10 JULI 1967. - Wet : 1° tot verbetering van de verouderde termen in de Franse tekst van het Wetboek van strafvordering en tot opheffing van een aantal daarin nodeloos geworden bepalingen en tot wijziging van de wet van 20 april 1874 op de voorlopige hechtenis; 2° tot invoering van de Nederlandse tekst van hetzelfde Wetboek en van de wet van 20 april 1874 op de voorlopige hechtenis. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1990 en tekstbijwerking tot 24-08-2001).
Art. 1-2
Artikel 1. <Wijzigingsbepalingen van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering, van het Wetboek van Strafvordering en van de wet van 20 april 1874 op de voorlopige hechtenis> <W 1997-08-08/14, art. 26, Inwerkingtreding : 03-09-2001 ; wijzigingen niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. 24-08-2001, p. 28353>
Art. 2. De hiernavolgende bepalingen vormen de Nederlandse tekst van het Wetboek van Strafvordering en van de wet van 20 april 1874 op de voorlopige hechtenis, zoals die uitdrukkelijk zijn gewijzigd en aangevuld tot 1 januari 1966.
De hiernavolgende Nederlandse tekst van de bepalingen die het Wetboek van Strafvordering en de wet van 20 april 1874 hebben gewijzigd en aangevuld na de wet van 18 april 1898, vervangt de vorige Nederlandse tekst van die bepalingen.
Twistvragen gegrond op het verschil tussen de Nederlandse en de Franse tekst worden beslist naar de wil van de wetgever, die bepaald wordt volgens de gewone interpretatieregelen, zonder voorrang van de ene tekst boven de andere.