21 MAART 1977. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de criteria die van toepassing zijn voor de programmatie van verschillende soorten ziekenhuisdiensten. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1984 en tekstbijwerking tot 05-06-2008)
Art. 1-5
Artikel 1. De programmatiecriteria inzake het aantal ziekenhuisbedden in de niet-psychiatrische diensten, worden voor het Rijk als volgt vastgesteld :
1.
a) 2,90 bedden per duizend inwoners voor het geheel van de diensten voor diagnose en heelkundige behandeling (kenletter C) en voor diagnose en geneeskundige behandeling (kenletter D), en met inbegrip van de bedden voor intensieve verzorging (kenletter I);
b) 0,03 bedden per duizend inwoners voor het geheel, en ieder voor de helft, van de diensten voor besmettelijke aandoeningen (kenletter L) en voor de behandeling van bacillose (kenletter B);
c) ((6) bedden per duizend bejaarden van 65 jaar of ouder in diensten voor geriatrie (kenletter G);) <KB 1985-08-02/45, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 09-08-1985> <KB 2008-05-09/47, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 15-06-2008>
(d) 0,52 bedden per duizend inwoners voor diensten voor specialiteiten (kenletter Sp). (...). (Binnen dit programmatiecriterium kunnen voor het Rijk maximum 360 Sp-bedden worden opgericht, bestemd voor patiënten met een ongeneeslijke ziekte die zich in een terminale fase bevinden en palliatieve zorg behoeven.) <KB 1993-10-12/30, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 19-10-1993> <KB 1996-10-30/36, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 24-12-1996>
2. 1 bed per duizend inwoners voor de diensten die zieken behandelen die lijden aan langdurige aandoeningen (kenletter V);
3. 32 bedden per duizend geboorten voor de kraamdiensten (kenletter M);
4.
a) 37 bedden per duizend geboorten voor de diensten voor kindergeneeskunde (kenletter E);
b) 6 bedden per duizend geboorten voor de diensten voor vroeggeborenen en zwakke pasgeboren kinderen (kenletter N).
Art.2. Het programmatiecriterium inzake het aantal ziekenhuisbedden in de diensten voor opname van geriatrische patiënten die een neuro-psychiatrische behandeling vergen, wordt voor het Rijk vastgesteld op (0,23 bedden) of plaatsen per duizend inwoners. <KB 1993-10-12/30, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 19-10-1993>
Art.3. Bij het beoordelen van elke vraag tot bouwen, verbouwen of omschakelen van de in artikel 1 en 2 bedoelde diensten wordt rekening gehouden met :
a) alle bestaande, toegestane of in uitvoering zijnde extramurale en intramurale voorzieningen, met inbegrip van de dagbehandeling;
b) de behoeften van de te bedienen bevolking, in acht genomen de demografische prognose en de sociaal economische evolutie van het te bedienen gebied;
c) het aantal en de aard van de patiënten die zich tot het betrokken ziekenhuis wenden.
Art.4. Het koninklijk besluit van 12 december 1966 tot vaststelling van de criteria van een nationaal ziekenhuisprogramma wordt opgeheven.
Art. 5. Onze Minister van Volksgezondheid en van het Gezin is belast met de uitvoering van dit besluit.