december 1983 tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 mei 1981 betreffende de vakantie- en verlofregeling van het stagedoend en vastbenoemd technisch personeel van de Rijks-psycho-medisch-sociale centra, de Rijksvormingscentra en de inspectiediensten, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.6° Het koninklijk besluit nr. 268 van 31 december 1983 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 80 van 21 juli 1982 tot vaststelling van het aantal aanvaardbare bijkomende lestijden in het pedagogisch hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan georganiseerd of gesubsidieerd door de Staat, en tot beheersing van het aantal aanvaardbare lestijden in de afdelingen van de middelbare technische normaalscholen, georganiseerd of gesubsidieerd door de Staat, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.7° Het koninklijk besluit nr. 269 van 31 december 1983 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 63 van 20 juli 1982 houdende wijziging van de bezoldigingsregels van toepassing op het onderwijzend en daarmee gelijkgesteld personeel van het onderwijs met volledig leerplan en van het onderwijs voor sociale promotie of met beperkt leerplan, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.8° Het koninklijk besluit nr. 271 van 31 december 1983 tot nadere regeling van de financiering der universitaire investeringen voor zware wetenschappelijke apparatuur, onroerend door bestemming, voor 1980, 1981 en 1982, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.9° Het koninklijk besluit nr. 273 van 31 december 1983 tot wijziging van de artikelen 30 en 31 van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instellingen, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.10° Het koninklijk besluit nr. 274 van 31 december 1983 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 167 van 30 december 1982 betreffende de financiering van de universitaire investeringen, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.11° Het koninklijk besluit nr. 294 van 31 maart 1984 waarbij de voorwaarden bepaald worden voor het uitbetalen van de uitgestelde bezoldiging aan sommige tijdelijke personeelsleden van het onderwijs die tijdens de zomervakantie andere beroepsinkomsten hebben, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.12° Het koninklijk besluit nr. 295 van 31 maart 1984 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 49 van 2 juli 1982 betreffende de oprichtings-, behouds- en splitsingsnormen en de berekening van het urenkrediet van het secundair onderwijs van het type I en betreffende de fusie van instellingen en bepaalde personeelsbetrekkingen van de instellingen voor secundair onderwijs met volledig leerplan van type I en type II, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.13° Het koninklijk besluit nr. 299 van 31 maart 1984 tot beperking van het aantal verloven wegens opdracht en van het aantal terbeschikkingstellingen met behoud van wedde of met genot van een wachtgeld, verleend aan de personeelsleden van het Rijksonderwijs en van de Rijks-psycho-medisch-sociale centra, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.14° Het koninklijk besluit nr. 300 van 31 maart 1984 tot vaststelling van het aantal lesuren-leerkracht in het secundair onderwijs van het type II, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.15° Het koninklijk besluit nr. 301 van 31 maart 1984 houdende vaststelling van de minimale studentenbevolking van de afdelingen van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.

Art.8. 1° Het koninklijk besluit nr. 203 van 8 augustus 1983 tot wijziging van artikel 3 van de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.2° Het koninklijk besluit nr. 207 van 13 september 1983 tot wijziging van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.3° Het koninklijk besluit nr. 212 van 26 september 1983 tot wijziging van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 en van artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 85 van 31 juli 1982 tot storting van een bedrag van 400 miljoen frank door de verzekeringsondernemingen aan het Fonds voor arbeidsongevallen, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.4° Het koninklijk besluit nr. 220 van 30 november 1983 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 214 van 30 september 1983 tot wijziging van de wet van 29 juni 1981 houdende algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, van de besluitwet van 10 januari 1945 betreffende de maatschappelijke zekerheid van de mijnwerkers en ermede gelijkgestelden, van de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij, en van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.5° Het koninklijk besluit nr. 221 van 30 november 1983 tot wijziging van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.6° Het koninklijk besluit nr. 227 van 9 december 1983 tot instelling voor de loon- en weddetrekkenden van de openbare en van de privé sector, van een bijzondere bijdrage ten laste van de alleenstaanden en van de gezinnen zonder kinderen, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.7° Het koninklijk besluit nr. 228 van 9 december 1983 houdende vermindering van de kinderbijslag voor werknemers en voor de personeelsleden van de openbare sector, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.8° Het koninklijk besluit nr. 242 van 31 december 1983 tot wijziging van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.9° Het koninklijk besluit nr. 277 van 14 februari 1984 betreffende de hoofdelijke bijdragen verschuldigd in de kinderbijslagregeling voor loonarbeiders, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.10° Het koninklijk besluit nr. 278 van 30 maart 1984 houdende bepaalde maatregelen inzake loonmatiging met het oog op de bevordering van de tewerkstelling, de vermindering van de openbare lasten en het financieel evenwicht van de stelsels van sociale zekerheid, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.11° Het koninklijk besluit nr. 281 van 31 maart 1984 houdende bepaalde tijdelijke wijzigingen in de regeling inzake de koppeling van sommige sociale uitkeringen van de maatschappelijke zekerheid en uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk, en tot toekenning van een inhaalpremie aan sommige gerechtigden op sociale uitkeringen, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.12° Het koninklijk besluit nr. 282 van 31 maart 1984 tot wijziging van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en houdende zekere bepalingen betreffende de gezinnen, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.13° Het koninklijk besluit nr. 283 van 31 maart 1984 tot wijziging van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.14° Het koninklijk besluit nr. 285 van 31 maart 1984 tot wijziging van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.15° Het koninklijk besluit nr. 286 van 31 maart 1984 houdende maatregelen om een betere inning te verzekeren van de sociale zekerheidsbijdragen en de solidariteitsbijdragen verschuldigd door publiekrechtelijke rechtspersonen, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.16° Het koninklijk besluit nr. 287 van 31 maart 1984 tot wijziging van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.17° Het koninklijk besluit nr. 288 van 31 maart 1984 tot opheffing van de Dienst voor maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.

Art.9. 1° Het koninklijk besluit nr. 205 van 29 augustus 1983 tot wijziging van de wetgeving betreffende de pensioenen van de sociale sector, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.2° Het koninklijk besluit nr. 215 van 3 oktober 1983 tot wijziging van artikel 118 van de wet van 14 februari 1961 voor economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.3° Het koninklijk besluit nr. 219 van 24 november 1983 tot tijdelijke matiging van de gevolgen van de regeling inzake de koppeling van bepaalde pensioenen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.

Art. 10. 1° Het koninklijk besluit nr. 204 van 29 augustus 1983 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 143 van 30 december 1982 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de laboratoria moeten voldoen voor de tegemoetkoming van de ziekteverzekering voor verstrekkingen van klinische biologie, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.2° Het koninklijk besluit nr. 276 van 10 februari 1984 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 143 van 30 december 1982 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de laboratoria moeten voldoen voor de tegemoetkoming van de ziekteverzekering voor verstrekkingen van klinische biologie, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.3° Het koninklijk besluit nr. 284 van 31 maart 1984 tot wijziging van de wet van 23 december 1963 op de ziekenhuizen, wordt bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding.