Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

3 JANUARI 1973. - Koninklijk besluit ter bepaling van de te bevredigen levensbehoeften, in uitvoering van de wet van 19 augustus 1948 betreffende de prestaties van algemeen belang in vredestijd, voor de petroleumsector. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1984 en tekstbijwerking tot 01-08-1995.)



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1995012417 



Artikels:

Artikel 1. Voor de uitvoering van de wet van 19 augustus 1948 betreffende de prestaties van algemeen belang in vredestijd worden, wat de petroleumsector betreft, als levensbehoeften, of als ter verzekeren maatregelen, prestaties of diensten aangezien;
  1° Het lossen van aardolieprodukten in overslaghavens, uitsluitend voor de schepen die hun laadhaven vóór het begin van de staking van de activiteit hebben verlaten en waarvan de normale bestemming een van 's lands zeehaven is.
  Bovendien mag het lossen van die schepen enkel geschieden in de tanks van de petroleuminstallaties van de haven, met uitsluiting van het lossen in tanklichters, tankwagons of tankwagens;
  2° De instandhouding van een beperkte produktie in de raffinaderijen, nodig om beschadiging van het materieel of verlies van grondstoffen of produkten te voorkomen en om de noodvoorraden op hun verplicht peil te houden.
  Voor zover een volledige stopzetting van een raffinaderij, aan te merken als ressorterende onder een industrie met continubedrijvigheid, beschadiging van materieel of verlies van grondstoffen of van produkten tot gevolg kan hebben, en uitsluitend in de nodige mate om die beschadiging van materieel of dat verlies van grondstoffen of van produkten te voorkomen, dienen sommige vrijwaringsmaatregelen te worden getroffen welke zelfs de instandhouding van een beperkte produktie in de raffinaderijen kunnen insluiten;
  3° De bewakings- en de brandweerdiensten in de petroleuminstallaties en de opslagplaatsen;
  4° De voorziening met aardolieprodukten (motorbrandstoffen en andere vloeibare of gasvormige brandstoffen) die nodig zijn voor het behoud van vitale activiteiten, zoals:
  a) ziekenhuizen, klinieken, kunstmatige couveuses voor kinderen, kraaminrichtingen, sanatoriums, preventoriums, instellingen voor geesteszieken, kinderbewaarplaatsen, zuigelingeninrichtingen en bejaardentehuizen en de wasserijen van deze inrichtingen;
  b) broodbakkerijen, gistfabrieken, maalderijen, boterfabrieken, zuivelfabrieken, suikerraffinaderijen, margarinefabrieken, oliefabrieken, de land- en tuinbouwarbeid waarvoor bronnen van kunstmatige warmte noodzakelijk zijn (serres, kuikenkwekerij, enz.) en fabrieken die kroonkurken vervaardigen voor het afdekken van melk- en spuitwaterflessen;
  c) koelinrichtingen;
  d) de ondernemingen, wat de nodige bewaringsmaatregelen betreft, om de beschadiging van de bedrijfsuitrusting, of het verlies van grondstoffen of van produkten te vermijden;
  e) slachthuizen en destruktiebedrijven;
  f) laboratoria die serums en entstoffen produceren; farmaceutische fabrieken; geneesmiddelenindustrie, met inbegrip van het voortbrengen van gas voor medisch gebruik (zuurstof, verdovende gassen), het vervaardigen van voor rontgenstralen gevoelige films, rubber- of plastieken artikelen voor de heelkunde, geneeskunde en hygiëne, het vervaardigen van verbandmateriaal;
  g) overheidsdiensten: diensten voor water-, gas- en elektriciteitsvoorziening, diensten belast met het ophalen van huisvuil, haveninstallaties, binnenscheepvaartinstallaties, politie, zeevisserij, telegraaf en telefoon voor zover het de functionering der technische diensten betreft; gemeenschappelijk vervoer per spoor;
  h) het vervoer en de verdeling van goederen onderhevig aan bederf zoals levensmiddelen (boter, melk, kaas, groenten, fruit, vlees, vis, enz,); de voertuigen die worden gebruikt door de verdelingsmaatschappijen van gas en elektriciteit in zover het gaat om prioritaire behoeften te verzekeren;
  i) het vervoer van zieken en gewonden; brandweerdiensten, de autovoertuigen van geneesheren of van personen die paramedische beroepen uitoefenen (b.v. verpleegsters, kinesitherapeuten, bandagisten en orthopedisten) en uitsluitend worden gebruikt voor het uitoefenen van hun beroep; het vervoer van farmaceutische produkten;
  j) elektrische centrales en gasfabrieken in zover hun activiteit nodig is om de prioritaire behoeften te verzekeren, zoals deze zijn bepaald door de regentsbesluiten van 29 januari 1949 houdende reglementering van de voortbrenging, de verdeling en het verbruik van de elektrische energie in geval van tekort aan vermogen en/of elektrische energie ten gevolge van sociale geschillen en houdende reglementering van de voortbrenging, de verdeling en het verbruik van het gas in geval van tekort ten gevolge van sociale geschillen;
  (5° De bevoorrading van het Groothertogdom Luxemburg met petroleumprodukten noodzakelijk voor het behoud in dit land van de vitale behoeften zoals voorzien onder de punten 1 tot en met 4 van dit artikel.) <KB 20-06-1975>
  (6° bevoorrading van de rijkswacht.) <VARIA 1995-03-31/40, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 11-08-1995>

Art.2. Wat de bepaling en de tenuitvoerlegging van de in artikel 1 aangeduide prestaties op het vlak van de ondernemingen betreft, zullen regelingen in gemeenschappelijk overleg tussen het ondernemingshoofd of zijn afgevaardigde en de syndikale afvaardiging worden getroffen.
  Indien geen akkoord wordt bereikt zal de kwestie voorgelegd worden aan een gewestelijk comité, voorgezeten door de provinciegouverneur en paritair samengesteld uit leden die de werknemersorganisaties vertegenwoordigen en uit leden die de werkgeversorganisaties vertegenwoordigen, afgevaardigd door het Nationaal Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en handel.

Art.3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 4. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.