12 OKTOBER 1982. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de reis- en verblijfkosten aan de cursisten die een beroepsopleiding ontvangen.
Art. 1-3
Artikel 1. De cursist die een beroepsopleiding ontvangt in een door de Rijksdienst met eigen middelen opgericht centrum of in een technische onderwijsinrichting heeft recht op de terugbetaling van de kosten, verbonden aan een dagelijkse reis, heen en terug, wanneer zijn verblijfplaats en de opleidingsplaats tenminste 5 kilometer van elkaar verwijderd zijn.
De in aanmerking genomen afstanden zijn die welke voorkomen in het officiële Boek der wettelijke afstanden, langs de gewone wegen.
De terugbetaling van de gemaakte kosten wordt beperkt tot de prijs van het goedkoopste gemeenschappelijke vervoermiddel, welke ook het gebruikte vervoermiddel zij.
De cursist kan ertoe gehouden worden de stukken over te leggen waaruit blijkt dat hij de door hem opgegeven kosten werkelijk heeft gemaakt.
Art.2. Onverminderd de in artikel 1 bepaalde voordelen heeft de cursist in opleiding in een door de Rijksdienst met eigen middelen opgericht centrum of in een technisch onderwijsinrichting, die zich bij gebruikmaking van een normaal gemeenschappelijk vervoermiddel meer dan dertien uur per dag van zijn verblijfplaats dient te verwijderen en die slechts éénmaal per week naar zijn verblijfplaats terugkeert, recht op een vergoeding voor verblijfskosten waarvan het bedrag op 148,50 F per dag is vastgesteld.
Dit bedrag is gekoppeld aan de spilindex 114,20.
Dit bedrag wordt verhoogd of verminderd overeenkomstig artikel 4 van de wet van 2 augustus 1971, houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.
De verhoging of vermindering wordt toegepast vanaf de dag bepaald in artikel 6, 3° van voornoemde wet.
Art. 3. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 1982.