Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

10 DECEMBER 1973. - Koninklijk besluit waarbij de pensioenregeling, bij de wet van 28 april 1958 ingesteld, op het personeel van sommige instellingen van openbaar nut toepasselijk wordt verklaard. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 18-11-1989 en tekstbijwerking tot 26-09-2018)



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2018204737 



Artikels:

Artikel 1. De pensioenregeling bij de wet van 28 april 1958 ingesteld is van toepassing op het personeel van de hierna vermelde instellingen van openbaar nut :

  I. De volgende instellingen die onder toezicht staan van de Minister van Sociale Voorzorg :
  1° Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;
  2° (Hulp- en Voorzorgskas voor zeevarenden); <KB 1995-05-19/56, art. 23, 004; Inwerkingtreding : 13-08-1995>
  3° Rijkskas voor rust- en overlevingspensioenen;
  4° Nationale Kas voor bediendenpensioenen;
  5° (Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten) <KB 1989-10-23/34, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1985>
  6° Bijzondere verrekenkas voor gezinsvergoedingen ten bate van de arbeiders van de diamantnijverheid;
  7° [1 Fedris;]1
  8° [1 ...]1
  9° Nationaal pensioenfonds voor mijnwerkers;
  10° Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;
  11° Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers;
  12° (Rijksdienst voor pensioenen;) <KB 1992-04-10/31, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-04-1987>
  13° Rijksdienst voor maatschappelijke zekerheid;
  14° Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie;

  II. De volgende instellingen die onder toezicht staan van de Minister van Tewerkstelling en Arbeid :
  1° Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen;
  2° Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen;
  3° Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening;
  4° Pool van zeelieden ter koopvaardij;

  III. De volgende instellingen onder toezicht van de Minister van Volksgezondheid, Leefmilieu en Gezin :
  1° Nationaal Werk voor oudstrijders en oorlogsslachtoffers;
  2° Nationaal Werk voor oorlogsinvaliden;
  3° Secretariaat van de Hoge Raad voor het gezin en de Derde leeftijd;

  IV. De volgende instellingen die onder toezicht staan van de Minister van Openbare Werken :
  1° Wegenfonds;
  2° Regie der gebouwen;
  3° Rijksinstituut voor grondmechanica;
  4° Autonome Haven van Luik;
  5° Naamloze Vennootschap "Zeekanaal en Haveninrichtingen van Brussel";

  V. De volgende instelling die onder toezicht staat van de minister tot wiens bevoegdheid de ontwikkelingssamenwerking behoort en van de Minister van Financiën :
  Dienst voor de overzeese sociale zekerheid;

  VI. De volgende instelling die onder toezicht staat van de Minister van Landsverdediging :
  Hulp- en Informatiebureau voor gezinnen van militairen;

  VII. De volgende instelling die onder toezicht staat van de Minister van Middenstand en van Institutionele en Administratieve Hervormingen :
  Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen.
  ----------
  (1)<KB 2018-09-06/13, art. 88, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.2. <opheffingsbepaling>

Art.3. Dit besluit treedt op 1 januari 1974 in werking.

Art. 4. Onze Ministers worden, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.