18 NOVEMBER 1983. - Koninklijk besluit genomen in uitvoering van artikel 4 van het koninklijk besluit nr. 143 van 30 december 1982 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de laboratoria moeten voldoen voor de tegemoetkoming van de ziekteverzekering voor verstrekkingen van klinische biologie.
Art. 1-N2
Artikel 1. § 1. De in artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 143 van 30 december 1982 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de laboratoria moeten voldoen voor de tegemoetkoming van de ziekteverzekering voor verstrekkingen van klinische biologie, genoemde exploitanten van een laboratorium moeten een afzonderlijke boekhouding voeren overeenkomstig het model in bijlage 1.
§ 2. Evenwel blijven de exploitanten van laboratoria vermeld onder 5°, van voormeld artikel 3, onderworpen aan het eenvormig boekhoudkundig plan genomen in uitvoering van artikel 4 van de wet van 23 december 1963 op de ziekenhuizen.
De kostenplaats betreffende het laboratorium moet nochtans gedetailleerd worden om te beantwoorden aan de doeleinden omschreven in de bijlage vermeld onder de eerste alinea.
Art.2. De personen of diensten vermeld in artikel 2, 3e lid, van het voormeld koninklijk besluit nr. 143 moeten een afzonderlijke boekhouding voeren, overeenkomstig het model voorzien in bijlage 2.
Art.3. Het boekjaar stemt overeen met het burgerlijk jaar.
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1984.
Art.5. Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Staatssecretaris voor Volksgezondheid en Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. N1. <KB 1984-01-20/33, art. 1, 002> Bijlage 1. Boekhoudkundig plan van toepassing op de laboratoria.
De instellingen die wegens hun beheer gehouden zijn meer uitgebreide rekeningen te bezigen moeten deze klassificeren zoals opgelegd in het koninklijk besluit van 12 september 1983 (Belgisch Staatsblad van 29 september 1983) tot bepaling van de inhoud en van de indeling van een als minimum geldend genormaliseerd rekeningsstelsel.
Dagboek :Dit is een boekhoudkundig dokument waarin dag aan dag ontvangsten en uitgaven worden ingeschreven met vermelding van het kalenderjaar waarop deze verrichtingen betrekking hebben.
Iedere inschrijving wordt genummerd, tezamen met de bijhorende faktuur. (Volgens de BTW-voorschriften omvat een faktuur volgende elementen : de datum, de naam en het adres van de leverancier of dienstenverstrekker, de omschrijving, de eenheidsprijs van de goederen of uitgevoerde werken, de BTW en de totale kostprijs).
In het dagboek worden de verrichtingen geventileerd in de volgende rubrieken en daarna uitgesplitst, (bijvoorbeeld fichesysteem) volgens het verder uitgewerkt schema.
a) Rubrieken voor de uitgaven :
60. Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen.
61. Uitgaven voor diensten en diverse goederen.
62. Personeelslasten :
- 62.00 Bezoldigingen.
- 62.10 Patronale bijdragen.
- 62.20 Andere sociale voordelen.
63. Afschrijvingen.
64. Andere bedrijfslasten.
65. Financiële kosten.
66. Buitengewone kosten.
b) Rubrieken voor de ontvangsten :
70/3 Honoraria.
70/5 Werkingstoelagen.
70/6 Tussenkomst in de werkingskosten.
74. Andere ontvangsten.
75. Financiële opbrengsten.
Schema.
Aan de hand van onderstaand opgelegd schema wordt een gedetailleerd overzicht verkregen van de boekhouding, op basis van inschrijvingen in het dagboek. Deze rubrieken kunnen eventueel aangepast worden al naar gelang de behoeften en de bijzondere omstandigheden van de dienst.
60. Handelsgoederen en grond- en hulpstoffen.
600. Aankoop van produkten (reactief).
601. Aankoop van benodigdheden.
6011. Materieel en klein materieel waarvan de waarde kleiner is dan 10 000 F.
6012. Materieel voor afnemingen (klein).
43,61. Uitgaven.
