6 MAART 1984. - Koninklijk besluit waarbij aan de N.V. Nitto Belgium te Genk een tijdelijke afwijking wordt verleend van sommige bepalingen van de arbeidswet van 16 maart 1971 in het kader van een experiment tot aanpassing van de arbeidstijd.
Art. 1-7
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werklieden van de N.V. Nitto Belgium te Genk, die zullen worden tewerkgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 2.1.1. van de overeenkomst tot aanpassing van de arbeidstijd, gesloten op 9 december 1983 tussen de N.V. Nitto Belgium te Genk, de leden van de vakbondsafvaardiging van de werknemers van voormelde onderneming en de representatieve werknemersorganisaties en op 9 januari 1984 medeondertekend door Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, en op hun werkgever.
Art.2. § 1. De bij artikel 1 bedoelde werkgever kan afwijken van artikel 11 van de arbeidswet van 16 maart 1971.
§ 2. De grens van elf uren per dag, vastgesteld bij artikel 27 van dezelfde wet, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 225 van 7 december 1983, kan op ten hoogste twaalf uren per dag worden gebracht.
Deze grens van twaalf uren per dag komt eveneens in aanmerking voor de toepassing van artikel 29, § 2, van dezelfde wet, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 225 van 7 december 1983.
Art.3. De bij artikel 2 bedoelde afwijkingen worden enkel toegestaan voor de duur van het experiment tot aanpassing van de arbeidstijd, zoals omschreven door de bij artikel 1 bedoelde overeenkomst tot aanpassing van de arbeidstijd, en houden op van kracht te zijn uiterlijk op 31 december 1984.
Art.4. De bij artikel 2 bedoelde afwijkingen worden enkel toegestaan in de mate dat de N.V. Nitto Belgium te Genk voldoet aan de verplichtingen die voortvloeien uit het koninklijk besluit nr. 181 van 30 december 1982 tot oprichting van een Fonds met het oog op de aanwending van de bijkomende loonmatiging voor de tewerkstelling en voor zover voornoemde onderneming de overeenkomst tot aanpassing van de arbeidstijd zoals bedoeld bij artikel 1 van dit besluit respecteert.
Art.5. Het Hulpfonds voor de experimenten voor aanpassing van de arbeidstijd wordt ermede belast de werkingskosten te betalen die verbonden zijn aan de indienstneming van bijkomende werknemers zoals vastgesteld bij artikel 2.1.3. van de bij artikel 1 bedoelde overeenkomst tot aanpassing van de arbeidstijd, en dit overeenkomstig de artikelen 9 en 10 van het koninklijk besluit van 20 mei 1983 tot uitvoering van het koninklijk besluit nr. 179 van 30 december 1982 betreffende de experimenten voor aanpassing van de arbeidstijd in de ondernemingen met het oog op een herverdeling van de beschikbare arbeid.
Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1984.
Art. 7. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.