15 FEBRUARI 1946. - BESLUITWET betreffende het wedersamenstellen van de door oorlogsfeiten vernielde handelsregister (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-04-2018 en tekstbijwerking tot 27-04-2018)
Art. 1-6
Artikel 1.De kooplieden, personen of vennootschappen, ingeschreven in een door oorlogsfeiten vernield handelsregister, zijn er toe gehouden ter griffie van de [1 ondernemingsrechtbank]1 of van de burgerlijke rechtbank met rechtsmacht in hun handelszaken waar zij ingeschreven zijn, een afschrift van het dubbel van hun opgaven te deponeeren.
De wijze waarop deze documenten dienen te worden gedeponeerd, zal door een koninklijk besluit geregeld worden.
De eensluidendheid van het afschrift zal worden nagegaan door den referendaris of door den griffier.
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
Art.2. De afschriften van de opgaven zijn vrij van zegelrecht.
Art.3.De koopman, in de onmogelijkheid het dubbel van zijn opgave in het handelsregister over te leggen, is er toe gehouden, aan de hand van zich daartoe leenende bescheiden, het bewijs te leveren van zijn hoedanigheid van handelaar, van den aard van zijn handel, van zijn inschrijvingsnummer en van alle andere bijkomende vermeldingen.
In geval van betwisting, wordt het geschil beslecht door de [1 ondernemingsrechtbank]1 die kan overgaan tot alle door haar noodig geachte onderzoekingen en beslist in eerste en laatsten aanleg.
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
Art.4.Behalve ingeval van overmacht, vastgesteld bij beslissing der [1 ondernemingsrechtbank]1, oordeelend in eersten en laatsten aanleg, zal de koopman die, binnen de termijnen vast te stellen bij koninklijk besluit, zich niet heeft gedragen naar de voorschriften van artikels 1 en 3, aangezien worden als vroeger niet ingeschreven geweest zijnde in het handelsregister.
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
Art.5. De straffen voorzien bij artikel 196 van het Strafwetboek zijn toepasselijk op ieder persoon die zou gebruik gemaakt hebben hetzij van een verouderde of vervalschte opgave, hetzij van valsche bescheiden of die valsche verklaringen zou hebben afgelegd.
Bovendien zal hij, voor een termijn van hoogstens twee jaar kunnen vervallen verklaard worden van de bekwaamheid tot handel drijven of tot het aanvragen van zijn inschrijving in het handelsregister.
Art. 6. Deze besluitwet wordt van kracht den dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.