18 JUNI 1976. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 46 van de wet van 30 maart 1976 betreffende de economische herstelmaatregelen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf (publicatiedatum van KB 24-12-1980) en tekstbijwerking tot 03-03-1998)
Art. 1-5
Overgangsbepaling.
Art. 6
Artikel 1. <KB 24-12-1980, art. 1> Dit besluit vindt toepassing op de werkgevers op wie de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders toepasselijk is, voor zover deze werkgevers bedoeld worden in ten minste één van de volgende wetten :
1° de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen;
2° de wet van 30 juni 1967 tot verruiming van de opdracht van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers;
3° de wet van 12 mei 1975 tot verruiming van de opdracht van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers.
(Dit besluit is tevens van toepassing op de beoefenaars van vrije beroepen evenals op de vennootschappen die opgericht worden in het kader van de uitoefening van deze beroepen.) <W 1998-02-22/43, art. 68, 005; Inwerkingtreding : 13-03-1998>
Art.2. Op 1 juli van ieder jaar wordt aan de werkgevers een teruggave toegestaan ten belope van (11,5 pct.) van het bedrag van het geheel der bijdragen die driemaandelijks verschuldigd zijn voor ieder der vier kwartalen van het afgelopen kalenderjaar. <KB 1992-05-19/39, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 04-07-1992>
(Deze teruggave wordt beperkt tot (14 500 F) per kwartaal dat in aanmerking wordt genomen indien het geheel der bijdragen die driemaandelijks verschuldigd zijn, begrepen is tussen (220 000 F en 1 050 000 F). <KBN531 1987-03-31/39, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-04-1987> <KB 1992-05-19/39, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 04-07-1992>
Zij wordt beperkt tot (11 000 F) per kwartaal dat in aanmerking wordt genomen indien het geheel der bijdragen die driemaandelijks verschuldigd zijn (1 050 000 F) overstijgt). <KB 24-12-1980, art. 2, 2°> <KBN531 1987-03-31/39, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-04-1987> <KBN466 1986-10-01/31, art. 2, 002>
Art.3. Ieder werkgever is ertoe gehouden jaarlijks aan de Rijksdienst voor maatschappelijke zekerheid voor ieder der kwartalen van het afgelopen kalenderjaar een compenserende bijdrage te storten, gelijk aan (1,55 pct.) van de schijf van het geheel der driemaandelijkse verschuldigde bijdragen boven de (1 050 000 F.) <KBN466 1986-10-01/31, art. 3, 002>
Art.4. De Rijksdienst voor maatschappelijke zekerheid deelt aan iedere werkgever, door middel van een bericht dat hij hem toezendt in de loop van het tweede kwartaal van het jaar , het bedrag mede dat hij dient te ontvangen of te betalen op grond van de toepassing van de artikelen 2 en 3, Ieder bedrag dat de (1 500) F niet bereikt, wordt verwaarloosd. <KB 24-12-1980, art. 4>
Het bedrag dat de werkgever dient te ontvangen, wordt op het krediet van zijn rekening geboekt op datum van 1 juli en dient in rekening te worden gebracht bij de verschuldigde bijdragen over het tweede kwartaal van het jaar.
Het te betalen bedrag is verschuldigd op 30 juni. Alle wettelijke en reglementaire beschikkingen met betrekking tot de inning , de navordering, de burgerlijke sancties, de verjaring en het voorrecht der sociale zekerheidsbijdragen, zijn op dit bedrag toepasselijk.
Art.5. Dit besluit is voor de eerste maal toepasselijk op de bijdragen verschuldigd voor het derde kwartaal 1976.
Overgangsbepaling.
Art. 6. Met afwijking van de artikelen 2, eerste lid, en 3, heeft de bedoelde teruggave of compenserende bijdrage, die moet toegestaan worden of die verschuldigd is op 1 juli 1977, enkel betrekking op de bijdragen van het derde en het vierde kwartaal van 1976.