Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

31 DECEMBER 1983. - Koninklijk besluit nr. 250 tot opheffing van de dienst voor nijverheidsbevordering.



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1962040203  1970071507  1971071202  1971071301  1972073102  1976033002 



Uitvoeringsbesluit(en):

1984021266 



Artikels:

Artikel 1. § 1. De Dienst voor nijverheidsbevordering (de "DNB") wordt met ingang van 1 april 1984 opgeheven. Hij behoudt echter de rechtspersoonlijkheid met het oog op de vereffeningsverrichtingen bedoeld in artikel 2 tot op het ogenblik van de sluiting ervan.
  § 2. Met ingang van 1 april 1984 is het volledig vermogen van de DNB, zowel activa als passiva, zoals het bestaat op die datum blijkens de inventaris bedoeld in artikel 2, § 2, doch verminderd met de kosten van de vereffeningsverrichtingen, overgedragen aan de Staat onder algemene titel. Deze overdracht is van rechtswege tegenwerpelijk aan derden, zonder verdere formaliteit, vanaf 1 april 1984.
  § 3. Het statutair personeel van de DNB wordt voor 1 april 1984 overgedragen op een tijdelijk kader, voor dit oogmerk opgericht bij het Ministerie van Economische Zaken.

Art.2. § 1. Het Vast Comité van de DNB, stelt uiterlijk op 30 april 1984 de balans en de rekeningen vast van het op 1 april 1984 afgesloten dienstjaar 1984.
  § 2. Het Vast Comité van de DNB stelt uiterlijk op 30 april 1984 de inventaris vast van alle activa en passiva van de DNB, zoals zij bestonden op 1 april 1984. Het bepaalt in overleg met de Ministers waarvan de DNB afhangt en de Minister van Financiën, de waarde van de betrokken activa en passiva, na een desbetreffend verslag van een bedrijfsrevisor aangeduid door voornoemde Ministers.
  § 3. Het Vast Comité van de D.N.B, maakt uiterlijk op 30 april 1984 een voorstel over aan de Ministers waarvan de DNB afhangt, betreffende de gewestelijke aanwijsbaarheid van elk onderdeel van het krachtens artikel 1, & 2, aan de Staat overgedragen vermogen.
  § 4. Als kosten van de vereffeningsverrichtingen worden beschouwd, de kosten die verband houden met opstellen van de balans, de rekeningen en de inventaris, met inbegrip van het ereloon van de bedrijfsrevisor. Een bijzondere rekening "vereffeningskosten" wordt door het Vast Comité vastgesteld en geviseerd door de bedrijfsrevisor. Het Vast Comité is gemachtigd de nodige sommen vooraf te nemen van het krachtens artikel I, § 2, aan de Staat overgedragen vermogen, ten einde de kosten van de vereffeningsverrichtingen te bestrijden.
  § 5. Het Vast Comité stelt op eensluidend advies van de Ministers waarvan de DNB, afhangt, de sluiting van de vereffeningsverrichtingen vast.

Art.3. § 1. Opgeheven worden:
  1° artikel 8 van de kaderwet van 15 juli 1970 houdende organisatie van de planning en economische decentralisatie, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1978;
  2° het koninklijk besluit van 12 juli 1971 houdende statuut en de werkingsmodaliteiten van de Dienst voor nijverheidsbevordering, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 31 oktober 1973, 14 januari 1977 en 7 mei 1981;
  3° het koninklijk besluit van 13 juli 1971 tot vaststelling van het statuut en de personeelsformatie van de Dienst voor nijverheidsbevordering, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 augustus 1972, 16 juni 1978, 27 december 1978,16 maart 1981, 7 mei 1981 en 21 oktober 1983;
  4° het koninklijk besluit van 31 juli 1972 tot vaststelling, met het oog op de toepassing van artikel 43 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, van de graden van de ambtenaren van de Dienst voor nijverheidsbevordering (DNB), die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen;
  5° het laatste lid van artikel 3bis, § 5, van de wet van 2 april 1962 tot oprichting van een nationale investeringsmaatschappij en van de gewestelijke investeringsmaatschappijen, ingevoegd bij de wet van 30 maart 1976 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1978;
  6° artikel 15 van de wet van 2 april 1962 tot oprichting van een nationale investeringsmaatschappij en van gewestelijke investeringsmaatschappijen, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1978.
  § 2. In het eerste en vierde lid van artikel 2ter van de wet van 2 april 1962 tot oprichting van een nationale investeringsmaatschappij en van gewestelijke investeringsmaatschappijen, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1978, worden de woorden "de Dienst voor nijverheidsbevordering geschrapt.
  § 3. In artikel 14 van de wet van 30 maart 1976 houdende organisatie van het economisch overheidsinitiatief, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1978, worden de woorden "hetzelfde geldt voor het personeel van de Dienst voor nijverheidsbevordering dat deze gemachtigd is aan te werven onder een arbeidsovereenkomst" geschrapt.

Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 3, dat in werking treedt op 1 april 1954.

Art. 5. Onze Minister van Economische Zaken en Onze Minister van Begroting, Wetenschapsbeleid en het Plan zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.