610 Uitgaven voor aankopen en leveringen :
610.2 Algemene kosten :
610.20 Kosten die niet in de andere rubrieken kunnen ondergebracht worden :
_ verzekeringen,
_ huur, liften.
610.21 Eigen vervoer.
610.22 Vervoer door derden.
610.23 Afnemingskosten.
610.3 Onderhoud :
Onderhoudsmaterieel en produkten.
Water, gas, elektriciteit.
610.4 Verwarming :
Brandstof, onderhoudskontrakten.
Klein materieel en meubilair.
610.5 Administratie :
Drukwerken, telefoon, bureaukosten, verplaatsingen, recepties.
Zitpenningen.
610.6 Was en linnen :
Was en wasprodukten, uitgegeven was.
Klein materieel en meubilair.
Vernieuwing linnen.
610.8 Personeelsaccomodatie :
Meubilair refter of keuken.
62. Personeelslasten :
De personeelsrubrieken dienen onderverdeeld te worden op basis van de volgende kategorieën :
62.00/1 Medisch personeel verantwoordelijk voor afnemingen.
62.00/2 Medisch personeel verantwoordelijk voor verstrekkingen.
62.01 Directiepersoneel.
62.02 Administratief : bedienden met administratieve functies zoals secretaris(esse), huisbewaarder.
62.03.01. Loontrekkend : personeel dat hoofdzakelijk handenarbeid verricht : vb. schoonmaakpersoneel.
62.03.02. Autobestuurder.
62.04 Technisch personeel.
62.05 Functies die niet onder een van de vorige rubrieken gerangschikt werden.
N.B. De loonlasten worden samengevat op de staat 325.10 bestemd voor de Administratie der Direkte Belastingen.
De sociale bijdragen op de trimestriële aangiften aan de Rijkssociale zekerheid.
Andere bijdragen betreffen vergoedingen, verplaatsingskosten en extra-legale bijdragen zoals groepsverzekering.
63. Afschrijvingen en waardeverminderingen.
Voor de onroerende goederen en de onroerende goederen door bestemming bedraagt het afschrijvingspercentage 3 pc.
De medische uitrusting wordt aan 20 pc afgeschreven terwijl voor het niet-medisch en het meubilair 10 pc wordt aangerekend.
Rollend materiaal wordt afgeschreven aan 20 pc en eerste inrichtingskosten aan 33 pc.
De afschrijvingen gebeuren lineair.
Uitgaven beneden de 10 000 F mogen als niet afschrijfbaar aanzien worden.
64. Andere bedrijfslasten.
640. Bedrijfsbelastingen zoals autobelasting, onroerende voorheffing, provinciale en gemeentelijke belastingen.
65. Financiële kosten :
650. Kosten van schulden.
65.001 Intresten op leningen.
65.002 Kaskredieten.
656. Diversen.
66. Buitengewone kosten.
2. Ontvangsten.
70/3 Honoraria.
70/5 Werkingstoelagen.
70/6 Tussenkomst in de werkingskosten.
74. Andere ontvangsten.
75. Financiële opbrengsten.
Jaarlijks overzicht van de uitgaven en de ontvangsten.
Per rubriek en kostenplaats dient jaarlijks het totaal gemaakt te worden.
In bijlage wordt een tabel gevoegd van de jaarlijkse afschrijvingen.
Art. N2. <KB 1984-01-20/33, art. 1, 002> Bijlage 2. Boekhoudkundig plan van toepassing op de personen of diensten vermeld in artikel 2, 3e alinea, van het hiervoor vermeld koninklijk besluit nr. 143.
De instellingen die wegens hun beheer gehouden zijn meer uitgebreide rekeningen te bezigen moeten deze klassificeren zoals opgelegd in het koninklijk besluit van 12 september 1983 (Belgisch Staatsblad van 29 augustus 1983) tot bepaling van de inhoud en van de indeling van een als minimum geldend genormaliseerd rekeningsstelsel.
1. Dagboek.
Het dagboek moet bijgehouden worden overeenkomstig punt 1 van bijlage 1.
