16 JUNI 1981. - Decreet tot inrichting van landelijke verblijven, verblijven op de boerderij, gemeubileerde vakantiewoningen en gastkamers. <Vertaling> - (NOTA 1 : Opgeheven voor wat betreft de gastkamers door DEC 1999-01-14/34, art. 10, Inwerkingtreding : onbepaald >) - (NOTA 2 : Opgeheven voor het Waalse Gewest door <DWG 2003-12-18/93, art. 156, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005>) - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1987 en tekstbijwerking tot 11-03-2004)
Art. 1-9
Artikel 1. <Zie NOTA onder TITEL> Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder :
- " landelijk verblijf ", een gemeubileerde woning ingericht in gebouwen gelegen in een landelijke omgeving en bestemd om verhuurd te worden voor toeristische doeleinden,
- " verblijf op de boerderij ", een gemeubileerde woning ingericht in een landbouwbedrijf en bestemd om verhuurd te worden voor toeristische doeleinden,
- " gemeubileerde vakantiewoning ", een woning bestaande uit een gemeubileerd huis of appartement bestemd om verhuurd te worden voor toeristische doeleinden,
- " gastkamer ", één of meer gemeubileerde kamers, andere dan een landelijk verblijf of een verblijf op de boerderij, die deel uitmaken van de eigen, gewoonlijke woning van de aanvrager en bestemd om verhuurd te worden voor toeristische doeleinden.
Het landelijk karakter van de omgeving wordt beoordeeld door de bestuurlijke overheid aangewezen door de Minister die het toerisme onder zijn bevoegdheid heeft, hierna " de Minister " genoemd.
Art.2. <Zie NOTA onder TITEL> Niemand mag gebruik maken van één van de in artikel 1 vastgelegde benamingen of van de vertaling daarvan, zonder machtiging daartoe te hebben verkregen van de Minister, of van zijn gemachtigde.
Art.3. <Zie NOTA onder TITEL> De Executieve bepaalt :
1° de voorwaarden waaraan de in artikel 2 vastgestelde machtiging is onderworpen,
2° het model van het schild dat aan de houder van de machtiging wordt afgeleverd.
De Executieve mag de bijzondere voorwaarden vastleggen waaraan de woningen van ieder in artikel 1 bepaald type moeten voldoen met het oog op hun indeling in categorieën.
Art.4. <Zie NOTA onder TITEL> De machtiging kan geweigerd of ingetrokken worden indien de aanvrager of houder zich verzet tegen de controle ter plaatse van de voorwaarden bepaald in artikel 3, door de ambtenaren die de Minister heeft aangewezen.
Art.5. <Zie NOTA onder TITEL> Met gevangenisstraf van acht dagen tot één maand en met geldboete van 26 (euro) tot 1 000 (euro) of met een van die straffen alleen wordt gestraft hij die zonder machtiging gebruik heeft gemaakt van een van de benamingen vervat in artikel 1 of wederrechtelijk een schild dat met een van deze benamingen overeenstemt, heeft gebruikt. <DWG 2002-07-04/33, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
De bepalingen van boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en van artikel 85, zijn van toepassing op de inbreuken bepaald in dit artikel.
Art.6. <Zie NOTA onder TITEL> Naast de officieren van gerechtelijke politie zijn de op voordracht van de Minister door de Executieve aangewezen ambtenaren belast met het opsporen en vaststellen van inbreuken op dit decreet.
De processen-verbaal die zij opmaken, gelden als bewijs zolang het tegendeel niet bewezen is.
Binnen de vier werkdagen volgend op de vaststelling van de inbreuken, worden deze processen-verbaal overgezonden naar de bevoegde ambtenaar van het openbaar ministerie.
Een afschrift wordt binnen dezelfde termijn toegestuurd aan de eigenaar van de woning, aan de dader van de inbreuk, indien hij geen eigenaar van de woning is, en aan de Minister.
Art.7. <Zie NOTA onder TITEL> Binnen de perken van de op de begroting uitgetrokken kredieten kan de Minister een premie toekennen voor uitrustings- of verbouwingswerken bestemd tot het inrichten of moderniseren, in bestaande gebouwen, van woningen als bedoeld in artikel 1.
De premie beloopt een bepaald percentage van de kosten van de werken.
Art.8. <Zie NOTA onder TITEL> De Executieve bepaalt :
1° de voorwaarden tot toekenning, intrekking en terugbetaling van de premie,
2° het percentage waarin voorzien is in artikel 7, alinea 2,
3° het minimumbedrag onder hetwelk de werken niet in aanmerking komen voor de toekenning van de premie,
4° het maximumbedrag van de premie.
Art. 9. <Zie NOTA onder TITEL> Dit decreet treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.