9 SEPTEMBER 1982. - Besluit van de Vlaamse Executieve betreffende de erkenning van niet-openbare radio's.
Art. 1-14
Artikel 1. De erkenningsaanvraag bedoeld in artikels 4 en 8 van het decreet van 6 mei 1982 houdende organisatie en erkenning van niet-openbare radio's hierna te noemen het decreet, worden ingediend bij de (Vlaamse Minister) van Cultuur en dit binnen de maand na de oproep die daarvoor verschijnt in het Belgisch Staatsblad. Wanneer blijkt dat, nadat de erkenningen gebeurd zijn, uitzendmogelijkheden vrij blijven of vrij komen, kunnen steeds erkenningsaanvragen worden ingediend zonder dat hiervoor een oproep in het Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd. <BVR 1994-01-19/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-02-1994>
De (Vlaamse Minister) van Cultuur kan modelformulieren opleggen om de aanvraag in te sturen. <BVR 1994-01-19/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-02-1994>
Art.2. De erkenningsaanvraag bevat volgende elementen :
1. Een lijst met de namen van de beheerders alsmede een exemplaar van de statuten van de vereniging zonder winstgevend doel, zoals ze verschenen zijn in het Belgisch Staatsblad. De (Vlaamse Minister) van Cultuur kan, indien de statuten ingediend bij het bestuur van het Belgisch Staatsblad maar nog niet verschenen zijn, uitstel verlenen voor een termijn die hij bepaalt, voor het indienen van dit exemplaar. <BVR 1994-01-19/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-02-1994>
2. Een verklaring van de vereniging zonder winstgevend doel waar de zetel, de produktie- en de zendinstallatie gevestigd zijn.
3. Een omstandige nota waarin de vereniging zonder winstgevend doel haar doelstellingen en werking omschrijft. Deze nota omvat ook het beoogde zendbereik en het voorgestelde zendschema.
4. Een nota waarin de vereniging zonder winstgevend doel omschrijft op welke manier zij beantwoordt aan de bepalingen van inzonderheid de artikelen 2, 4 en 5 van het decreet.
5. Een verklaring waarbij de vereniging zonder winstgevend doel de verbintenis aangaat de frequentie te gebruiken en de technische normen te eerbiedigen die haar zullen worden opgelegd door de Minister of Staatssecretaris tot wiens bevoegdheid de telegrafie en telefonie behoren.
6. Indien de radio wenst uit te zenden in een andere taal dan het Nederlands, een nota waarin dit voornemen gemotiveerd wordt.
7. De roepnaam van de niet-openbare radio.
8. Elk ander element dat de vereniging zonder winstgevend doel dienstig acht om de aanvraag te staven.
Art.3. De (Vlaamse Minister) van Cultuur legt de aanvraag voor aan de Raad van Niet-Openbare Radio's. De Raad is gehouden advies te verstrekken binnen de vijfenzeventig dagen na ontvangst van de aanvraag door de Raad. Indien de Raad binnen deze termijn geen advies uitbrengt kan de (Vlaamse Minister) van Cultuur een beslissing treffen zonder advies. <BVR 1994-01-19/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-02-1994>
Art.4. Het gemotiveerd advies van de Raad vermeldt het standpunt van de aanvrager en kan minderheidsnota's bevatten.
Art.5. Het advies van de Raad houdt rekening met het gebied door de zender bestreken, met de plaatsing van de straalantenne, met de te gebruiken frequenties en met het zendschema.