2. Schema.
Aan de hand van onderstaand opgelegd schema wordt een gedetailleerd overzicht verkregen van de boekhouding, op basis van inschrijvingen in het dagboek.
Deze rubrieken kunnen eventueel aangepast worden al naar gelang de behoeften en de bijzondere omstandigheden van de dienst.
61. Uitgaven.
610. Uitgaven voor aankopen en leveringen :
610.2 Algemene kosten :
610.20 - Verzekeringen, Huur, liften, brandstof, kosten die niet in de andere rubrieken kunnen ondergebracht worden.
610.21 Eigen vervoer.
610.22 Vervoer door derden.
610.23 Afnemingskosten.
610.3 Onderhoud :
Onderhoudsmaterieel en produkten.
Water, gas, elektriciteit.
610.4 Verwarming :
Brandstof, onderhoudskontrakten.
Klein materieel en meubilair.
610.5 Administratie :
Drukwerken, telefoon, bureaukosten, verplaatsingen, recepties.
Zitpenningen.
610.6 Was en linnen.
Was en wasprodukten, uitgegeven was.
Klein materieel en meubilair.
Vernieuwing linnen.
610.8 Personeelsaccomodatie :
Meubilair refter of keuken
610.9 Medisch materieel :
Klein materieel en meubilair.
Sterilisatie.
62. Personeelslasten.
De personeelsrubrieken dienen onderverdeeld te worden op basis van de volgende categorieën :
62,00/1 Medisch personeel verantwoordelijk voor afnemingen.
62.01 Directie personeel.
62.02 Administratief : bedienden met administratieve functies.
62.03.01 Loontrekkend : personeel dat hoofdzakelijk handenarbeid verricht : voorbeeld : schoonmaakpersoneel, stoker.
62.03.02 Autobestuurders.
62.04. Technisch personeel.
62.05 Functies die niet onder een van de vorige rubrieken gerangschikt werden.
De loonlasten worden samengevat op de staat 325.10 bestemd voor de Administratie der Directe Belastingen.
De sociale bijdragen op de trimestriële aangiften aan de Rijkssociale zekerheid.
Andere bijdragen betreffen vergoedingen, verplaatsingskosten en extra-legale bijdragen zoals groepsverzekering.
63. Afschrijvingen en waardeverminderingen.
Voor de onroerende goederen en de onroerende goederen door bestemming bedraagt het afschrijvingspercentage 3 o/o.
De medische uitrusting wordt aan 20 o/o afgeschreven terwijl voor het niet-medisch en het meubilair 10 o/o wordt aangerekend.
Rollend materiaal wordt afgeschreven aan 20 o/o en eerste inrichtingskosten aan 33 o/o.
De afschrijvingen gebeuren lineair.
Uitgaven beneden de 10 000 F mogen als niet-afschrijfbaar aanzien worden.
64. Andere bedrijfslasten.
640. Bedrijfsbelastingen zoals autobelastingen, onroerende voorheffing, provinciale en gemeentelijke belastingen.
65. Financiële kosten.
650. Kosten van schulden.
65.001 Interesten op leningen.
65.002 Kaskredieten.
656. Diversen.
66. Buitengewone kosten.
Ontvangsten :
70.3 Honoraria i.v.m. afnemingen.
70.5 Werkingstoelagen.
70.6 Tussenkomst in de werkingskosten.
74.1 Ontvangsten i.v.m. eigen vervoer.
74.2 Ontvangsten i.v.m. vervoer door derden.
74.3. Ontvangsten i.v.m. afnemingen.
Jaarlijks overzicht van de uitgaven en ontvangsten
Per rubriek en kostenplaats dient jaarlijks het totaal gemaakt te worden.
In bijlage wordt een tabel gevoegd van de jaarlijkse afschrijvingen.
plan van toepassing op de laboratoria
De instellingen die wegens hun beheer gehouden zijn meer uitgebreide rekeningen te bezigen moeten deze klassificeren zoals opgelegd in het koninklijk besluit van 7 maart 1978 tot bepaling van de inhoud en van de indeling van een als minimum geldend genormaliseerd rekeningsstelsel.
DagboekDit