Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

26 APRIL 1982. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten voor de specialiteit van pathologische anatomie.



Inhoudstafel:


Art. 1, N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Enig artikel. In de bijlage van dit besluit worden de bijzondere criteria vastgesteld voor de opleiding en de erkenning van de geneesheren die als geneesheren-specialisten voor pathologische anatomie wensen opgenomen te worden op de lijst van geneesheren-specialisten, bedoeld in artikel 153, § 4 van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, alsmede de bijzondere criteria voor stagemeesters en voor stagediensten betreffende de zoëven vermelde specialiteit.

Art. N. Bijlage
  A. Criteria voor opleiding en erkenning van de geneesheren-specialisten voor pathologische anatomie
  1. De kandidaat-specialist moet aan de algemene criteria voor opleiding en erkenning van de geneesheren-specialisten beantwoorden.
  2. De pathologische anatomie omvat de kennis van zowel de macroscopische als de microscopische morfologie die eigen is aan de diverse pathologische toestanden, met inbegrip van hun etiopathogenese en hun dynamische aspecten.
  3. De duur van de opleiding bedraagt ten minste vijf jaar.
  4. De volledige opleiding omvat: de praktijk en de interpretatie van lijkschouwingen, zowel microscopisch als macroscopisch, het onderzoek van chirurgische preparaten, het onderzoek van de biopsieën met inbegrip van de histologische sneldiagnostiek tijdens operaties, de cytologische onderzoekingen, de anatomo-klinische correlatie en de anatomo-pathologische grondslagen van de gerechtelijke geneeskunde.
  De kandidaat-specialist zal tijdens zijn vorming geleidelijk een grotere persoonlijke verantwoordelijkheid op zich nemen.
  5. In de mate waarin bepaalde gebieden van de pathologische anatomie niet voldoende zouden beoefend worden in de dienst, zal de kandidaat-specialist, met instemming van zijn stagemeester, zijn vorming in die gebieden aanvullen door stages van drie tot zes maanden in daartoe erkende gespecialiseerde diensten of afdelingen, zonder dat het totaal van die stages achttien maanden mag overtreffen.
  6. De kandidaat-specialist zal regelmatig in zijn stageboek de aard en het jaarlijks aantal van zijn werkzaamheden aanduiden, alsmede de seminaria, leergangen en andere didactische activiteiten die hij heeft bijgewoond in de loop van zijn opleiding.
  7. De kandidaat-specialist moet ten minste eenmaal in de loop van zijn opleiding een voordracht houden in een wetenschappelijke vergadering of als hoofdauteur een werk publiceren over een klinisch, technisch of wetenschappelijk onderwerp in verband met de pathologische anatomie.
  8. De kandidaat-specialist die vóór het van kracht worden van het ministerieel besluit waarbij deze bijlage is gevoegd, zijn opleiding in de klinische biologie heeft aangevangen overeenkomstig het ministerieel besluit van 15 september 1979 tot vaststelling van de bijzondere criteria voor erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten voor de specialiteit van klinische biologie, met het oog op een specialisatie in de pathologische anatomie, mag deze opleiding voltooien in vijf jaar indien hij gedurende ten minste vier jaar stages in de pathologische anatomie gevolgd heeft.
  9. De geneesheer die vóór het van kracht worden van hetzelfde besluit als specialist in de klinische biologie erkend werd en die bewijst dat hij uitsluitend de pathologische anatomie heeft beoefend, kan afzien van zijn erkenning in de klinische biologie om als specialist in de pathologische anatomie erkend te worden.
  10. De geneesheer die vóór het van kracht worden van hetzelfde besluit als specialist in de klinische biologie erkend werd en die bewijst dat hij de pathologische anatomie samen met de andere takken van de klinische biologie heeft beoefend, kan benevens zijn erkenning in de klinische biologie, ook een erkenning als specialist in de pathologische anatomie bekomen.
  B. Criteria voor erkenning van de stagemeesters voor pathologische anatomie
  1. De stagemeester moet aan de algemene criteria voor erkenning van de stagemeesters beantwoorden.
  2. De stagemeester moet met volle dagtaak (ten minste acht tiende van de normale beroepsactiviteit) in zijn laboratorium werkzaam zijn en er het grootste deel van zijn activiteit besteden aan werk in zijn specialiteit.
  3. De stagemeester, erkend als gespecialiseerd in de pathologische anatomie, moet kandidaat-specialisten één en ten hoogste drie voor een jaarlijkse activiteit van ten minste vierduizend histo-diagnostische onderzoekingen op biopsie en tweeduizend cytodiagnostische onderzoekingen, alsmede tweehonderd secties met inbegrip van hun microscopie.
  4. Voor ditzelfde minimum verrichtingen per jaar, moet de stagemeester één medewerker hebben die sedert ten minste vijf jaar erkend is als gespecialiseerd in de pathologische anatomie, met volle dagtaak (ten minste acht tiende van de normale beroepsactiviteit) in het laboratorium tewerkgesteld is, blijk geeft van voortdurende wetenschappelijke belangstelling en metterdaad betrokken is bij de opleiding van de kandidaat-specialisten.
  5. Per duizend histodiagnostische en vijfhonderd cytodiagnostische onderzoekingen, alsmede vijfenzeventig secties boven het vereiste minimum, mag de stagemeester één kandidaat-specialist boven het in punt 3 vastgestelde aantal aanvaarden en moet hij dan een bijkomende medewerker nemen die als bevoegd erkend is in de pathologische anatomie en aan de in punt 4 gestelde voorwaarden beantwoordt.
  6. De persoonlijke deelneming van de kandidaat-specialist aan de werkzaamheden van het laboratorium mag onder geen enkele voorwaarde in het gedrang gebracht worden en zijn opleiding moet een volle dagtaak in beslag nemen.
  7. De stagemeester zal erop toezien dat de kandidaat-specialisten die hij vormt in contact blijven met de verwijzende, medische en chirurgische disciplines.
  C. Criteria voor erkenning van de stagediensten voor pathologische anatomie
  1. Het laboratorium moet aan de algemene criteria voor erkenning van de stagediensten beantwoorden.
  2. Om gerechtigd te zijn tot het geven van een volledige opleiding, moet het laboratorium deel uitmaken van een algemeen ziekenhuis waarvan de verschillende diensten door erkende specialisten geleid worden overeenkomstig artikel 25 van het ministerieel besluit van 30 augustus 1978 tot vaststelling van de algemene criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten. Daarenboven moeten ten minste de diensten voor inwendige geneeskunde en voor heelkunde als stagediensten kunnen erkend worden.
  3. Dit laboratorium moet jaarlijks ten minste vierduizend histologische onderzoekingen en, met inbegrip van hun microscopie, tweehonderd secties verrichten. Het moet samenwerk en met de verschillende disciplines en met de wachtdienst van de instelling.
  4. De stagedienst bedoeld onder punt 2 moet een passende infrastructuur en een gevarieerde uitrusting bezitten, die alle gewone technieken, de spitstechnieken, de histologische sneldiagnostiek, de wetenschappelijke navorsing mogelijk maken.
  5. Een laboratorium met beperkte opleidingsmogelijkheden, dat niet aan bovengenoemde voorwaarden beantwoordt, kan erkend worden voor stages waarvan de duur in het erkenningsbesluit zal bepaald worden.
  6. Iedere stagedienst moet de registratie van de patiënten bijhouden, met een tweede classificatie volgens de aard van de onderzoekingen. Voor ieder onderzoek moet een verslag worden opgemaakt en bijgehouden.