Art.6. Het advies van de Raad wordt aan de aanvrager overgezonden door de (Vlaamse Minister) van Cultuur bij wie tevens de bezwaren, bedoeld in art. 8, § 4, tweede lid, van het decreet moeten ingediend worden. <BVR 1994-01-19/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-02-1994>
Art.7. De (Vlaamse Minister) van Cultuur beslist uiterlijk honderd twintig dagen na ontvangst van de aanvraag door de Raad, over de erkenning van de niet-openbare radio. Deze beslissing wordt samen met haar motivatie aan de aanvrager ter kennis gebracht bij aangetekend schrijven. <BVR 1994-01-19/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-02-1994>
Art.8. De vereniging zonder winstgevend doel is gehouden de (Vlaamse Minister) van Cultuur op de hoogte te houden van alle veranderingen die zich voordoen in de structuur en de werking van de niet-openbare radio. <BVR 1994-01-19/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-02-1994>
Art.9. § 1. Om erkend te blijven gedurende de door artikel 10 van het decreet bepaalde termijn, moet de vereniging jaarlijks aan de (Vlaamse Minister) van Cultuur de hiernavolgende stukken toezenden : <BVR 1994-01-19/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-02-1994>
- Een jaarverslag zoals het voorgelegd wordt aan de algemene vergadering van de vereniging zonder winstgevend doel.
Dit jaarverslag moet ten minste een overzicht geven van de programmatie van het afgelopen jaar.
- Een financieel verslag zoals het goedgekeurd is door de algemene vergadering van de vereniging zonder winstgevend doel en de balans van de vereniging.
De (Vlaamse Minister) van Cultuur kan de wijze opleggen waarop het financieel verslag dient opgesteld. <BVR 1994-01-19/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-02-1994>
§ 2. Teneinde de (Vlaamse Minister) van Cultuur toe te laten de naleving van de bij toepassing van de in het decreet van 6 mei 1982 houdende organisatie en erkenning van niet openbare radio's, opgelegde voorwaarden na te gaan kan de (Vlaamse Minister) ter plaatse de inzage vorderen van alle daartoe vereiste stukken. <BVR 1994-01-19/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-02-1994>
Art.10. Indien blijkt, op basis van de ingediende verslagen of na onderzoek, ingesteld op initiatief van de (Vlaamse Minister) van Cultuur en/of de Raad van Niet-Openbare Radio's, dat de vereniging zonder winstgevend doel niet meer voldoet aan de normen voor erkenning gesteld in het decreet of in dit besluit, kan de (Vlaamse Minister) van Cultuur de erkenning schorsen of intrekken.
De beslissing daartoe wordt gemotiveerd. <BVR 1994-01-19/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-02-1994>
Opdat tot schorsing of intrekking kan worden overgegaan zal de Raad van Niet-Openbare Radio's, op eigen initiatief of op verzoek van de (Vlaamse Minister) van Cultuur, een onderzoek instellen en een advies formuleren. <BVR 1994-01-19/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-02-1994>
Dat advies wordt betekend aan de vereniging zonder winstgevend doel die binnen de dertig dagen haar bezwaren kan indienen bij de Raad.
Op basis van het advies en de eventuele bezwaren daarop, beslist de (Vlaamse Minister) van Cultuur binnen de dertig dagen over de schorsing of intrekking van de erkenning. <BVR 1994-01-19/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-02-1994>
De beslissing wordt de vereniging zonder winstgevend doel ter kennis gebracht bij aangetekend schrijven.
Art.11. De beslissing inzake erkenning, inzake schorsing of intrekking van een erkenning, wordt door de (Vlaamse Minister) van Cultuur, binnen de dertig dagen, meegedeeld aan de Minister of Staatssecretaris die de P.T.T. onder zijn bevoegdheid heeft. <BVR 1994-01-19/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-02-1994>
Art.12. Voor de eerste erkenningen kunnen bij besluit van de (Vlaamse Minister) van Cultuur de termijnen voorzien in de artikelen 3 en 7 van dit besluit worden verlengd. <BVR 1994-01-19/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-02-1994>
Art.13. Dit besluit treedt in werking op 15 september 1982.
Art. 14. De (Vlaamse Minister) van Cultuur is belast met de uitvoering van dit besluit. <BVR 1994-01-19/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-02-1994>