14 AUGUSTUS 1947. - Besluit van de regent waarbij bijzondere technische maatregelen worden voorgeschreven, toe te passen in de ondernemingen waar gebruik wordt gemaakt van gemalen pik.
Art. 1-8
Artikel 1. De door dit besluit voorgeschreven maatregelen zullen ten laatste op 1 januari 1948 toegepast moeten worden in alle nijverheidsondernemingen waarin door steenkolendistillatie bekomen en gemalen pik gebruikt wordt.
Art.2. De pikbrekers en -molens zullen voorzien zijn van een omhulsel waarin een voldoende depressie onderhouden wordt om de wegzuiging te verzekeren van het stof dat door de lading de werking van die toestellen verwekt wordt.
Art.3. De na de bekendmaking van dit besluit opgerichte pikbrekers en -molens zullen geplaatst moeten worden in vertrekken die afgezonderd zijn van die welke voor andere diensten bestemd zijn.
Het machtigingsbesluit voor die toestellen mag nochtans, mits gepaste voorwaarden, een afwijking van dit voorschrift toelaten zo dit nodig blijkt, indien het slechts over een in een bestaande inrichting aan te brengen wijziging gaat.
Art.4. De goten en vergaarbakken voor gemalen pik zullen volledig dicht zijn. De transporttoestellen en elevators voor gemalen pik zullen van een luchtdicht omhulsel voorzien zijn.
De deuren en kleppen, waarvan voornoemde toestellen voor de noodwendigheden van de bediening zullen voorzien zijn, zullen normaal gesloten blijven.
De nodige maatregelen zullen getroffen worden opdat het ontstaan van ophopingen op zekere plaatsen van de weg van het mechanisch vervoerd gemalen pik worde vermeden en opdat, in geval van onderbreking of vermindering van de afvoer, de overtollige verpulverde stof een uitweg vinde naar een gesloten vat.
Art.5. Het stof dat neerslaat in de nabijheid der toestellen en vergaarbakken voor pik zal dagelijks verwijderd worden, door opzuiging of door elk middel waardoor het niet opgejaagd wordt.
Het stof, dat in dit en in het bij artikel 2 voorzien geval opgevangen wordt zal, zonder overgieting in open lucht, terug in de fabricagekring ingebracht worden.
Art.6. De rijksmijningenieurs en de ingenieurs van de algemene directie van de technische arbeidsbescherming zijn belast met het toezicht op de toepassing van dit besluit.
Art.7. De inbreuken op de bepalingen van dit besluit worden vastgesteld en beteugeld overeenkomstig de wet van 5 mei 1888, betreffende het opzicht over de als gevaarlijk, ongezond of hinderlijk ingedeelde inrichtingen.
Art. 8. De Minister van Arbeid en Sociale Voorzorg en de Minister van Economische Zaken en Middenstand zijn belast, ieder voor wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.