14 SEPTEMBER 1973. - Koninklijk besluit houdende reglementering van de handel in teeltmateriaal van bosbouwsoorten. - (NOTA : Opgeheven voor het Waalse Gewest door BWG 2003-05-15/83, art. 23; Inwerkingtreding : 01-07-2003) (NOTA : Opgeheven voor de Vlaamse Gemeenschap door BVR 2003-10-03/40, art. 32; Inwerkingtreding : 13-11-2003) - (NOTA : Opgeheven voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door BESL 2004-03-24/35, art. 23; Inwerkingtreding : 15-04-2004) - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-12-1973 en tekstbijwerking tot 15-04-2004.)
Art. 1-9
Artikel 1. Dit besluit is toepasselijk :
a) op teeltmateriaal van de volgende soorten :
Abies alba Mill (Abies pectinata D.C.);
Fagus silvatica L.;
Larix decidua Mill.;
Larix leptolepis (Sieb. en Zucc.) Gord.;
Picea abies Karst. (Picea excelsa Link);
Picea sitchensis Trautv. en Mey (Picea menziesii Carr.);
Pinus nigra Arn. (Pinus laricio Poir.);
Pinus silvestris L.;
Pinus strobus L.;
Pseudotsuga taxifolia (Poir) Britt.;
Pseudotsuga douglasii Carr - Pseudotsuga menziesii (Mirb./Franco);
Quercus borealis Michx. (Quercus rubra Du Roi);
Quercus pedunculata Ehrh. (Quercus robur L.);
Quercus sessiliflora Sal. (Quercus petrea Liebl.).
b) op vegetatief teeltmateriaal van Populus sp.
Onder teeltmateriaal wordt verstaan :
a) zaad : kegels, samengestelde vruchtlichamen, vruchten en zaden bestemd voor de teelt van planten;
b) plantedelen : stekken, afleggers, enten en oculaties bestemd voor de teelt van planten met uitzondering van poten;
c) plantenmateriaal : uit zaad of plantedelen geteelde planten, zowel poten als natuurlijke zaailingen.
Art.2. Dit besluit is niet toepasselijk :
a) op teeltmateriaal dat bestemd is voor experimenten met wetenschappelijke bedoelingen of voor selecties, op voorwaarde dat deze experimenten of dit selectiewerk vooraf door de Minister van Landbouw werden toegelaten;
b) op plantedelen en planten waarvan bewezen is dat zij niet in hoofdzaak bestemd zijn voor de houtproduktie;
c) op zaad waarvan is aangetoond dat het bestemd is voor de uitvoer naar derde landen, voor wat de normen voor de uitwendige kwaliteit betreft.
Art.3. Het is verboden het aan dit besluit onderworpen teeltmateriaal, met het oog op de verkoop, ten toon te stellen, te koop aanbieden, met het oog op de verkoop in het bezit te houden, te bereiden, te vervoeren, te verkopen, kosteloos of tegen betaling, te leveren of af te staan, in te voeren, uit te voeren en te verwerven, indien het niet gekeurd en geïdentificeerd is overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 17 mei 1968, houdende inrichting van de keuring van het uitgangsmateriaal en teeltmateriaal van bosbouwsoorten.
Het feit dat bovenvermelde bepaling geëerbiedigd werd, moet inzonderheid blijken uit de aanwezigheid van de specifieke, materiële keuringsbewijsstukken, die respectievelijk bedoeld zijn in de artikelen 9 (1° en 2°), 10, 12, 15, 18, 19, 20, 21, 22, 23 en 25 van het koninklijk besluit van 17 mei 1968, houdende inrichting van de keuring van het uitgangsmateriaal en teeltmateriaal van bosbouwsoorten.
Deze bepalingen hebben geen nadeel voor de maatregelen voorgeschreven door het koninklijk besluit van 25 mei 1973, tot regeling van de invoer van zaaizaden en pootgoed van sommige plantensoorten en van teeltmateriaal van bosbouwsoorten.
Art.4. Elke levering van aan dit besluit onderworpen teeltmateriaal moet vergezeld gaan van een document waarvan de opsteller de verantwoordelijkheid draagt, en dat de volgende gegevens vermeldt :
I. Voor de zaden :
1. het geslacht en de soort, alsmede, in voorkomend geval, de ondersoort en de variëteit : gewone en botanische naam;
2. het herkomstgebied;
3. de plaats van herkomst en hoogte, voor zaden die niet afkomstig zijn van officieel toegelaten uitgangsmateriaal;
4. de oorsprong : autochtoon of niet autochtoon;
5. rijpheidsjaar;
6. de hoeveelheid;
7. het aantal en de aard van de colli;
8. het herkenningsteken van de colli;
9. de vermelding " teeltmateriaal afkomstig van vermeerderingszaadtuinen ", voor zaden afkomstig van zaadtuinen;
10. de woorden " EEG-normen ";
11. het aantal levende kiemen per kilogram van het als zaad in de handel gebrachte produkt;
12. de zuiverheid;
13. de kiemkracht van het zuivere zaad;
14. het duizendkorrelgewicht van de partij zaad;
15. in voorkomend geval de vermelding dat het zaad in een koelkamer is bewaard;
16. de aanduiding van de leverancier die voor de partij verantwoordelijk is.
II. Voor het plantmateriaal en plantedelen :
1. het geslacht en de soort, alsmede, in voorkomende gevallen, de ondersoort en de variëteit : gewone en botanische naam;
2. de kloon, voor vegetatief teeltmateriaal;
3. het herkomstgebied, voor generatief teeltmateriaal;
4. de plaats van herkomst en hoogte, voor generatief teeltmateriaal dat niet afkomstig is van officieel toegelaten uitgangsmateriaal;
5. de oorsprong : autochtoon of niet autochtoon;
6. de duur van de teelt in de kwekerij als zaailing en als éénmaal of meerdere malen verspeende plant;
7. de afmetingen van het plantmateriaal;
8. de hoeveelheid;
9. het aantal en de aard van de colli;
10. het herkenningsteken van de colli;
11. de vermelding " teeltmateriaal afkomstig van vermeerderingszaadtuinen ", voor het plantmateriaal verkregen uit zaden afkomstig van zaadtuinen;
12. de aanduiding van de leverancier die voor de partij verantwoordelijk is.
Voor plantedelen en plantmateriaal welke in de handel worden gebracht met de aanduiding " EG-normen " moeten de volgende aanvullende gegevens voorkomen op het hiervoor onder punt II bedoelde document :
1. de woorden " EEG-normen ";
2. het nummer van de EEG-sortering voor plantedelen, en plantmateriaal van Populus.
Art.5. Zaad dat onder de bepalingen van dit besluit valt, mag slechts geleverd worden in verpakkingen die zodanig gesloten zijn, dat het sluitingssysteem door het openen der verpakking beschadigd wordt en niet meer kan hersteld worden.
Art.6. Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld, vervolgd en gestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 11 juli 1969, betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt.
Art.7. Op het teeltmateriaal van de soorten opgesomd in artikel 1, vinden niet langer toepassing :
- het koninklijk besluit van 23 augustus 1935, houdende reglementering van de handel in zaaizaden, allerhande pootgoed, meststoffen en veevoeder;
- het ministerieel besluit van 23 augustus 1935, genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 23 augustus 1935, houdende reglementering van de handel in zaaizaden, allerhande pootgoed, meststoffen en veevoeder.
Art.8. Het koninklijk besluit van 17 mei 1968 houdende reglementering van de handel in teeltmateriaal van bosbouwsoorten wordt opgeheven.
Art. 9. Onze Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.