16 FEBRUARI 1954. - Wet betreffende de bescherming van de blindenstok. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1990 en tekstbijwerking tot 15-12-2006).
Art. 1-2
Artikel 1. <W 2006-11-26/42, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 25-12-2006> Het gebruik van de witte stok, bestemd voor de personen met een visuele handicap, is voorbehouden aan de personen de hetzij voor minstens zestig percent visueel gehandicapt zijn volgens de officiële Belgische schaal ter bepaling van de graad van invaliditeit, hetzij hiervoor een voorschrift krijgen van een geneesheer-specialist in de oftalmologie die tevens erkend is als geneesheer-specialist in de functionele en professionele revalidatie van personen met een handicap, overeenkomstig het koninklijk besluit van 6 maart 1968 tot vaststelling van de modaliteiten en voorwaarden van erkenning van de geneesheren-specialisten in de revalidatie, inzake sociale reclassering van de mindervaliden.
Art. 2. De overtredingen van de bepalingen van deze wet worden gestraft met geldboete van 1 tot 25 frank.
Evenwel, indien de overtredingen gepleegd worden om de liefdadigheid op te wekken, zullen die gestraft worden met geldboete van 26 tot 500 frank en gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden of met één dezer straffen alleen, onverminderd de straffen betreffende het misbruik van vertrouwen en de oplichting.
De bepalingen van hoofdstuk VII, van Boek I, alsmede van artikel 85 van het Strafwetboek vinden toepassing ten aanzien van de bij vorig lid bedoelde overtredingen.