23 MAART 1982. _ Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 november 1963 tot uitvoering van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering.
Art. 1-7
Artikel 1. <wijzigingsbepaling>
Art.2. <wijzigingsbepaling>
Art.3. <KB 17-06-1982, art. 3> De nieuwe bepalingen van artikel 229 van voornoemd koninklijk besluit van 4 november 1963 zijn eveneens van toepassing op alle gerechtigden die arbeidsongeschikt zijn bij het inwerkingtreden van dit besluit. Evenwel voor de gerechtigden die op 30 juni 1982 de hoedanigheid van werknemer met persoon ten laste bezitten met toepassing van de reglementering zoals zij op die datum van kracht was, doch deze hoedanigheid verliezen met toepassing van de nieuwe bepalingen van voornoemd artikel 229 en voor zover zij hun hoedanigheid van werknemer met persoon ten laste behouden met toepassing van dezelfde bepaling en ingevolge dezelfde toestand als voorzien in de vroegere reglementering, worden de volgende regelen toegepast :
_ de uitkering die hen wordt toegekend als gerechtigde zonder persoon ten laste wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan 80 pct. van het verschil tussen deze uitkering en de uitkering die zij zouden ontvangen hebben indien zij de hoedanigheid van werknemer met persoon ten laste hadden behouden; deze verhoging wordt op 60 pct. gebracht vanaf 1 januari 1983, op 40 pct. vanaf 1 januari 1984 en op 20 pct. vanaf 1 januari 1985; vanaf 1 januari 1986 wordt geen verhoging meer toegekend;
_ de uitkering mag evenwel niet minder bedragen dan het gewaarborgd minimum dat met toepassing van artikel 227, (eerste of tweede paragraaf), van het voornoemd besluit van 4 november 1963, wordt toegekend aan werknemers met persoon ten laste, waarop zij overeenkomstig hun hoedanigheid als regelmatig of als niet regelmatig werknemer aanspraak zouden kunnen maken.<KB 22-06-1983, art. 2>
Art.4. <wijzigingsbepaling>
Art.5. <wijzigingsbepaling>
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 april 1982 behoudens de artikelen 2 en 3 die in werking treden op 1 juli 1982.
Art. 7. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.