22 FEBRUARI 1984. - Koninklijk besluit betreffende de voordelen toegekend aan de personen aangeworven in het kader van het Programma der Vrijwilligers van de Verenigde Naties. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1984 en tekstbijwerking tot 21-12-2001).
Art. 1-10
Artikel 1. De Minister onder wie de Ontwikkelingssamenwerking ressorteert, of zijn afgevaardigde, draagt aan het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties te Genève de kandidaten voor, aan te werven in het kader van het Programma der Vrijwilligers van de Verenigde Naties.
Art.2. Om te kunnen worden voorgedragen, moet de kandidaat de volgende voorwaarden vervullen :
1. van Belgische nationaliteit zijn;
2. ten minste de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt;
3. de voor de uitvoering van zijn functie vereiste professionele kwalificaties en geschiktheid bezitten;
4. een voldoende kennis hebben van de internationale taal, vereist voor de uitvoering van de functie;
5. met vrucht een opleidingscyclus hebben gevolgd ter voorbereiding op de overzeese samenwerking ingericht door het Algemeen Bestuur van de Ontwikkelingssamenwerking.
Art.3. <KB 1989-10-27/34, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1988> De personen die zijn aangeworven in het kader van het Programma der Vrijwilligers van de Verenigde Naties, hierna " de vrijwilligers " genoemd, genieten ten laste van de Schatkist de volgende voordelen :
1° een vergoeding van (123,95 EUR) per maand verblijf in de ontwikkelingslanden; <KB 2001-12-04/46, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
2° een maandelijkse premie van (24,79 EUR) per kind ten laste; <KB 2001-12-04/46, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
3° kraamgeld van hetzelfde bedrag, onder dezelfde voorwaarden en binnen dezelfde perken als het rijkspersoneel;
4° de betaling van de bijdragen met betrekking tot hun aansluiting bij de overzeese sociale zekerheid inzake verzekering tegen ouderdom, ziekte en invaliditeit, ongevallen (alle normale risico's) en geneeskundige verzorging.
De vergoeding, de premie en het kraamgeld die respectievelijk zijn bedoeld in het 1ste lid, 1°, 2° en 3°, worden gestort op een rekening in België bij de Algemene Spaar- en Lijfrentekas op naam van de vrijwilliger geopend.
De vergoeding bedoeld in het eerste lid, 1° en de premie bedoeld in het eerste lid, 2°, worden maandelijks gestort. Die vergoeding en die premie worden gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen op de wijze die is bepaald bij de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.
Daartoe wordt de vergoeding gekoppeld aan het cijfer 125 van de algemene index van de kleinhandelsprijzen van het Rijk van kracht op 1 december 1968; de premie wordt gekoppeld aan het cijfer 100 van de algemene index van de consumptieprijzen van het Rijk van kracht op 1 november 1970.
Art.4. Bij het verstrijken van de dienstperiode waarvoor zij werden aangeworven, genieten de vrijwilligers, ten bezware van de Staatskas, gedurende een periode die gelijk is aan een zesde van de duur van de diensten die zij ter uitvoering van hun contract overzee hebben gepresteerd, dezelfde voordelen als bepaald zijn in artikel 3.
Deze voordelen zijn niet meer verschuldigd vanaf de dag waarop de betrokkenen hun diensten overzee hervatten ter uitvoering van een ander contract.
Art.5. In geval van terugkeer naar België wegens ziekte genieten de vrijwilligers ten bezware van de Staatskas, gedurende ten hoogste zes maanden, de in artikel 3 bedoelde vergoeding en premie.
Deze voordelen mogen niet worden gecumuleerd met die welke bepaald zijn in artikel 4. Zij zijn niet meer verschuldigd vanaf de dag waarop de vrijwilligers hun diensten hervatten ter uitvoering van hun lopend contract of van een ander contract of vanaf het tijdstip waarop zij de ziekte- en invaliditeitsverzekering van de Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid niet meer genieten.
Art.6. De vrijwilligers, alsmede de leden van hun gezin, kunnen genieten van een tegemoetkoming in hun reiskosten en in de kosten voor het vervoer van hun reisgoederen, om zich te begeven naar de plaats waarvoor zij aangewezen zijn en om vandaar terug te komen.
De Minister stelt de voorwaarden en modaliteiten voor toekenning van deze tegemoetkoming vast.
Art.7. <wijzigingsbepaling van art. 1,7bis en 7quater van het KB 1964-09-24/01>.
Art.8. De vrijwilligers die op het ogenblik van het van kracht worden van dit besluit erkend zijn in het kader van het Programma der Vrijwilligers van de Verenigde Naties bij toepassing van voormeld koninklijk besluit van 24 september 1964 genieten de voordelen vermeld in dit besluit.
Art.9. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 10. De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking is belast met de uitvoering van dit besluit.