14 JULI 1971. _ Koninklijk besluit betreffende de arbeidsduur van het rijdend personeel tewerkgesteld in de ondernemingen van taxi's en taxi-bestelwagens. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1984 en tekstbijwerking tot 05-10-2002).
Art. 1-7
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing :1° op het rijdend personeel tewerkgesteld in de ondernemingen van taxi's en taxi-bestelwagens welke onder het Nationaal Paritair Comité voor het vervoer ressorteren;2° op de werkgevers die de in 1° bedoelde werklieden tewerkstellen.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt onder taxi-bestelwagen verstaan : elk voertuig dat bestemd is voor het goederenvervoer tegen betaling, met een maximumlaadvermogen van 2,5 ton en dat uitgerust is met een taxi-meter.
Art.3. <KB 2002-09-25/36, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 05-10-2002> Voor de vaststelling van de arbeidsduur, wordt er geen rekening gehouden met de tijd gedurende welke de werkman ter beschikking van de werkgever is zonder effectieve arbeid te presteren; aldus wordt 24 pct. van de aanwezigheidstijd niet voor de berekening van de arbeidsduur in aanmerking genomen.
Art.4. De in artikel 22 van de arbeidswet van 16 maart 1971 bedoelde spreidingstermijn, wordt op dertien weken vastgesteld.
Art.5. Het hoofdstuk 1 van het koninklijk besluit van 16 september 1969 betreffende de arbeidsduur van het rijdend personeel tewerkgesteld in de ondernemingen van taxi's en taxi-bestelwagens is opgeheven.
Art.6. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 7. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.