25 NOVEMBER 1983. _ Koninklijk besluit betreffende de Rijkstegemoetkoming aan het Nationaal Centrum ter voorkoming en behandeling van intoxicaties. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1990 en tekstbijwerking tot 18-07-1995)
Art. 1-9
1995025027 2011024376 2013024021 2013024389 2014024416 2015024217
Artikel 1. Binnen de grenzen van de daarvoor op de begroting van zijn departement uitgetrokken kredieten, mag de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort jaarlijks een forfaitaire toelage toekennen voor de werkzaamheden van het Nationaal Centrum ter voorkoming en behandeling van intoxicaties, hiernagenoemd "het Centrum".
Het bedrag van deze toelage wordt bepaald overeenkomstig artikel 3 van dit besluit.
Art.2. De werkzaamheden van het Centrum waarvoor de in artikel 1 bedoelde toelage wordt verleend, bestaan uit :
1° het aanleggen, bijwerken en voortdurend uitbreiden van een wetenschappelijke en technische dokumentatie inzake intoxicaties en schadelijke scheikundige en biologische factoren ten behoeve van de hierna beschreven werkzaamheden;
2° het beantwoorden van elk verzoek om informatie of advies met betrekking tot de voornoemde intoxicaties en schadelijke factoren, in de door de verzoeker gebruikte landstaal, zulks op elk ogenblik van de dag of de nacht, zo vlug mogelijk en volgens de meest geschikte methode;
3° het verstrekken van alle inlichtingen van wetenschappelijke of technische aard waarover het Centrum beschikt en waarom wordt verzocht door de Secretaris-Generaal van het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin of de ambtenaar die hij aanwijst, in verband met de aard van de toxische produkten of schadelijke stoffen, alsmede in verband met de omstandigheden waarin de toxiciteit of de schadelijkheid zich voordoet of zich kan voordoen;
4° het onverwijld mededelen, uit eigen beweging, aan de Secretaris-Generaal of aan de ambtenaar die hij aanwijst van informatie nopens gelijk welk toxisch produkt of schadelijke scheikundige, chemische of biologische stof op het nationaal grondgebied, inzonder wanneer dat schadelijk produkt of stof een gevaar kan inhouden voor de volksgezondheid, gelet op de omstandigheden waarin, de toxiciteit of de schadelijkheid ervan zich voordoet.
Art.3. Het bedrag der toelage wordt als volgt bepaald :
1° een bedrag dat overeenstemt met de jaarlijkse kosten, berekend tegen de barema's van het rijkspersoneel, van de brutowedden en patronale lasten voor het personeel, tewerkgesteld door het Centrum onder contract van dienstverhuring; deze personeelslijst wordt vastgesteld in een afzonderlijk protocol;
2° een forfaitair bedrag bestemd om alle andere kosten van het Centrum te dekken, gebeurlijk ook van personeelslasten die niet in 1° begrepen zijn; dit bedrag wordt voor 1983 vastgesteld op 3,5 miljoen en schommelt volgens de coëfficiënt die van toepassing is op de functioneringskosten van de rijksbesturen.
Art.4. § 1. (De eerste maand van de eerste drie trimesters wordt een voorschot op de toelage uitbetaald, gelijk aan 25 % van het totaal bedrag dat voor het lopende begrotingsjaar is vastgesteld.
De eerste maand van de vierde trimester, wordt een voorschot van 20 % van het totaal bedrag gestort.
De definitieve afrekening, dit wil zeggen de storting van de laatste 5 % van deze toelage, wordt gemaakt na goedkeuring van de rekeningen door het departement van Volksgezondheid en na gunstig advies van de Inspectie van Financiën.) <KB 1995-01-09/52, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 28-07-1995>
§ 2. Het Centrum sluit elk jaar, uiterlijk op 1 februari, de rekeningen van het voorbije dienstjaar af en stelt het werkprogramma van het volgende jaar vast.
Die dokumenten en alle stavingsbescheiden worden vóór 1 maart van het lopende dienstjaar bezorgd aan de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, en dit overeenkomstig de wijze die hij bepaalt.
§ 3. Het Centrum moet zich onderwerpen aan de eisen en voorwaarden die van kracht zijn inzake administratieve en budgettaire controle.
Art.5. De Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, duidt een ambtenaar of een gewezen ambtenaar aan om met raadgevende stem deel uit te maken van de beheerraad van het Centrum.
Art.6. Ten uitzonderlijke titel en als overgangsmaatregel wordt voor het jaar 1983 een bijkomende toelage van 600 000 F toegekend. Zij zal worden uitbetaald na goedkeuring van de rekeningen door het Ministerie van Volksgezondheid en op gunstig advies van de Inspectie van Financiën.
Deze bijkomende toelage zal aangerekend worden op artikel 12.21, Sectie 31 van de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin voor het begrotingsjaar 1983.
Art.7. Worden opgeheven :
1° het koninklijk besluit van 15 september 1967 betreffende de Rijkstegemoetkoming ten dienste van de bestrijding van vergiftiging en intoxicatie;
2° het koninklijk besluit van 4 december 1968 houdende organisatie van de financiële Staatstussenkomst voor de werking van het Nationaal Centrum ter voorkoming en behandeling van intoxicaties.
Art.8. Dit besluit treedt in werking vanaf 1 januari 1983 en vervangt de overeenkomsten die voor dit jaar werden afgesloten tussen de Staatssecretaris voor Volksgezondheid en Leefmilieu en het Centrum.
De sommen die werden uitbetaald voor de werking van het Centrum in 1983 worden afgetrokken van het totaal bedrag van de toelage die voor dit jaar wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 3 en 6.
Art. 9. Onze Staatssecretaris voor Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.