Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

13 AUGUSTUS 1984. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de Commissie ingesteld door artikel 2 van de wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht.(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1990 en tekstbijwerking tot 11-10-1995)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. Inleidende bepaling. <Zie NOTA onder TITEL>
Art. 1
HOOFDSTUK 2. Samenstelling. <Zie NOTA onder TITEL>
Art. 2-6
HOOFDSTUK 3. Werking. <Zie NOTA onder TITEL>
Art. 7-14
HOOFDSTUK 4. Indiening van de erkenningsaanvragen en adviesprocedure van de Commissie. <Zie NOTA onder TITEL>
Art. 15-16
HOOFDSTUK 5. Toezicht en intrekking van de erkenning. <Zie NOTA onder TITEL>
Art. 17-22



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. _ Inleidende bepaling.
Artikel 1. <Zie NOTA onder TITEL> Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder :
  1° de wet : de wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht;
  2° de Minister : de Minister van Onderwijs, Franse sector;
  3° Commissie : de bevoegde Commissie voor de vormingen bedoeld in artikel 1, § 1, vierde lid, 2° van de wet;
  4° de Executieve : de Executieve van de Franse Gemeenschap.

HOOFDSTUK 2. _ Samenstelling.
Art.2. <Zie NOTA onder TITEL> De Minister bepaalt het aantal leden in overleg met de Executieve.
  Elk effectief lid heeft een plaatsvervanger die hem vervangt wanneer deze verhinderd is.

Art.3. <Zie NOTA onder TITEL> De leden worden benoemd door de Minister, op de voordracht van de Executieve wat haar vertegenwoordigers betreft.

Art.4. <Zie NOTA onder TITEL> De Minister stelt een voorzitter aan onder de leden van de Commissie en op voorstel van de Executieve, een ondervoorzitter.

Art.5. <Zie NOTA onder TITEL> Het mandaat van de leden duurt drie jaar. Het kan worden vernieuwd. De leden blijven in functie totdat hun opvolgers zijn aangesteld.
  Het mandaat van een lid eindigt :
  1° in geval van ontslag;
  2° in geval van overlijden;
  3° wanneer het lid met pensioen gaat.
  In de vervanging van elk lid waarvoor het mandaat eindigt voor de normale vervaltijd wordt binnen de twee maanden voorzien. In voorkomend geval beëindigt het nieuwe lid het mandaat van het lid dat hij vervangt.

Art.6. <Zie NOTA onder TITEL> Een secretaris en een adjunct-secretaris worden aan de Commissie toegevoegd. Zij zijn niet stemgerechtigd.
  De Minister benoemt de secretaris onder de ambtenaren van zijn departement en de adjunct-secretaris op voorstel van de Executieve.

HOOFDSTUK 3. _ Werking.
Art.7. <Zie NOTA onder TITEL> § 1. De Commissie beraadslaagt enkel rechtmatig wanneer ten minste twee derde van de effektieve of plaatsvervangende leden die de Minister enerzijds en de Executieve anderzijds vertegenwoordigen aanwezig zijn.
  Wanneer die aanwezigheidsquorum niet wordt bereikt mag een nieuwe vergadering worden bijeengeroepen. Deze zal mogen beraadslagen welke ook het aantal aanwezige leden is.
  § 2. De beslissingen worden genomen bij meerderheid der stemmen van de aanwezige leden.

Art.8. <Zie NOTA onder TITEL> De Commissie mag een huishoudelijk reglement opstellen.

Art.9. <Zie NOTA onder TITEL> De Commissie vergadert op initiatief van de voorzitter van de Commissie, van de ondervoorzitter van de Commissie of op aanvraag van ten minste twee leden.
  Deze aanvraag vermeldt de punten die de leden wensen te zien ingeschreven op de dagorde, en is vergezeld van een toelichtingsnota.

Art.10. <Zie NOTA onder TITEL> De voorzitter bepaalt de datum van de vergadering en stelt de dagorde vast in overleg met de ondervoorzitter.

