8 JANUARI 1958. - Koninklijk besluit houdende bepaling van de toeristische verkeerswegen waarvoor regelen worden gesteld op het aanplakken en reclame maken. (NOTA : Opgeheven voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij BESL 1999-06-03/54, art. 3, Inwerkingtreding : 24-07-1999; opheffing bevestigd bij BESL 1999-09-23/30, art. 1, § 4, 3°; Inwerkingtreding : 01-01-2000; opheffing herhaald bij BESL 2003-04-11/38, art. 3; Inwerkingtreding : 15-05-2003) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-06-1992 en tekstbijwerking tot 15-05-2003)
Art. 1-5
Bijlage.
Art. N
Artikel 1. (Zie nota onder titel) De in artikel 1 van het koninklijk besluit van 20 december 1956 bedoelde toeristische verkeerswegen zijn :
1° de autosnelwegen en de toegangswegen bedoeld bij artikel 1 van de wet van 12 juli 1956, tot vaststelling van het statuut der autosnelwegen;
2° De wegen die lopen door de landschappen bedoeld bij het koninklijk besluit van 5 december 1957, houdende bepaling van de landschappen waarvoor regelen worden gesteld op het aanplakken en reclame maken, en de wegen die deze landschappen begrenzen;
3° de wegen vermeld in de bijlage bij dit besluit.
Art.2. (Zie nota onder titel) De bepalingen van het koninklijk besluit van 5 mei 1936, houdende regeling en verbod in zake zekere wijzen van aanplakken en adverteren, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 september 1937 en 15 april 1939, zijn niet meer van toepassing op de toeristische verkeerswegen.
Art.3. (Zie nota onder titel) De bepalingen van het koninklijk besluit van 20 december 1956 treden in werking :
1° wat de in artikel 1 van de wet van 12 juli 1956 bedoelde autosnelwegen en hun toegangswegen betreft, van het ogenblik af dat deze worden opengesteld voor het verkeer;
2° wat de wegen bedoeld in artikel 1, 2° en 3°, van dit besluit betreft, tien dagen na de bekendmaking van onderhavig besluit in het Belgisch Staatsblad.
Art.4. (Zie nota onder titel) Wordt opgeheven het koninklijk besluit van 1 mei 1939, houdende vaststelling van de wegen waarlangs het verboden is aanplakbrieven aan te brengen of elk ander middel voor zichtbare reclames of advertenties aan te wenden, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 augustus 1952.
Art.5. (Zie nota onder titel) Onze Minister van Openbare Werken en van Wederopbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
Bijlage.
Art. N. (Zie nota onder titel) <Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 26/02/1958, pp. 1186 tot 1229>
Gewijzigd door :
<KB 14/02/1959, art. 1; B.St. 23/02/1959, p. 1169>
<KB 18/04/1963, art. 1; B.St. 09/05/1963, p. 4947>