13 JANUARI 1982. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 06-05-1987 en tekstbijwerking tot 17-06-2013)
Art. 1-2, 2bis, 3-6
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en de werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren.
Art.2. Is de overeenkomst voor onbepaalde tijd gesloten, dan heeft ieder der partijen het recht om die te beëindigen door opzegging aan de andere onder de volgende voorwaarden:
a) wanneer het werklieden betreft die minder dan zes maand ononderbroken in dienst van dezelfde onderneming zijn, is de door de werkgever in acht te nemen opzeggingstermijn op drie werkdagen en deze welke door de werkman dient nageleefd, op één werkdag vastgesteld;
b) wanneer het werklieden betreft die van zes maand tot minder dan drie jaar ononderbroken in dienst van dezelfde onderneming zijn, is de door de werkgever in acht te nemen opzeggingstermijn op veertien en deze welke door de werkman dient nageleefd, op zeven dagen vastgesteld.
Voor de toepassing van dit artikel wordt als werkdag beschouwd, iedere kalenderdag, met uitzondering van de zondagen, feestdagen en dagen waarop, krachtens de voor de bouwnijverheid geldende reglementering niet mag worden gewerkt.
Art. 2bis. <ingevoegd bij KB 1987-03-04/32, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1987> In de gevallen bedoeld onder artikel 2.a, mag de werknemer met behoud van loon van het werk wegblijven gedurende een halve arbeidsdag om een nieuwe dienstbetrekking te zoeken. <NOTA : Dit artikel is enkel van toepassing op de opzeggingen betekend na de inwerkingtreding van KB 1987-03-04/32>
Art.3.
<Opgeheven bij KB 2013-06-02/04, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 27-06-2013>
Art.4. De opzeggingen betekend vóór de inwerkingtreding van dit besluit, blijven al hun gevolgen behouden.
Art.5. Het koninklijk besluit van 4 januari 1974 tot vaststelling van de opzeggingstermijnen en -modaliteiten in de ondernemingen die onder het Nationaal Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren, wordt opgeheven.
Art. 6. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.