12 APRIL 1965. - Koninklijk besluit tot instelling van identificatiedocumenten en -kentekens ten behoeve van beroepsjournalisten en persbedrijven. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 05-02-1992 en tekstbijwerking tot 26-07-2010)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Identificatiedocumenten en kentekens afgegeven aan beroepsjournalisten en aan persbedrijven.
Art. 2-9
HOOFDSTUK III. - Wijze waarop de identificatiedocumenten en -kentekens afgegeven, vernieuwd en ingetrokken worden.
Art. 10-18
HOOFDSTUK IV. - Strafbepaling.
Art. 19
HOOFDSTUK V. - Opheffende bepalingen en bepalingen betreffende de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 20-25
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. De identificatiedocumenten en -kentekens die worden afgegeven aan beroepsjournalisten en aan persbedrijven dienen alleen om de identificatie van de journalisten bij het uitoefenen van hun beroep te vergemakkelijken en om de openbare overheid in staat te stellen de vertegenwoordigers van de pers alle medewerking te verlenen die met de omstandigheden overeen te brengen is.
Onder "persbedrijven", voor zover deze zich aan algemene berichtgeving wijden, moeten worden verstaan de bedrijven die dagbladen of periodieken uitgeven, de bedrijven voor radio- of televisienieuws-uitzendingen of fotoberichtgeving, de bedrijven voor filmjournaals en de persagentschappen.
HOOFDSTUK II. - Identificatiedocumenten en kentekens afgegeven aan beroepsjournalisten en aan persbedrijven.
Art.2. Er wordt een "nationale perskaart" afgeven aan de journalisten die gemachtigd zijn om de titel van beroepsjournalist te voeren.
Het verlies van die titel heeft de intrekking van de nationale perskaart tot gevolg.
(De journalist moet steeds zijn nationale perskaart bij zich hebben en op elke vordering van de overheid tonen.) <KB 2006-10-12/59, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
Art.3. Op de nationale perskaart komen voor, (...) de foto van de houder, zijn naam, voornamen, nationaliteit, (het erkenningsnumer van beroepsjournalist,) (...), zijn geboorteplaats en -datum, alsook de naam van het (nieuwsmedium) waaraan hij medewerkt. <KB 21-04-1982, art. 1> <KB 2006-10-12/59, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007> <KB 2008-07-18/34, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 17-01-2007>
(lid 2 opgeheven) <KB 2006-10-12/59, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
Art.4. <Voorheen art. 7. KB 2006-10-12/59, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007> Door de Minister van Binnenlandse Zaken worden doorgangsbewijzen voor persauto's afgegeven binnen de perken die hij noodzakelijk acht en op aanvraag van een persbedrijf.
Art.5. <Voorheen art. 8. KB 2006-10-12/59, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007> De doorgangsbewijzen voor persauto's zijn onpersoonlijk.
Art.6. <Voorheen art. 9. KB 2006-10-12/59, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007> Het doorgangsbewijs voor persauto's bestaat in een bedrukt karton dat op de voorruit van de wagen dient te worden aangebracht. Het is van dezelfde kleur als de nationale perskaart.
Art.7. <Voorheen art. 10. KB 2006-10-12/59, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007> De persbedrijven mogen het hun verstrekte doorgangsbewijs voor persauto's aan om het even welke medewerker overhandigen, op voorwaarde dat deze houder is van een nationale perskaart.
Het doorgangsbewijs voor persauto's mag met om het even welke wagen, - privéwagen, taxi, huurauto, - worden gebruikt.
Met uitzondering van de bestuurder van de wagen, moeten al de inzittenden in het bezit zijn van hun nationale perskaart.
Art.8.<Voorheen art. 11. KB 2006-10-12/59, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007> Het auto-insigne, dat de (Algemene Vereniging van de Beroepsjournalisten in België) alleen aan houders van een nationale perskaart afgeeft, wordt erkend als middel tot identificatie van beroepsjournalisten. <KB 21-04-1982, art. 3>
(Dat insigne is een 16 centimeter hoge en 12 centimeter brede metalen plaat met een zilverkleurige Belgische leeuw en, in het zwart, het opschrift "Pers A.V.B.B.", "A.G.J.P.B. Presse", [1 " FOD Binnenlandse Zaken "]1 en [1 " SPF Intérieur "]1, een en ander op een gauloiseblauwe grond. Op de plaat staat voorts een volgnummer en is een metalen kleefplaatje bevestigd met de handtekening van de voorzitter van de Algemene Verenigiging van de Beroepsjournalisten in België, en met opgave van de jaren waarvoor de plaat geldig is.) <KB 10-07-1984, art. 1>
----------
(1)<KB 2010-07-05/06, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 05-08-2010; zie ook art. 3>
Art.9. <Voorheen art. 12. KB 2006-10-12/59, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007> De auto-insignes dienen op de voorruit van de wagen te worden aangebracht.
HOOFDSTUK III. - Wijze waarop de identificatiedocumenten en -kentekens afgegeven, vernieuwd en ingetrokken worden.