Art.11. <Zie NOTA onder TITEL> De secretaris en de adjunct-secretaris oefenen hun opdracht uit onder de leiding en het gezag van de voorzitter.

Art.12. <Zie NOTA onder TITEL> De secretaris of de adjunct-secretaris stellen het verslag op van elke vergadering.

Art.13. <Zie NOTA onder TITEL> De voorzitter ondertekent het verslag van de vergadering dat hij aan alle leden van de Commissie overmaakt.

Art.14. <Zie NOTA onder TITEL> De Commissie vergadert met gesloten deuren. Zij mag echter beslissen één of meerdere deskundigen aan te duiden en iedere persoon te verhoren die haar een inlichting kan verstrekken.

HOOFDSTUK 4. _ Indiening van de erkenningsaanvragen en adviesprocedure van de Commissie.
Art.15. <Zie NOTA onder TITEL> De erkenningsaanvraag van een vorming wordt gericht tot de voorzitter van de Commissie per aangetekend schrijven of per gewone indiening tegen bericht van ontvangst.
  _ Bij de aanvraag wordt een dossier gevoegd vaststellende dat de vorming :
  1° ten minste 360 jaaruren omvat wanneer zij gevolgd wordt vóór het einde van het schooljaar van het jaar waarin de leerplichtige zestien jaar wordt, en ten minste 240 jaaruren, wanneer zij gevolgd wordt tussen 1 juli van het jaar waarin de leerplichtige de leeftijd van zestien jaar bereikt en het einde van het schooljaar van het jaar waarin hij de leeftijd van achttien jaar bereikt;
  2° bijdraagt tot de opvoeding alsmede tot de voorbereiding tot de uitoefening van een beroep;
  _ Aan dit dossier wordt een nota gevoegd die de Commissie inlicht over :
  a) de vormingsprogramma's (in voorkomend geval, theoretisch gedeelte en praktisch gedeelte, uurroosters en inhoud);
  b) de beroepsbekwaamheid van de vormers;
  c) de lokalen en uitrusting;
  d) de wijze van legalisering van de vorming.

Art.16. <Zie NOTA onder TITEL> De Commissie dient haar advies uit te brengen binnen een termijn van honderd twintig dagen vanaf de datum waarop zij de aanvraag krijgt.
  Het advies van de Commissie is met redenen omkleed.
  Indien het advies niet eenparig gestemd wordt, kan het het advies van de minderheid(-heden) vermelden.

HOOFDSTUK 5. _ Toezicht en intrekking van de erkenning.
Art.17. <Zie NOTA onder TITEL> Elke erkende vorming moet het voorwerp uitmaken van een jaarlijks verslag dat gezamenlijk zal worden gericht tot de Minister, tot de Executieve en tot de Commissie.
  Dit verslag dient een evaluatie te bevatten van de activiteiten van het afgelopen jaar en preciseren of de vorming tijdens het volgende jaar in werking zal treden, overeenkomstig de elementen die als basis hebben gediend voor de toekenning van de erkenning, en in voorkomend geval, ieder ontwerp tot wijziging van één van deze elementen vermelden.

Art.18. <Zie NOTA onder TITEL> Om de controle op het naleven der erkenningscriteria mogelijk te maken mag de Minister of de Executieve de Commissie gelasten hem haar elke nuttige inlichting mede te delen.
  De vormingsorganisatoren dienen elke door de Commissie gevraagde inlichting te verstrekken.

Art.19. <Zie NOTA onder TITEL> De erkenning wordt toegekend voor een duur van twee jaar en is vernieuwbaar volgens dezelfde modaliteiten.
  Op elk ogenblik mag aan deze erkenning een einde worden gesteld bij koninklijk besluit genomen op eensluidend advies van de Commissie.

Art.20. <Zie NOTA onder TITEL> De lijst van de erkende vormingen wordt ieder jaar vóór 15 juni in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
  Voor het schooljaar 1984-1985 wordt de datum echter vastgesteld op 1 september.

Art.21. <Zie NOTA onder TITEL> Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1984.

Art. 22. <Zie NOTA onder TITEL> Onze Minister van Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.