1 DECEMBER 1977. _ Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedure voor inschrijving op de lijsten van toevoegsels en van contaminanten alsmede voor wijzigingen van diezelfde lijsten. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 09-02-1978 en tekstbijwerking tot 15-03-2007)
Art. 1-9, N
1999022161 2000003481 2001003354 2004023028 2005022384 2007022301
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
(1° Toevoegsel, additief :
elke stof met of zonder voedingswaarde die op zichzelf gewoonlijk niet als voedsel wordt geconsumeerd en gewoonlijk niet als kenmerkend voedselingrediënt wordt gebruikt, en die om technische redenen bij het vervaardigen, verwerken, bereiden, behandelen, verpakken, vervoeren of opslaan van voedingsmiddelen bewust aan deze voedingsmiddelen wordt toegevoegd, met als gevolg of redelijkerwijs te verwachten gevolg dat de stof zelf dan wel de derivaten ervan, direct of indirect, een bestanddeel van die voedingsmiddelen worden.
2° Technische hulpstof :
elke stof die op zichzelf niet als voedselingrediënt wordt geconsumeerd, die bij de verwerking van grondstoffen, voedingsmiddelen of voedselingrediënten bewust wordt gebruikt om tijdens de bewerking of verwerking aan een bepaald technisch doel te beantwoorden en die kan leiden tot de onbedoelde maar technisch onvermijdelijke aanwezigheid van residuen van deze stof of derivaten ervan in het eindprodukt, mits deze residuen geen gevaar voor de gezondheid opleveren en geen technologische gevolgen voor het eindprodukt hebben.) <KB 1991-03-12/37, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 09-07-1991>
3° Contaminant : elke zelfstandigheid, die niet opzettelijk aan een voedingsmiddel is toegevoegd, maar daarin nochtans aanwezig is, hetzij als een residu van behandelingen en bewerkingen bij de produktie (daarin begrepen de behandelingen van teelten, landbouwprodukten en vee, ook diergeneeskundig), bij de fabricage of bij de handel, hetzij door migratie vanuit voorwerpen of stoffen, die met het voedingsmiddel in aanraking komen, hetzij van vervuiling door de omgeving.
Deze bepaling is niet van toepassing op fragmenten van insekten, haren van knaagdieren en andere vreemde lichamen.
4° Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort.
5° Aanvrager : de persoon, de firma of de groepering, die de individuele aanvraag voor het inschrijven op of voor het wijzigen van de lijsten van toevoegsels en van contaminanten indient.
Art.2. De aanvraag voor het inschrijven van een toevoegsel, evenals de aanvraag voor het wijzigen van de gehalten of van enige andere toelatingsvoorwaarde op de lijsten van toevoegsels en van contaminanten geschiedt in twee exemplaren op een formulier waarvan een model gaat in bijlage van dit besluit.
Het formulier wordt geleverd door (het DG Dier, Plant en Voeding van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu) en wordt, ingevuld, aan de voornoemde dienst terug overgemaakt. <MB 2007-02-15/47, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 25-03-2007>
De Minister of zijn gemachtigde kunnen op eigen initiatief of ingevolge het verzoek van de Hoge Gezondheidsraad de aanvrager verzoeken aanvullende inlichtingen te verstrekken, die de Hoge Gezondheidsraad moeten toelaten zijn advies te formuleren.
Art.3. (opgeheven) <MB 2007-02-15/47, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 25-03-2007>
Art.4. Onverminderd de bepalingen van artikel 2, laatste lid, maakt de Minister of zijn gemachtigde de aanvraag aan de Hoge Gezondheidsraad over en stelt de aanvrager daarvan in kennis.
Art.5. De Hoge Gezondheidsraad brengt gemotiveerd advies uit en deelt het aan de Minister of aan zijn gemachtigde mede.
(Tweede lid opgeheven) <KB 1991-03-12/37, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 09-07-1991>
Art.6. <KB 1991-03-12/37, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 09-07-1991> § 1. De Minister of zijn gemachtigde stelt de aanvrager binnen de 90 dagen na het indienen van het dossier in kennis van zijn beslissing. In die termijn is de tijd niet begrepen die de aanvrager nodig heeft om de in artikel 2, laatste lid bedoelde bijkomende inlichtingen te verstrekken.
§ 2. Indien de aanvrager niet instemt met de in § 1 bedoelde beslissing kan hij een gemotiveerd bezwaar bij de Minister indienen.
§ 3. De lijsten van de in voedingsmiddelen toegelaten additieven worden door Ons om de twee jaar aangepast om rekening te houden met de in § 1 bedoelde beslissing die een wijziging van de lijsten voor gevolg hebben.
§ 4. Wanneer de in § 1 bedoelde beslissing een nieuwe toelating voor het gebruik van een additief of een verhoging van het toegelaten gehalte betreft mag het additief, in afwachting van de in § 3, bedoelde aanpassing van de lijsten, gebruikt worden overeenkomstig de in de bedoelde beslissing voorziene voorwaarden.
Art.7. De bepalingen van dit besluit zijn niet van toepassing :
1° op de inschrijvingen en op de wijzigingen, die het gevolg zijn van de verplichtingen, die voortvloeien uit de internationale verdragen en de krachtens die verdragen tot stand gekomen internationale akten, welke maatregelen de wijziging van deze lijsten kunnen inhouden;
2° wanneer de Hoge Gezondheidsraad, uit toxicologische overwegingen, wijzigingen aan de lijsten van toevoegsels en van contaminanten voorstelt.
Art.8. Het koninklijk besluit van 19 maart 1965 betreffende de procedure van inschrijving op de lijst van toegelaten toevoegsels in de handel van voedingswaren of -stoffen en de procedure van beroep tegen het weigeren of het schrappen van inschrijvingen, wordt opgeheven.
Art.9. Onze Minister van Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. N. Bijlage : <Wegens technische redenen is deze bijlage niet opgenomen in het systeem. Zie B.St. 09-02-1978, blz. 1468.>
Gewijzigd bij :
<KB 1991-03-12/37, art. 4, B.St. 29-06-1991, p. 14645>
<KB 2000-07-68/68, art. 20, Inwerkingtreding : 01-01-2002; B.S. 30-08-2000>