Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

9 FEBRUARI 1981. - Koninklijk besluit betreffende het toezicht bij de invoer van voedingsmiddelen en andere in de wet van 24 januari 1977 bedoelde produkten. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 09-01-1997 en tekstbijwerking tot 03-04-2018)



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1997022674  2003022867 



Artikels:

Artikel 1. Het is verboden bedorven, schadelijke of door een verordening van het algemeen bestuur schadelijk verklaarde voedingsmiddelen of andere in de wet van 24 januari 1977 bedoelde produkten in te voeren.

Art.2. Wanneer de uiterlijke kenmerken doen vermoeden dat de in een fictief, openbaar of particulier entrepot voorhanden gehouden of tot de invoer aangeboden voedingsmiddelen of andere produkten, bedorven, schadelijk of door een verordening van het algemeen bestuur schadelijk verklaard zijn, brengen de douanediensten dit ter kennis van de dienst Eetwareninspectie, van het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin, die tot een onderzoek kan overgaan.
  Het onderzoek van de voedingsmiddelen of andere in artikel 1 bedoelde produkten in diezelfde plaatsen kan ook worden uitgevoerd wanneer bedoelde dienst der Eetwareninspectie op welke andere wijze ook van een dergelijke toestand in kennis wordt gesteld.

Art.3.De ambtenaren van de dienst Eetwareninspectie mogen monsters nemen van de voedingsmiddelen of andere in artikel 1 bedoelde produkten, die in een fictief, openbaar of particulier entrepot voor handel gehouden worden of die ten invoer worden aangeboden en deze laten ontleden.
  De monsters worden voor ontleding overgemaakt [1 aan Sciensano]1 of aan één of meer laboratoria erkend voor de desbetreffende ontledingen. <KB 2003-07-11/83, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 29-09-2003>
  ----------
  (1)<KB 2018-03-28/02, art. 25, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2018>

Art.4. § 1. Wanneer het onderzoek uitwijst dat de voedingsmiddelen of andere in artikel 1 bedoelde produkten bedorven of schadelijk zijn wordt de invoer geweigerd en kunnen zij, naar keuze van de invoerder, worden teruggezonden of voor menselijke voeding, respectievelijk voor het gebruik waartoe ze normaal bestemd zijn, buiten gebruik gesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 5, § 1.
  § 2. Wanneer het onderzoek uitwijst dat de voedingsmiddelen of andere in artikel 1 bedoelde produkten door een verordening van het algemeen bestuur schadelijk verklaard zijn, wordt de invoer geweigerd en kunnen zij, naar keuze van de invoerder, worden teruggezonden of voor menselijke voeding respectievelijk voor het gebruik waartoe ze normaal bestemd zijn, buiten gebruik gesteld of, indien dat mogelijk blijkt, onder douaneregime worden herverwerkt teneinde ze opnieuw geschikt te maken voor de menselijke voeding of voor het gebruik waartoe ze normaal bestemd zijn, overeenkomstig de bepalingen van artikel 5, § 2.
  § 3. Wanneer het onderzoek uitwijst, dat de voedingsmiddelen of andere in artikel 1 bedoelde produkten noch bedorven, noch schadelijk, noch schadelijk verklaard zijn, kunnen zij worden ingeklaard.

Art.5. § 1. De bedorven of schadelijke voedingsmiddelen of andere in artikel 1 bedoelde produkten, die niet worden teruggezonden, kunnen, hetzij worden vernietigd, hetzij onder douaneregime gedenatureerd en herverwerkt tot produkten, die niet voor de menselijke voeding, noch voor het gebruik waartoe ze normaal bestemd zijn, mogen gebruikt worden, op voorwaarde dat zij voldoen aan de reglementaire voorschriften betreffende deze produkten.
  § 2. De door een verordening van het algemeen bestuur schadelijk verklaarde voedingsmiddelen of andere in artikel 1 bedoelde produkten kunnen onder douaneregime worden herverwerkt teneinde ze geschikt te maken voor de menselijke voeding of voor het gebruik waartoe ze normaal bestemd zijn, hetzij ter plaatse, hetzij na vervoer naar een geschikte plaats.
  Indien deze na herverwerking bij onderzoek geschikt bevonden worden, kunnen zij worden ingeklaard. Indien zij na herverwerking bij onderzoek nog steeds niet geschikt bevonden worden vallen zij onder toepassing van § 1.
  § 3. Ingeval de terugzending of het buiten gebruik stellen wordt geweigerd, wordt ambtshalve overgegaan tot de procedure voorzien in § 1.
  Daartoe kan de dienst Eetwareninspectie openbare of privé-instellingen, verzoeken de voedingsmiddelen en andere in artikel 1 bedoelde produkten op te halen en buiten gebruik te stellen.
  § 4. De kosten voortvloeiend, uit de handelingen vermeld in §§ 1 tot 3 vallen ten laste van de invoerder.

Art.6. De vaststellingen, de gebeurlijke analyse-uitslagen en de gemotiveerde beslissing van de dienst Eetwareninspectie worden in een proces verbaal opgenomen en aan de invoerder en aan het bevoegd douanekantoor betekend.

Art. 7. Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.