Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

18 APRIL 1967. - Koninklijk besluit nr. 7 tot wijziging van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders.



Inhoudstafel:


Art. 1-27



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. <wijzigingsbepaling>

Art.2. <wijzigingsbepaling>

Art.3. <wijzigingsbepaling>

Art.4. <wijzigingsbepaling>

Art.5. <wijzigingsbepaling>

Art.6. <wijzigingsbepaling>

Art.7. <wijzigingsbepaling>

Art.8. <wijzigingsbepaling>

Art.9. <wijzigingsbepaling>

Art.10. <wijzigingsbepaling>

Art.11. <wijzigingsbepaling>

Art.12. <wijzigingsbepaling>

Art.13. <wijzigingsbepaling>

Art.14. <wijzigingsbepaling>

Art.15. <wijzigingsbepaling>

Art.16. <wijzigingsbepaling>

Art.17. <wijzigingsbepaling>

Art.18. <wijzigingsbepaling>

Art.19. <wijzigingsbepaling>

Art.20. <wijzigingsbepaling>

Art.21. <wijzigingsbepaling>

Art.22. <wijzigingsbepaling>

Art.23. <wijzigingsbepaling>

Art.24. <wijzigingsbepaling>

Art.25. Indien een wees bedoeld bij artikel 101, derde lid, 3°, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, verlaten is door zijn overlevende ouder, is de omstandigheid dat deze laatste een huwelijk heeft aangegaan of een huishouden heeft gevormd geen beletsel voor de toekenning van de verhoogde bijslag bepaald bij artikel 50bis van die wetten, zoals dit luidde vóór de inwerkingtreding van dit besluit; wanneer die wees verlaten is door zijn overlevende moeder, moet evenmin rekening worden gehouden met de door haar uitgeoefende beroepsbezigheid voor de vaststelling van het bedrag van de verhoogde bijslag bepaald bij het voormelde artikel 50bis.
  Het eerste lid is toepasselijk voor de periode van 1 januari 1952 tot op de datum van inwerkingtreding van dit besluit. De kinderbijslag verschuldigd krachtens het eerste lid wordt toegekend tegen de bedragen geldend gedurende de voormelde periode.
  De verjaringstermijn van drie jaar, bepaald in artikel 120 van die wetten, is van toepassing op de aanvragen tot uitbetaling op grond van dit artikel die na de inwerkingtreding van dit besluit worden ingediend.
  (Dit artikel is eveneens toepasselijk indien het gaat om een wees die bij toepassing van artikel 56bis van die wetten rechtgevend op kinderbijslag is ten laste van de Bijzondere Compensatiekas voor kinderbijslag voor de gemeenten, de openbare instellingen die ervan afhangen en de verenigingen van gemeenten.) <KB nr. 65, 10-11-1967. art. 36>

Art.26. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1967.

Art. 27. Onze Minister van Sociale Voorzorg is belast met de uitvoering van dit besluit.