3 AUGUSTUS 1979. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van artikel 83, § 1, van de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen.
Art. 1-5
Artikel 1. Voor de toepassing van artikel 83, § 1, van de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen, wordt als een met een pensioenstelsel ten laste van is Rijks Schatkist aanverwant pensioenstelsel beschouwd, elk pensioenstelsel waarvan de last geheel of gedeeltelijk gedragen wordt hetzij door een openbare dienst, hetzij door een door de overheid gesubsidieerde dienst of instelling.
Art.2. Voor de vaststelling van het aantal dagen ziekteverlof bedoeld bij artikel 83, § 1, van de voormelde wet worden alle afwezigheden wegens ziekte in aanmerking genomen, ongeacht de administratieve toestand waarin de betrokkene gedurende die periode werd geplaatst.
Er wordt echter geen rekening gehouden met de afwezigheid wegens ziekte of gebrekkigheid voorafgaand aan de datum waarop dit besluit in werking treedt.
Art.3. Het pensioen toegekend bij toepassing van artikel 83, § 1, van de voormelde wet, gaat in, volgens het geval :
a) ofwel op de eerste dag van de maand die volgt op die gedurende welke de beslissing van definitieve ongeschiktheid getroffen door het bevoegd medisch overheidsorgaan aan de betrokkene bekend werd gemaakt, wanneer het een beslissing betreft waartegen geen hoger beroep is ingesteld, of desgevallend wanneer deze na beroep is bevestigd;
ofwel op de eerste dag van de maand die volgt op die gedurende welke aan de betrokkene de beslissing getroffen door het medisch overheidsorgaan van hoger beroep bekend werd gemaakt, in gevallen waarin een beroepsprocedure is ingesteld en voor zover deze beslissing de in eerste aanleg getroffen beslissing wijzigt;
b) op de eerste dag van de maand die volgt op die gedurende welke de betrokkene na zijn zestigste verjaardag een totaal van 365 dagen afwezigheid wegens ziekte bereikt; deze oppensioenstelling wordt voor het overige gelijkgesteld met een oppensioenstelling wegens lichamelijke ongeschiktheid.
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 5 augustus 1978.
Art. 5. Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.