19 OKTOBER 1978. - Koninklijk besluit houdende regelen betreffende de officina's en de geneesmiddelendepots in de verzorgingsinrichtingen. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-10-1985 en tekstbijwerking tot 16-01-2024)
Art. 1-4, 4bis, 4ter, 4quater, 5-8
1997022376 2001022023 2002022306 2003022328 2003022785 2006022945 2007022210 2008018374 2010018182 2014018250
Artikel 1.
<Opgeheven bij KB 2020-09-30/32, art. 33,2°, 013; Inwerkingtreding : 03-01-2021>
Art.2.
<Opgeheven bij KB 2020-09-30/32, art. 33,2°, 013; Inwerkingtreding : 03-01-2021>
Art.3.§ 1. [1 ...]1
§ 2. [1 ...]1
§ 3. De titularis van een ziekenhuisofficina of van een geneesmiddelendepot mag niet terzelfdertijd de functie uitoefenen van :
a) industrie-apotheker;
b) titularis van een officina of van een geneesmiddelendepot.
Bij afwijking wordt echter als cumulatie toegelaten :
1° titularis van twee geneesmiddelendepots;
2° titularis van één ziekenhuisofficina en van één geneesmiddelendepot in twee ziekenhuizen die samen niet meer dan 150 bedden tellen.
De omvang van het ziekenhuis wordt bepaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 oktober 1978 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 oktober 1964, tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen moeten worden nageleefd.
----------
(1)<KB 2020-09-30/32, art. 33,2°, 013; Inwerkingtreding : 03-01-2021>
Art.4.<KB 30-04-1981, art. 1> De ziekenhuisofficina en het geneesmiddelendepot staan niet open voor het publiek.
(De geneesmiddelen (grondstoffen, medische hulpmiddelen en actief implanteerbare medische hulpmiddelen) mogen uitsluitend afgeleverd worden voor de behoeften van de personen die opgenomen zijn in de verzorgingsinrichting met het oog op een behandeling of een onderzoek en voor zover de geneesmiddelen met dit doel volledig worden verbruikt in de inrichting. Zijn niet onderworpen aan deze verplichting : <KB 2007-01-29/49, art. 4, 009; Inwerkingtreding : 05-03-2007>
- de geneesmiddelen door de apotheker verwerkt in parenterale voeding;
- de cytostatica uitsluitend bestemd om langs parenterale weg toegediend te worden en waarvoor een ex tempore bereiding noodzakelijk is in de officina in een steriel milieu.) <KB 1988-04-08/35, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 17-06-1988>
(- de inspuitbare magistrale bereidingen, bestemd om een behandeling die in een ziekenhuis is ingesteld, voort te zetten, op voorwaarde dat er geen geregistreerde farmaceutische specialiteiten in de handel zijn in dezelfde farmaceutische vorm en met dezelfde toedieningsweg die, indien ze alleen of samen worden gebruikt, de voorgeschreven bereiding zouden kunnen vervangen.) <KB 1997-04-18/33, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-09-1997>
(- de geneesmiddelen die voorgeschreven worden in het kader van een behandeling in een verzorgingsinrichting ten behoeve van personen die opgenomen zijn in die inrichting en die afgeleverd worden, opdat de patiënt zijn behandeling zou kunnen voortzetten buiten de verzorgingsinrichting gedurende een periode van maximum drie dagen.) <KB 2001-01-07/48, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 01-02-2001>
(- de geneesmiddelen gebruikt in ziekenhuizen met een erkend zorgprogramma voor reproductieve geneeskunde, bij medisch begeleide voortplanting en/of vrouwelijke fertiliteitsproblemen, vergund overeenkomstig de wet van 25 maart 1964 op geneesmiddelen en die behoren tot één van de volgende categorieën :
1) geneesmiddelen die de follikelruptuur induceren;
2) geneesmiddelen die de folliculaire groei stimuleren volgens een gonadotropine mechanisme;
3) geneesmiddelen met agonistische of antagonistische werking van het Luteïniserend Hormoon Releasing Hormoon, genoemd LHRH (" Luteinising Hormone Releasing Hormone "), gonadoreline of gonadoliberine, die inwerken op de hypofyse.) <KB 2008-12-17/30, art. 1, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2009>
[1 - het geneesmiddel Mifegyne dat uitsluitend is bestemd om te worden gebruikt voor zwangerschapsafbreking in een centrum voor medisch-sociale begeleiding bij ongewenste zwangerschap, dat met toepassing van artikel 22, 6° en 23, § 3, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, een revalidatie-overeenkomst heeft afgesloten met het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.]1
[2 - Het geneesmiddel met als actieve substanties zowel emtricitabine en een vorm van tenofovir, als onderdeel van de profylaxe van HIV, met het oog op een potentiële blootstelling aan het vermelde virus, indien deze worden afgeleverd door de apotheker aan een vereniging zonder winstoogmerk waarmee het RIZIV een overeenkomst heeft gesloten voor de verdeling van het vermelde geneesmiddel, in het kader van de laagdrempelige bevoorrading van sekswerkers.]2
----------
(1)<KB 2010-04-28/02, art. 1, 011; Inwerkingtreding : 27-05-2010>
(2)<KB 2023-12-11/18, art. 1, 014; Inwerkingtreding : 26-01-2024>
Art. 4bis.
<Opgeheven bij KB 2020-09-30/32, art. 33,2°, 013; Inwerkingtreding : 03-01-2021>
Art. 4ter.
<Opgeheven bij KB 2020-09-30/32, art. 33,2°, 013; Inwerkingtreding : 03-01-2021>
Art. 4quater.
<Opgeheven bij KB 2020-09-30/32, art. 33,2°, 013; Inwerkingtreding : 03-01-2021>
Art.5.
<Opgeheven bij KB 2020-09-30/32, art. 33,2°, 013; Inwerkingtreding : 03-01-2021>
Art.6.
<Opgeheven bij KB 2020-09-30/32, art. 33,2°, 013; Inwerkingtreding : 03-01-2021>
Art.7.
<Opgeheven bij KB 2020-09-30/32, art. 33,2°, 013; Inwerkingtreding : 03-01-2021>
Art. 8.
<Opgeheven bij KB 2020-09-30/32, art. 33,2°, 013; Inwerkingtreding : 03-01-2021>