7 AUGUSTUS 1984. - Ministerieel besluit tot uitvoering van de artikelen 1 en 5 van het koninklijk besluit van 1 februari 1984 betreffende het recht op werkloosheidsuitkeringen van bejaarde werknemers.
Art. 1
Artikel 1. Enig artikel. Voor de toepassing van het vierde lid van de artikelen 1 en 5 van het koninklijk besluit van 1 februari 1984 betreffende het recht op werkloosheidsuitkeringen van bejaarde werknemers, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 juli 1984, komen de activiteiten zonder loon die aan de volgende voorwaarden beantwoorden in aanmerking :
1° de activiteit zonder loon verricht voor zichzelf of voor bloed- of aanverwanten tot de tweede graad;
2° de activiteit zonder loon verricht voor een organisme of een feitelijke of rechtsvereniging, waarvan het niet winstgevend doel :
_ ofwel van openbaar nut is;
_ ofwel cultureel, sociaal of humanitair is;
_ ofwel het voldoen is aan collectieve behoeften aan dewelke anders niet zou voldaan worden.
De vereniging of het organisme moeten voorafgaandelijk doen onderzoeken door de gewestelijke werkloosheidsinspecteur van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, of zij voldoen aan de bovenvermelde voorwaarden. De inspecteur betekent zijn beslissing binnen de drie maanden die volgen op de dag van de ontvangst van de aanvraag.