Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

9 JULI 1981. _ Koninklijk besluit tot oprichting van een Nationale Hoge Raad [voor personen met een handicap]. <Opschrift gewijzigd door KB2006-12-14/53, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 19-01-2007> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1984 en tekstbijwerking tot 19-01-2007)



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1995022047  2007022027 



Artikels:

Artikel 1. Een Nationale Hoge Raad (voor personen met een handicap) wordt opgericht, administratief verbonden aan (de FOD Sociale Zekerheid, Directie-generaal Personen met een handicap). <KB 2006-12-14/53, art. 2, 1°, 003; Inwerkingtreding : 19-01-2007>
  De Raad is belast met het onderzoek van alle problemen (inzake personen met een handicap) welke overeenkomstig de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen tot de nationale bevoegdheid behoren. <KB 2006-12-14/53, art. 2, 2°, 003; Inwerkingtreding : 19-01-2007>
  De Raad mag hierover op eigen initiatief of op verzoek van de bevoegde Ministers adviezen geven of voorstellen doen, onder meer met het oog op de rationalisatie en coordinatie van de wettelijke en reglementaire bepalingen.

Art.2. De Raad is samengesteld uit (twintig) leden die speciaal bevoegd zijn wegens hun deelneming aan de activiteiten van organisaties die zich (voor personen met een handicap) interesseren of wegens hun sociale of wetenschappelijke activiteiten. <KB 1995-01-24/36, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 03-03-1995> <KB 2006-12-14/53, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 19-01-2007>
  Onze Eerste Minister en Onze Ministers tot wier bevoegdheid de begroting, (werk en Sociale Zaken behoren), benoemen elk een vertegenwoordiger bij deze Raad. <KB 2006-12-14/53, art. 3, 2°, 003; Inwerkingtreding : 19-01-2007>

Art.3. De leden van de Raad worden door Ons benoemd. Hun mandaat duurt zes jaar en is hernieuwbaar. Bij vacature voleindigt de door Ons benoemde plaatsvervanger het mandaat van het vervangen lid.
  De voorzitter en (de drie ondervoorzitters) worden door Ons benoemd onder de leden van de Raad. Hun mandaat verstrijkt samen met hun mandaat als lid van de Raad. <KB 2006-12-14/53, art. 4, 2°, 003; Inwerkingtreding : 19-01-2007>
  De secretaris of de secretarissen worden door Onze Minister van (Sociale Zaken ) aangewezen onder de ambtenaren van zijn Departement. <KB 2006-12-14/53, art. 4, 3°, 003; Inwerkingtreding : 19-01-2007>

Art.4. § 1. De Raad stelt zijn huishoudelijk reglement op dat hij ter goedkeuring voorlegt aan Onze Minister van (Sociale Zaken). <KB 2006-12-14/53, art. 5, 1°, 003; Inwerkingtreding : 19-01-2007>
  De Raad mag een bureau oprichten.
  De Raad vergadert op verzoek van de bevoegde Ministers, op initiatief van de voorzitter of op schriftelijk en gemotiveerd verzoek van ten minste vier leden.
  Hij mag bijeenkomen in plenovergadering of secties oprichten.
  De Raad mag beroep doen op deskundigen en op instellingen, zowel nationale als op degene die afhangen van de Gemeenschappen.
  (De adviseur van de dienst Gehandicaptenbeleid van de Directie-generaal Personen met een handicap van de FOD Sociale Zekerheid) mag de vergaderingen van de Raad als waarnemer bijwonen. <KB 2006-12-14/53, art. 5, 2°, 003; Inwerkingtreding : 19-01-2007>
  § 2. De adviezen moeten doorgestuurd worden binnen de drie maanden, in dringende gevallen binnen de maand.
  Indien het advies niet wordt verstrekt binnen de gestelde termijn kan de Minister beslissen.

Art.5. § 1. De leden en de deskundigen hebben recht op presentiegeld.
  De secretarissen mogen een vergoeding genieten.
  Het bedrag van dit presentiegeld en van deze vergoeding is dat van het ministerieel besluit van 14 juni 1968 tot vaststelling van het bedrag van de presentiegelden van de voorzitter, de ondervoorzitter, de secretarissen en sommige leden van de Hoge Raad (personen met een handicap). Het kan gewijzigd worden door Onze Minister van (Sociale Zaken), na akkoord van Onze Minister die de begroting onder zijn bevoegdheid heeft. <KB 2006-12-14/53, art. 6, 1°, 003; Inwerkingtreding : 19-01-2007>
  De leden en deskundigen kunnen in voorkomend geval ook verblijfstoelagen en de terugbetaling van verplaatsingskosten bekomen. Het bedrag hiervan is gelijk aan het bedrag bepaald overeenkomstig de reglementering toepasselijk op de adviseurs van de ministeriële departementen en kan door de voornoemde Ministers gewijzigd worden. Bij wijziging van het bedrag van de terugbetaling van verplaatsingskosten zal rekening worden gehouden met de bijzondere toestand van de (leden die personen met een handicap zijn). <KB 2006-12-14/53, art. 6, 2°, 003; Inwerkingtreding : 19-01-2007>
  § 2. De uitgaven als gevolg van de werking van de Raad worden ten laste van de begroting van (de FOD Sociale Zekerheid) gelegd. <KB 2006-12-14/53, art. 6, 3°, 003; Inwerkingtreding : 19-01-2007>

Art.6. Het koninklijk besluit van 10 november 1967 houdende oprichting van een Hoge Raad voor gehandicapten, gewijzigd bij het K.B. van 17 september 1974, wordt opgeheven.

Art. 7. Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.