30 MAART 1973. _ Wet houdende goedkeuring van de Internationale Overeenkomst betreffende het reiscontract (C.C.V.), opgemaakt te Brussel op 23 april 1970.
Art. 1-2
Artikel 1. De Internationale Overeenkomst betreffende het reiscontract (C.C.V.), opgemaakt te Brussel op 23 april 1970, zal volkomen uitwerking hebben.
Art. 2. Zolang de in artikel 1 bedoelde Overeenkomst voor België geldt :1. is de Koning gemachtigd, in voorkomend geval, de bedragen en modaliteiten van de vergoeding van de reisorganisator en van de reisbemiddelaar, bepaald in artikelen 9 en 20 van de Overeenkomst, vast te stellen;2. is de Koning gemachtigd, in voorkomend geval, hogere grensbedragen dan die bepaald in § 2 van de artikelen 13 en 22 van de Overeenkomst vast te stellen voor de aansprakelijkheid van de reisorganisators en de reisbemiddelaars;3. geschiedt de omzetting in Belgische munt van de in de Overeenkomst in franken uitgedrukte bedragen die betrekking hebben op een munteenheid van 10/31 gram goud van 0,900 fijn, in geval van rechtsvordering, tegen de goudwaarde van de Belgische valuta op de dag van het vonnis;4. is de Koning gemachtigd, volgens de door Hem vastgestelde voorwaarden en bij door Hem erkende instellingen, de afsluiting van een verzekering tot dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid van de reisorganisators en reisbemiddelaars op te leggen, zoals deze blijkt uit de bepalingen van de Overeenkomst of van deze wet; de artikelen 9 en 10 van de wet van 21 april 1965 houdende het statuut van de reisbureaus zijn van toepassing op de overtredingen van de verplichtingen krachtens deze bepaling door de Koning opgelegd, alsmede op de opsporing en vaststelling ervan.