7 JULI 1982. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 16 december 1981 betreffende de erkenning van de uitzendbureaus in het Waalse Gewest.
Art. 1-10
Artikel 1. De voorafgaande toelating, bedoeld in artikel 2, eerste lid van het koninklijk besluit van 16 december 1981 betreffende de erkenning van de uitzendbureaus in het Waalse Gewest, moet bij een ter post aangetekend schrijven, aangevraagd worden aan het Lid van de Waalse Gewestexecutieve bevoegd inzake tewerkstelling, en vergezeld zijn van de stukken waaruit blijkt dat de erkenningsvoorwaarden, die bepaald waren in artikel 21 van de wet van 28 juni 1976 houdende voorlopige regeling van de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, vervuld zijn.
Art.2. Op straffe van niet ontvankelijkheid, moeten de volgende stukken bij de aanvraag gevoegd worden :
1° a) een afschrift van de oprichtingsacte van de handelsvennootschap waarvan de statuten voorzien in de tijdelijke tewerkstelling van uitzendkrachten bij gebruikers als exclusieve activiteit;
b) de nominatieve lijst van de beheerders, de zaakvoerders en de personen die de vennootschap kunnen verbinden;
2° het bewijs dat een kapitaal van tenminste 1 250 000 F volledig is afbetaald;
3° de verbintenis geen uitzendkrachten bij een gebruiker te werk te stellen of te houden in geval van staking of lock-out;
4° indien het een buitenlandse vennootschap betreft :
a) een attest waaruit blijkt dat een fysisch persoon, die zijn woon- en verblijfplaats in België heeft, gemachtigd is de onderneming te verbinden tegenover derden en te vertegenwoordigen tegenover de Belgische overheid en de rechtsmacht;
b) het bewijs dat de mandataris, bedoeld in 4°, a, blijk geeft van een bekwaamheid, die voor de uitoefening van zijn mandaat vereist is;
c) bij afwezigheid van een zetel in België, de aansluiting bij een erkend sociaal secretariaat voor werkgevers.5° een uittreksel uit het strafregister voor elk van de personen, bedoeld in 1°, b en 4°, a.
Art.3. Na onderzoek naar het vervuld zijn van de erkenningsvoorwaarden die bepaald waren in artikel 21 van de voormelde wet van 28 juni 1976, geeft de Nationale Arbeidsraad een advies over de aanvraag tot voorafgaande toelating, binnen de dertig dagen na de ontvangst ervan.
De Nationale Arbeidsraad kan het uitzendbureau uitnodigen documenten voor te leggen of inlichtingen te verschaffen om na te gaan of vermelde voorwaarden vervuld zijn. Daartoe, kan hij eveneens de vertegenwoordigers ervan voor gehoor oproepen. Deze hebben de mogelijkheid zich te laten bijstaan door een raadsman.
Het negatief advies moet met redenen omkleed zijn.
Art.4. De toelating om een activiteit als uitzendbureau uit te oefenen wordt verleend door het bevoegde Lid van de Executieve voor de geldigheidsduur van het voormeld koninklijk besluit van 16 december 1981, zonder één jaar te boven te gaan. Zij is hernieuwbaar.
Art.5. Elk uitzendbureau dient binnen de vijftien dagen het bevoegde Lid van de Executieve in kennis te stellen van :
1° de wijzigingen opgetreden in zijn oprichting, zijn statuten, alsook in de lijst bedoeld in artikel 2, 1°, b;
2° de wijzigingen in de exploitatievoorwaarden, zoals de adresverandering, de overplaatsing van de sociale zetel, de opening of de sluiting van uitbatingszetels, de verandering van mandataris, bedoeld bij artikel 2, 4°, a;
3° de stopzetting van zijn activiteit als uitzendbureau.
Art.6. Wanneer de werkelijke bestuursbevoegdheid van het uitzendbureau ingevolge de overdracht van aandelen of deelbewijzen of ingevolge elke andere operatie, in andere handen overgaat, heeft deze laatste de verplichting een toelating aan te vragen, zoals voorzien in artikel 2 van het voormeld koninklijk besluit van 16 december 1981.
Het kan nochtans zijn activiteit verder zetten totdat het bevoegde Lid van de Executieve beslist heeft over de aanvraag tot toelating, na het advies van de Nationale Arbeidsraad te hebben ingewonnen.
Art.7. Bij gemotiveerd verzoekschrift, kan het bevoegde Lid van de Executieve, of zijn afgevaardigde, of een representatieve organisatie vertegenwoordigd in de Nationale Arbeidsraad, deze Raad gelasten een gemotiveerd advies uit te brengen over de schorsing of de intrekking van de toelating of de erkenning van een uitzendbureau.
De Nationale Arbeidsraad geeft een met redenen omkleed advies over de schorsing of de intrekking van de toelating of de erkenning om de activiteit uit te oefenen of verder te zetten, binnen de dertig dagen volgend op de aanvraag, na de betrokken onderneming gehoord of opgeroepen te hebben.
Art.8. § 1. Het bevoegde Lid van de Executieve trekt in of schorst de vermelde toelating of erkenning.
§ 2. De toelating of de erkenning kan inzonderheid ingetrokken worden wanneer het uitzendbureau :
1° het voorwerp uitmaakt van een veroordeling in laatste aanleg voor een inbreuk op de bepalingen van de reglementering van de tijdelijke arbeid en de uitzendarbeid, van de sociale wetgeving of van de collectieve arbeidsovereenkomsten;
2° weigert de inlichtingen en documenten, bedoeld in artikel 5, te verstrekken of niet ingaat op de oproepen van de Nationale Arbeidsraad;
3° een achterstal heeft bij het betalen van de lonen en de sociale bijdragen;
4° een vertraging heeft van meer dan drie maand bij het indienen van zijn aangiften inzake sociale bijdragen;
5° verantwoordelijk is voor een ernstige tekortkoming in het bijhouden van de contractuele en sociale documenten;
6° verklaard heeft zijn activiteit als uitzendbureau stop te zetten of wanneer vastgesteld is dat er geen activiteiten meer zijn.
Art.9. De beslissingen tot toelating of erkenning van de uitzendbureaus worden bekend gemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 10. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 1981.