Art.10. <Gewijzigde vorm van vorig art. 13. KB 2006-10-12/59, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007> De nationale perskaart (wordt) door de Minister van Binnenlandse Zaken uitgereikt op aanvraag, hetzij van de verzoeker, hetzij door de (Algemene Vereniging van de Beroepsjournalisten in België.) <KB 21-04-1982, art. 3> <KB 2006-10-12/59, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
Art.11. <Gewijzigde vorm van art. 14. KB 2006-10-12/59, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007> Elke aanvraag en uitreiking van een nationale perskaart (...) wordt onderzocht door de (Algemene Vereniging van de Beroepsjournalisten in België) die nagaat of de verzoeker gemachtigd is de titel van beroepsjournalist te voeren. <KB 21-04-1982, art. 3> <KB 2006-10-12/59, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
Art.12. <Gewijzigde vorm van vorig art. 15. KB 2006-10-12/59, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007> De aanvragen om nationale perskaarten (...) worden om de vijf jaar hernieuwd. (Voor de hernieuwing van die stukken is het bewijs vereist dat de aanvragen nog gemachtigd is de titel van beroepsjournalist te voeren). <KB 10-07-1984, art. 2> <KB 2006-10-12/59, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
De (Algemene Vereniging van de Beroepsjournalisten in België) waakt er voor dat de documenten, waarvan de houders overleden zijn of de titel van beroepsjournalist verloren hebben, uit de omloop genomen worden. <KB 24-04-1982, art. 3>
Hij zendt deze documenten aan (de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken) terug. <KB 2006-10-12/59, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
Art.13. <Gewijzigde vorm van vorig art. 16. KB 2006-10-12/59, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007> De nationale perskaarten (...), aangevraagd in de loop van het kalenderjaar, worden afgegeven tussen 15 februari en 31 maart van het daaraan volgend kalenderjaar. <KB 2006-10-12/59, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
Bij de aanvragen moeten drie foto's van elk der verzoekers worden gevoegd.
Art.14. <Gewijzigde vorm van vorig art. 17. KB 2006-10-12/59, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007> De nationale perskaarten (...) worden aangemaakt op kosten van de Staat, die er eigenaar van blijft. <KB 2006-10-12/59, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
Art.15. <Gewijzigde vorm van vorig art. 18. KB 2006-10-12/59, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007> Zodra de houder van de nationale perskaart (...) de titel van beroepsjournalist verliest, trekt de Minister van Binnenlandse Zaken (dit document) in of maakt hij ze ongeldig. Hij stelt de voorzitter van de (Algemene Vereniging van de Beroepsjournalisten in België) hiervan in kennis. <KB 21-04-1982, art. 3> <KB 2006-10-12/59, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
Art.16. <Voorheen art. 19. KB 2006-10-12/59, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007> De aanvragen om doorgangsbewijzen voor persauto's worden om de vijf jaar vernieuwd. Zij worden ingediend en uitgereikt overeenkomstig het bepaalde in artikel 16 van dit besluit.
Art.17.<Voorheen art. 20. KB 2006-10-12/59, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007> Wanneer het persbedrijf dat een doorgangsbewijs voor persauto heeft gekregen zijn werkzaamheid stopzet, moet dat doorgangsbewijs hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenkomst van de (Algemene Vereniging van de Beroepsjournalisten in België) aan de [1 Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken]1 teruggezonden worden. <KB 21-04-1982, art. 3>
----------
(1)<KB 2010-07-05/06, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 05-08-2010; zie ook art. 3>
Art.18. <Voorheen art. 21. KB 2006-10-12/59, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007> Alleen de (Algemene Vereniging van de Beroepsjournalisten in België) is gemachtigd de auto-insignes, bedoeld bij artikel 11, uit te reiken. Hij treft alle dienstige voorzieningen om wederrechtelijk gebruik van die insignes te voorkomen en waakt, zodra daar aanleiding toe bestaat, voor de intrekking ervan. <KB 21-04-1982, art. 3>
HOOFDSTUK IV. - Strafbepaling.
Art.19. <Voorheen art. 22. KB 2006-10-12/59, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007> Onverminderd de toepassing van de bepalingen van het strafwetboek, wordt het gebruik van identificatiedocumenten of -kenmerken, ingesteld krachtens of in uitvoering van dit besluit, wanneer deze stukken vervallen of nagemaakt zijn, beschouwd als een onwettige toeëigening van de titel van beroepsjournalist, in de zin van artikel 3 van de wet van 30 december 1963.
HOOFDSTUK V. - Opheffende bepalingen en bepalingen betreffende de inwerkingtreding van dit besluit.
Art.20. <Voorheen art. 23. KB 2006-10-12/59, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007> Worden opgeheven van de datum van inwerkingtreding van dit besluit af, de ministeriële besluiten van 4 januari 1940, 27 december 1946, 27 februari 1959 en 23 september 1963.
Art.21. <Voorheen art. 24. KB 2006-10-12/59, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007> Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1966.
Art.22. <Voorheen art. 25. KB 2006-10-12/59, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007> Onze Minister van Binnenlandse Zaken en van het Openbaar Ambt is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.23. (opgeheven) <Technische betekenis van KB 2006-10-12/59, art. 3, 10 en 11, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
Art.24. (opgeheven) <Technische betekenis van KB 2006-10-12/59, art. 3, 10 en 11, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
Art. 25. (opgeheven) <Technische betekenis van KB 2006-10-12/59, art. 3, 10 en 11, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>